Interview

Monomyth: “De reis die je als muzikant maakt, die stopt nooit”


9 december 2019

Monomyth is een reisbureau, een voertuig en een bestemming in één.’ Dat vinden wij toch wel de mooiste omschrijving van deze Haagse band. Het pionierende vijftal maakt muziek voor de geest, het lichaam en de ziel. Met het nieuwe album Orbis Quadrantis rondt de band op zondag 15 december zijn jaar af in Paard.

De band die in 2013 debuteerde met zijn zelfgetitelde album, bracht later Further (2014) en Exo (2016) uit en gaat met het nieuwe werk Orbis Quadrantis een iets progressievere kant op. De release-tour van de band is in volle gang en onder meer EKKO, Burgerweeshuis, Vera, Merleyn, Melkweg, ’t Beest en Desertfest deed de band dit najaar al aan. Nu we halverwege december toch in de terugblik-stemmingen zijn, bellen we met Monomyth-drummer Sander Evers om te praten over 2019, het nieuwe album en over de toekomstplannen van de band.

Wat voor jaar was het voor jullie?
Evers: “Nou, een jaar was het niet echt. Of juist wel, net hoe je het bekijkt. Ons nieuwe album zou in eerste instantie namelijk in februari verschijnen, tot we te horen kregen dat Peter (toetsenist/gitarist, red.) onder het mes moest en dat kon niet wachten. Toen hebben we alles direct doorgeschoven naar het einde van het jaar, waardoor we best een tijdje uit de roulatie hebben gelegen. Het is uiteindelijk allemaal goed gekomen en de band is terug: daar zijn we echt ontzettend blij mee.”

Monomyth is alweer sinds 2011 bezig: waar staan jullie nu voor je gevoel en hoe zijn jullie als band gegroeid?
“Het uitgangspunt is voor ons nog vrijwel hetzelfde, de muziek moet altijd openstaan om alle kanten mee uit te kunnen. Voor mij persoonlijk ben ik bijvoorbeeld veel meer bezig met stijlelementen, dan dat ik een een potje aan het drummen ben. Ik vind het interessant om een ritme de ruimte te geven en die tot een volle groove te laten komen. Als je dat combineert met stoner, Pink Floyd-pscyhedelica, zwaardere gitaren, zweverige geluiden, mooie klanken, langgerekte nummers en open structuren, dan kan er van alles gebeuren. Zo ontstond er in het begin een curieuze mix die beukt, rockt, zweeft en dansbaar is. Welke elementen we gebruiken, de balans en de sfeer verschilt sterk per album, je kunt er alle kanten mee uit. Wij vinden het ook niet zo interessant om elke keer dezelfde plaat te maken.”

Het nieuwe album heeft met name een andere sfeer en een heel ander geluid. Wat is er voor jouw gevoel anders aan het nieuwe werk?
“We maken veel uitgesponnen nummers die sterk gefocust zijn op bas en drums. Nu vroegen we ons af: hoe kunnen we dat aan de bovenkant, aan de melodische kant, eens anders aanpakken? We zijn op zoek gegaan naar nieuwe melodie-structuren, partijen die in je hoofd blijven hangen. Naar mijn idee is dat het grootste verschil met het nieuwe album ten opzichte van de vorige.”

Jullie zijn nooit echt vast te pinnen op een bepaald geluid of een bepaalde aanpak. Dat is een goed teken voor een band en kunstenaars in het algemeen, maar het is niet altijd makkelijk. Hoe blijven jullie jezelf telkens opnieuw uitdagen?
“Tja, ik vind het leuk om nieuwe invloeden toe te laten. Soms gebeurt dat met meer en soms met minder succes, maar uiteindelijk ontwikkel je daardoor als muzikant. De reis die je als muzikant maakt, die stopt nooit en dat is wat je bij Monomyth denk ik wel terug kunt horen.”

