Interview

LAVALU verzorgt kerkdiensten zonder religie: “Ik hoop dat de liefde zich verspreidt”


26 november 2019

Buiten heerst het vochtige en tochtige novemberweer. Dat zorgt voor wasem op de ramen van het knusse koffiebarretje waar we kamermuzikant Marielle Woltring – zij is LAVALU – in thuisstad Arnhem spreken. Het ontneemt de blik op de drukke Eusebiusbuitensingel en de toegangsstraat naar haar wijk, het Spijkerkwartier, en accentueert vooral nog maar eens de intieme sfeer. Woltring spreekt open, veel en snel over haar nieuwe album Midair. Want er valt eenvoudigweg een hoop over te vertellen.

Tekst & foto’s Niels Steeghs

Het is deel twee van een trilogie waarmee voor haar eindelijk alle Tetrisblokjes precies op de juiste plek belanden. Midair is een ode aan het leven, aan het heft in eigen hand nemen, aan de liefde. En bovenal aan zelfliefde. Zijn wie je zijn wilt. Natuurlijk, de periode rond de release is hectisch. Woltring houdt het voor zichzelf behapbaar door ‘niet maar alles te doen’. De interne bullshitmeter helpt om te kiezen wat er echt toe doet. Geen makkelijke weg, alleen het pad dat goed voelt. Woltring: “De interviews die ik heb gehad zijn over het algemeen diepgaand. De bullshitmeter had ik al, maar die is nog sterker geworden sinds ik een kind heb. En die wordt nog steeds sterker. Naarmate ik ouder word heb ik minder tijd en energie over voor allerlei beslommeringen. Ik heb er geen zin meer in. Liever ga ik terug naar de basis, naar de nitty gritty van wat ik zelf echt belangrijk vind.”

Lachend zegt ze: “Ik heb het gevoel dat ik pas drie keer heb ademgehaald sinds eind augustus. Het is een soort Transsiberië Express. Eind december is de tour klaar en rol ik uit de trein. Maar ik vind het te gek. Het is fijn dat de muziek waar ik zelf nachtenlang, jarenlang aan gewerkt heb, nu aandacht krijgt. Dat is iets om dankbaar voor te zijn. Het is ook vaak zat geweest dat ik even hard had gewerkt aan een plaat, maar dat zo (terwijl ze dat zegt maakt ze het geluid van een vallend object een diepe put, red.) in de leegte valt. Je hoort alleen de echo. Vreselijk. In de loop der jaren ben ik wijzer geworden, heb ik geleerd hoe je een bedje creëert voor een album.”

“Mijn moeder zei al toen ik liet weten dat ik een hang had om het creatieve vak in te gaan: ‘Ik vind het goed, maar één ding: word zakelijk net zo sterk als creatief!’ Ook al toen ik vijftien was. Mijn moeder komt helemaal niet uit een kunstenaarsfamilie, maar ze had het wel door. Ze hield heel erg van de kunsten. Ze zag ook: de enige mensen die het in de kunsten redden, zijn de mensen die zakelijk slim zijn. Zij zelf was ook ondernemer, ze had een massagepraktijk, terwijl ze eerst verpleegster was. Voor mij was ze een voorbeeld. Ze ging volledig voor wat ze belangrijk vond. En is daar succesvol in geworden. Ook hoe zij reclame maakte. Mensen zeiden altijd: je moet in de Gouden Gids staan. Maar ze zei: daar komen hele verkeerde mensen op af. Ze wilde goed werk leveren. En mond-tot-mondreclame is de beste. En de praktijk liep. Zo zeg ik het ook vaak aan het einde van mijn shows: als jij het vet vindt, het je raakt, vertel het door! Liever dat dan dat ik heel veel geld ga uitgeven om in dat of dat blad reclame te maken.“

