Album Review

Op Björks Utopia fluiten de vogels, maar is er nog altijd pijn


25 november 2017

Björk Guðmundsdóttir is 28. Ze danst, zingt, zingt over dansen, tuurt onschuldig uit d’r ogen, feesten op IJsland, botte eurodance. Vies haar en een harige slobbertrui op de plaathoes van Debut. En Venus as a Boy, probleemloos. De liefde, alsof het allemaal vanzelf gaat – 1993 – dat het bijna pijn doet.

There’s more to life than this’, zingt ze in ’93 over een slecht verouderd dansmuziekje. Gejoel op de dansvloer, even iets inzingen vanaf het toilet en weer terug. Ze zingt over een kleine ghettoblaster die ze ergens naartoe wil nemen. Lekker gek doen op straat. Geen ex-man, geen dochter, geen rechtszaak over voogdijschap, geen wond.

Astrechter
In 2015 is Björk een gescheiden vrouw in een astrechter. Vooruit, aan het eind van Black Lake kloutert ze eruit, maar toch. De video is moeilijk aan te zien, en de eenzame uittocht naar nergens is nauwelijks hoopvol. ‘Once it was simple’, verzucht ze op Lionsing; eindeloos complex gekraak en gepiel van Arca schiet stuurloos heen en weer.

Vorige plaat Vulnicura is grotendeels een treurzang op de scheiding en – in haar eigen woorden – de dood van een familie. Björk staat er met haar neus bovenop en trekt uit het trauma een donderstorm, inclusief het gehuil, bliksem, angst, op zoek naar een schuilplaats, desnoods een hol in de grond. Blikseminslag in de Family Tree. Op de plaathoes draagt Björk een wond in haar borstkas; dochter Isadora is dertien en duikt zo nu en dan op als lijdend voorwerp.

We all are struggling, just doing our best / We’ve gone through the grinder, suffered loss
Lost to, to which everything flows, an absence which/ Attracts flora blooming softly

 


Iedereen lijdt
Aldus Björk op Loss – nummer acht van nieuwe plaat Utopia. Iedereen lijdt, tenslotte. Iedereen moet een keer door de molen. Dat met dergelijke relativerende poëzie (en fluiten en harpen) het dossier op Utopia weer dicht kan, blijkt in het geval van Björk echter, wel, een utopie.

Met het voortschreiden van Loss gaan namelijk ook de panfluiten, de herdersfluiten, de dwarsfluiten, de blokfluiten en alles dat maar fluiten kan, door de gehaktmolen. Bij de aanvang van Björks tweede levenshelft moet de banale swing van nineties-dance plaatsmaken voor hysterische beatcollages van (opnieuw) Arca en Rabit.

The Gate
Verrassings-single The Gate schilderde even het beeld van de kindmens Björk: een pastorale fantasie, een onschuldige verschijning met een zilveren fluit. Op met name de tweede helft van Utopia blijft daar maar weinig van over. Op het tien minuten durende Body Memory – tegenbeeld van Vulnicura’s loodzware centrumstuk Black Lake – raakt Björk even aan juridisch dossier Isadora: ‘I’m trapped in legal harness – Kafka-esque’.

 

Wrok
Op Sue Me neemt de hitte toe en komt ze tot een wrokkige uitspraak als: ‘sue me all you want, I won’t denounce her origin’ en krijgen ook de voorvaders ervan langs. Lichaamsloze kreten klinken; alsof er iemand in de andere kamer in elkaar wordt geslagen. En aan Isadora: ‘My deepest wish is that you’re immersed in grace and dignity / You will have to deal with shit soon enough.’ Het doet allemaal pijn, ook voor de toeschouwer, en er lijkt welhaast geen eind aan te komen.

Met de scherpste u-bocht denkbaar eindigt het Utopia dan toch niet in dezelfde vangrail als Vulnicura, maar met fluiten en harpen, orgels, een natuurwandeling en toch een beetje hoop. Vulnicura ging over het lijden van één mens, Utopia moet gaan over liefde en muziek voor alle mensen. Dat mag alvast denkstof zijn voor de volgende editie van het Eurovisie Songfestival, Björk weet er op haar manier toch een intrigerende en opnieuw hyperpersoonlijke plaat van te maken. Al resteert er een hoop zeer.

In een interview met Record Collector uit 2002 omschrijft Björk het nummer All Is Full Of Love als een zwerm vogels die na het onweer tevoorschijn komt. Na de grafgang van Vulnicura is op Utopia is het gezang van vogels dan ook overal. Ze fluiten, maar hebben verder geen flauw benul.