Merk je ook een verschil in het publiek als je een nieuwe stap zet. Komen er bijvoorbeeld andere mensen op de shows af bij dit album?
“Ja, in bepaalde zalen komt er zeker wel een ander publiek op af dan voorheen. Er is nog steeds een flink deel dat al jaren naar onze shows komt, maar ik zie aan de ene kant vaker jongere mensen en aan de andere kant oudere mensen. Dat ze naar je toekomen en zeggen: “Ik heb Pink Floyd en Jimi Hendrix nog live gezien”, echt die leeftijd (lacht). Bij deze plaat zitten er wat meer progrock-elementen in de plaat, misschien dat het daar iets mee te maken heeft.”

Jullie nieuwe album draait rondom een uitgewerkt concept met de zee als thema. Niet alleen hebben de nummers dat gevoel en zijn ze vernoemd naar de vier windstreken in het Latijn, maar er is ook een interactieve website gemaakt en een geïllustreerde zeekaart bij het vinyl gedrukt. Hoe kwam dat zo tot stand?
“Ja, daar zijn we wel even mee bezig geweest. Bij de eerste platen hadden we meer de ruimte, ruimtevaart en sterrenstelsels als thema. Nu kwam Selwyn (basgitarist, red.) met het idee om iets met legendes te doen. Je hebt de Griekse mythologieën, de Noorse. Na daar wat over gelezen te hebben, kwamen we uit bij een aantal zeelegendes en bij het boek Spieghel der Zeevaerdt van cartograaf Lucas Janszoon Waghenaer. In diezelfde periode ontving ik een nieuwsbrief van een vriend van mij, hij was de veejay van mijn oude band 35007 en runt een label. Daarin kwam ik een afbeelding tegen die daar veel van weg had, alleen was deze met pentekeningen gemaakt. Ik besloot een berichtje te sturen om te vragen wie dat heeft gemaakt en dat bleek de kunstenaar Erik Vermeulen te zijn. Toen is het balletje gaan rollen.”

Een belangrijk element tijdens het maken van het nieuwe album, was ook de komst van gitarist Boudewijn Bonenbakker, eveneens een ervaren muzikant, die eerder naam maakte met Gorefest en Gingerpig. Hoe is zijn invloed te merken op Orbis Quadrantis?
“We zijn echt ontzettend blij met zijn komst. Toen we hem belden om te vragen of hij bij ons wilde komen spelen, zei hij meteen ‘ja’. Die beslissing hoor je zeker terug, want ik denk dat hij technisch en theoretisch gezien het meest onderlegd is binnen deze band. Waar dat in praktijk op neerkomt: soms mis je net een puzzelstukje binnen een nummer en wat je ook doet, je vindt hem niet. Nou, Boudewijn is dus precies degene die altijd dat laatste puzzelstukje in zijn achterzak heeft zitten. Tonaal en melodieus maakt hij alles af. Hij maakt alles rond. Deze plaat zien we dus ook als een overgangsplaat. Met ons ene been staan we nog in het ‘oude Monomyth’ en met het andere staan we in versie 1.2, maar we willen naar versie 2.0.”

Heb je daar al een gevoel bij?
“Er leven allerlei ideeën merk ik, maar we zijn er nog niet actief mee bezig. Het leuke is dat het eigenlijk alle kanten uit kan gaan, volgend jaar gaan we daarmee aan de slag.”

Ik kan mij voorstellen dat dat het leuke aan het spelen in Monomyth is: het kan echt alle kanten uit en toch passen bij waar de band voor staat.
“Absoluut! Het lijkt mij bijvoorbeeld wel tof om nog eens een ambient-plaat te maken en dat zou volgens mij prima passen. Maar we hebben ook weleens een soundtrack gemaakt voor een stomme film in EYE en dat was ook ontzettend tof om te doen. Wij staan overal voor open en we proberen zoveel mogelijk dingen uit. Anders kom je ook nooit tot iets nieuws.”

Op vrijdag 13 december speelt de band nog in de Tilburgse Hall of Fame en 15 december een thuisshow in Den Haag.


WEBSITE PAARD | FACEBOOK-EVENT | TICKETS