Gelijkgestemden
Want dat is het precies. Lavalu bouwt aan een gemeenschap van gelijkgestemden. Gestaag, ziel voor ziel. Ze gaat voor de diepgang, voor het raken en voor het verbinden. “Wat ik aanraak met mijn muziek, dat gaat over een soort trilling. Over echt de diepte in durven gaan. Ik merk dat de mensen die op de shows afkomen ook klaar zijn met de onzin en op zoek zijn naar wat ze zelf willen. Wat wil ik? Los van wat de wereld tegen mij zegt. Ook bij de merchtafel daarna, mensen komen terug op wat ik tijdens de show vertel en vertellen over hun eigen uitdagingen, hoe ze gevochten hebben om te zijn wie ze willen zijn, de muren die je tegenkomt. En dat je het toch doet. Iedere keer proberen en dan maar op je bek gaan, dat is volgens mij het leven aangaan. Op moment dat mensen resoneren met wat ik zeg, dan zijn we samen op een zoektocht naar dat wat echt is. De details doen er niet toe, de beweging wel. Ik vind het gaaf om daar op door te bouwen.”

“Vorig jaar had ik één concert waar een goede vriendin van mij bij was. Toen zongen we op het laatst met zijn allen een bepaald nummer over zelfliefde en acceptatie. Het hele publiek zong mee. En zij zei: ‘Dit is het dichtste bij een kerkdienst wat ik in jaren heb meegemaakt en ik vond het te gek!’ Hoe tof zou het zijn als mijn concerten kerkdiensten zonder religie kunnen zijn? Want dan trilt het door in een hele diepe laag. Juist in deze wereld waar de waan van de dag en de angst die ons door media wordt aangepraat regeren. Er móet liefde tegenover staan. En hoe klein die gemeenschap ook is, het maakt niet uit. Dan is er iets verschoven, iets bewogen. Ik ga niet staken in Den Haag, dit is wat ik doe. Ik probeer in mijn concerten zo eerlijk mogelijk te zijn, daar liefde te brengen. En ik hoop dat dat zich verder verspreidt.”

Stille revolutie
In haar bio beschrijft ze hoe ze gebombardeerd werd tot lid van de stille revolutie. En ja, dat slaat ook op het voorgaande, geeft Woltring aan. “Dat waren niet mijn woorden, maar die van een ontzettend goede pianobouwer, de oorspronkelijk uit Letland afkomstige David Klavins. Hij bouwde bijvoorbeeld een enorme, vierenhalve meter hoge piano: de M450. Daar moet je in klimmen met een trap. Die kwam tot stand met hulp van Nils Frahm. Hij zorgde voor de financiering en heeft de piano nu in zijn studio in Berlijn staan. Klavins is een visionair. Ik gaf als eerste artiest in zijn werkplaats in Hongarije een concert op zijn nieuwste Concert Grand model. Hij zei: ‘You are one of us, you are part of the silent revolution.’ Ik snapte het wel. Hij zegt: ‘Ze zien ons niet komen.’ De angst en polarisatie regeren, daardoor hebben we al die vreselijke leiders op dit moment. Omdat we angst laten winnen. De beweging van liefde moet van binnenuit gaan komen, vanuit allerlei kleine plekken. Sterker dan angst. Ik kan nooit de knop omzetten voor anderen, dat moeten ze zelf doen. Ik kan het alleen uitdragen, zijn wie ik ben. Anderen kunnen het oppikken.”

Midair is het tweede deel van de Rise-trilogie. Waar het eerste deel, Solitary High, nog een vooral stilletjes gefluisterd album was (door haar zevenjarige dochter zelfs liefkozend ‘de slaapliedjes’ genoemd), daar is Midair steviger, meer gedecideerd. Het staat als een huis, straalt vertrouwen en levenslust uit. “Solitary High ging over verlangens die ik bijna alleen maar ’s nachts durfde te voelen en te dromen. Sindsdien heb ik veel van dat soort wensen geïmplementeerd. Midair gaat over: nu ben ik midden in de lucht, nu ga ik ervan genieten, leven op mijn manier. Een nummer als Anthem, ik sta er! Dat is best een grote verbetering. Het nummer is een statement voor mij. Ik ga het niet uitleggen, dat is mijn verhaal. Ik kan wel zeggen dat Anthem meer dan welk nummer ook op deze plaat gaat over jezelf omarmen zoals je bent. Het is oké. Dat geldt voor iedereen. Er is eigenlijk niemand die in het plaatje past. Degenen die er wel in lijken te passen zijn heel hard aan het werk om er wel in te passen. Voor mij is het een shoutout naar de hele wereld: sta op in jezelf, ben wie je bent. Laatst in Amersfoort vertelde ik dit ook tijdens een show en kwam er naderhand een vrouw naar me toe, duidelijk geboren als man, in een prachtige jurk. Ze stond voor me en zei: ‘Dankjewel dat je dat zei.’ Wow! Als je jezelf accepteert, dan ben je ook accepterend naar een ander. De mensen die het hardst haten, hebben ook het meeste zelfhaat.”

Het gesprek komt op zijn wie je wilt zijn en het zoeken naar de juiste balans. Voor haar is één ding helder: “Ik zou voor geen goud meer twintiger willen zijn. Dat was een onwaarschijnlijk pittige periode, waarin je zo op zoek bent naar wie je bent en dat puberachtige schaamtegevoel van je af moet schudden. Het is zo’n zoekproces. Na mijn dertigste begon het leven meer logisch te worden, begon ik het te snappen. Nu ben ik nét veertig geworden en kijk ik heel erg uit naar dit decennium en naar de ontwikkeling die zich doorzet. Vroeger ben ik gepest. Ik heb daardoor wel geleerd dat je niet iedereen kunt pleasen. Je moet gewoon gelijkgestemden opzoeken. Anders wordt het heel eenzaam in het leven. Ik hoop natuurlijk niet dat het mijn dochter gebeurt, maar je klimt over de doornen om bij de mooiste roos te komen. Such is life. Die mythe, daarvan zou ik het fijn vinden dat de jonge generatie nu al leert dat die niet bestaat. Wij zijn opgevoed met het idee dat het leven maakbaar is, dat je alles kunt bereiken dat je wil bereiken. Dat is niet waar. En het hoeft ook niet waar te zijn. Je moet zoeken wat belangrijk voor je is, dan kun je ver komen. In een aantal dingen. Dat je één groot mooi gelukkig leven kunt hebben, is best wel een schadelijke mythe. Het succes dat hangt aan deze maatschappij maakt dat het heel snel voelt als je eigen schuld als iets niet lukt. Honderdduizend mensen willen één ding. Dat gaat niet al die mensen lukken.”

Kamermuziek voor nu
Buiten vallen de bladeren, waait de wind guur. Binnen in de op Portugese leest geschoeide koffiebar pruttelt de koffiemachine herhaaldelijk. De huiselijke warmte van dit seizoen past bij de shows die Lavalu doet en bij het verhaal dat ze wil vertellen. Ze haalt vakkundig even de snelheid uit het leven, brengt verstilling in de jachtigheid van alledag. “Dat contemplatieve, het mijmeren, dat zit heel erg in de herfst. Dat voel je. In de zomer is er de drang naar buiten te gaan, het terras op. Dan komt de herfst, het werkseizoen. Dan gaan de oogklepjes op. Mijn muziek daagt daar toe uit. Met vragen over wie ben ik, wat wil ik, waar sta ik. Dus het past mooi bij elkaar.” Daar gaan de nummers ook telkens over. Los komen, jezelf prikkelen, maar ook de pieken en dalen van het leven. Zoals in het prachtige nummer Birds. Woltring: “Dat gevoel van zweven, los zijn van het aardse, bijna het goddelijke aanraken en daarna weer terug naar de aarde moeten. Dat zit daar heel erg in. Dat even alles goed is, vlak voor het leven je – bam – weer met de neus in de modder duwt. Waarna je weer gaat opstijgen. Die beweging, tot de dag dat je doodgaat.”

Met de shows die ze nu doet brengt de muzikante ook de kamermuziek weer terug in het hier en nu. Daar is ze niet de enige in, al stond ze daar in eerste instantie niet eens bij stil. “Ik bracht Solitary High uit, denkende dat ik de enige was met pianomuziek en zang. Maar meiden als Lisa Morgenstern en Hania Rani zingen er ook bij, net als ik. Het is toch een hele beweging, waar ook Nils Frahm en Ólafur Arnalds in passen. Voor mij is dat logisch. Ik kom uit die twee werelden.  Mijn moeder luisterde klassieke muziek, mijn vader popmuziek. Ik speelde klassiek piano, maar ging naar popconcerten. Ik besta uit die twee werelden. Achteraf vind ik het grappig dat ik twintig jaar nodig heb gehad om deze muziek te maken. Het lag zo voor de hand, daar kom ik vandaan.”

“Ik was zo aan het zoeken naar iets dat buiten mij lag. Eerst met jazzmuzikanten, toen met popmuzikanten, ik wilde een indieplaat maken. Na al die omzwervingen kwam ik erachter dat dat het niet was. Maar wat dan wel? Toen ging ik terug naar de basis. Klassieke piano of vleugel, met mijn zang. Ik heb het gevoel dat ik eindelijk mijn eigen stem heb gevonden. Elke plaat die ik gemaakt heb, stond ik met dat ding in handen en was ik niet helemaal tevreden. Hier sta ik honderd procent achter. Mijn hele rugzak, alles wat ik heb meegemaakt zit hier in. Natuurlijk ben ik ook nog andere dingen. Dit is wel de basis. Dit ben ik.”

Door de connecties die ze opdoet lopen de dingen tegenwoordig organisch in elkaar over, ook al omdat ze meer dan ooit op haar gevoel vertrouwt en dat blindelings volgt. Werd Solitary High nog opgenomen in het prachtige en statige Arnhemse Musis Sacrum,  voor Midair toog ze naar Berlijn. “Musis, dat was al zo’n summum. Waar ga je dan deel twee opnemen? Deel één ging ik mixen in Berlijn, bij Peter Schmidt, een waanzinnige mixer. Daar kon ik via-via terecht. Zijn hokje zit schuin boven de Teldex Studio.” Woltring zet een Allo Allo-accent op en imiteert Schmidt: ‘The live room is free, you have to see it, come down!’ Prachtige ruimte! Die houten vloer, een mooie vleugel. En ik wist meteen: hier wil ik opnemen. Ik ben gaan vertrouwen op in dat moment leven. Het was niet makkelijk, maar uiteindelijk zijn we daar via Peter terecht gekomen. Daar binnen valt de historie over je heen. Toen zei de engineer: ‘Martha Argerich zat daar vorige week nog op de piano te spelen.’ Dat is voor mij een van de grootste klassieke musici. Daarna moet je die ruimte even eigen maken. Mijn weg is niet de snelste, maar wordt wel steeds meer gedragen door mensen die ook ontzettend getalenteerd zijn in hun vakgebied. Dat is vet. Het gaat met ups en downs, zoals in het leven, maar ik ben heel blij en dankbaar waar ik nu ben. Vroeger stelde ik mij iets voor als Björk, met een imperium van festivals en grote shows. In plaats daarvan maak ik kamermuziek voor nu. De kracht ervan, de intensiteit van de liveshows is even groot. Daar gaat het om. En ik ben nu in gesprek met een orkest. Ik neig niet meer naar een band, maar des te makkelijker kan ik naar strijkers en blazers toevoegen. Dat lijkt mij een mooie ontwikkeling.”

En ontwikkelen, dat doet ze zeker. Niet voor niets zadelde ze zichzelf op met een ambitieus drieluik. Mede omdat er inspiratie te over was. Er ligt genoeg op de plank om aan te sleutelen. Het slotstuk van de Rise-trilogie moet nog verder vorm krijgen. “Deel drie begint op te borrelen. Daar ga ik vanaf januari verder mee aan de slag, als de neerslag van deze tour in het grind van mijn hersenen door is gesijpeld. Het was een hele snelle keuze om een drieluik te doen, want ik had veel nummers. Ik kijk met nieuwsgierigheid waar het nu naartoe gaat. Het vormt zich, een mens beweegt. Je bent bezig met muziek in de wereld zetten, dat confronteert. Er zijn zoveel bewegingen gaande dat ik na twee jaar weer echt op een andere plek ben. Dat steekt af tegen waar ik was twee jaar terug. Ik ben nu rustig aan het onderzoeken wat er opborrelt. Dit hele proces is een uitingsvorm van mijn zelfacceptatie. En nog veel interessanter dan mij begrijpen, is het als dat je helpt te begrijpen wie je zelf bent.”