Interview

Kevin Morby: “Waar je ook leeft, uiteindelijk inspireert een plaats je steeds weer op een bepaalde manier”


3 juni 2016

Kevin Morby is een excentrieke, maar ook ingetogen en bescheiden jongeman die continu van koers verandert en onderweg verdwaalt in zijn hoofd. Zijn pad bracht hem al langs bands als Woods en The Babies, nu wandelt hij solo verder, met inmiddels drie albums op zak. Hij verslindt boeken bij de vleet en schrijft dagelijks pagina’s vol met dingen die hij niet durft te publiceren. Gelukkig lijken al zijn songteksten op kleine boekjes – verstopt onder lagen van indrukwekkende muziekpartijen – waar hij hartverscheurende verhalen vertelt. The Daily Indie probeert een kijkje te nemen in de gedachtegangen van Kevin Morby.

We ontmoeten de troubadour op een zonnige, zwoele zondagmiddag in de Noord-Amsterdamse Tolhuistuin. Vanavond staat er hier een met muziekliefhebbers gevulde zaal op hem te wachten. Eerder is hij nog naar filmmuseum Eye geweest. “Op mijn eigen woonstad na, heb ik nergens zoveel musea bezocht als hier”, zal hij later die avond lachend aan de zaal toevertrouwen.

In 2013 verhuist Morby van New York City naar Californië, een beslissing die zijn laatste album – Singing Saw – op vele manieren heeft getekend. Bijvoorbeeld door de natuur. Echte schoonheid heeft ook een donkere kant, net als de prachtige maar toch ook dorre natuur in deze staat. Het maakt van Singing Saw een bloedmooi album met een schurend laagje. Maar ook in zijn werkwijze is de muzikant erg beïnvloed door zijn nieuwe woongebied. “Mijn huis is omringd door behoorlijk wat natuur. Het is de eerste keer dat ik ooit in zo’n omgeving heb gewoond. Het gaf me veel ruimte, stilte en privacy waardoor ik goed kon werken en kon verdwalen in mijn eigen hoofd. Weg van alle afleiding.”

Het is niet zijn eerste verhuizing. Morby is geboren in Texas, maar door de drukke baan van zijn vader verhuist hij al snel. Eerst naar Lubbock, daarna naar Detroit, Tulsa, Oklahoma City en uiteindelijk naar Kansas City. Op zijn achttiende verlaat hij zijn school zonder diploma en springt hij in de trein naar Chicago en vervolgens naar Cleveland. Na wat wispelturig gereis woont hij uiteindelijk een flinke tijd in New York City. Die stad heeft hij echter alweer verlaten; nu is hij gesetteld in Los Angeles. “Ook hier zal ik niet voor altijd blijven wonen. Bovendien ben ik continu op tour, continu op reis. Maar het is heel erg fijn om een veilig plekje te hebben om naar terug te gaan. Dat ik gewoon naar huis kan gaan om nieuwe muziek te maken.”

Morby’s eerste album, Harlem River, is volledig geïnspireerd door New York City. De leefomgeving lijkt hiermee dan ook altijd een bijzondere rol te spelen in zijn nummers. Maar kiest hij de plekken uit die hem op deze manier inspireren, of kan het overal gebeuren? “Ik denk dat het gewoon gebeurt. Waar je ook leeft, uiteindelijk inspireert een plaats je steeds weer op een bepaalde manier. Natuurlijk ga ik op zoek naar interessante plekken om te wonen, dus ik denk dat ze ook vooraf al inspirerend moeten zijn voor mij om er überhaupt te willen wonen.” De volgende woonplaats heeft hij overigens alweer in gedachten. “Ik vind Portugal geweldig, ik zou daar heel graag willen wonen op een dag.”

Zoals veel andere artiesten laat Morby zich niet alleen inspireren door persoonlijke ervaringen. Zo gaat de single I Have Been To The Mountain over een Amerikaanse man die werd gewurgd door een politieagent. “Dat was een afgrijselijk nieuwsitem, dat een erg grote rol speelde in mijn land op dat moment. Het was overal om mij heen. Ik begon een nummer te schrijven en had pas halverwege door dat het daarover ging, zo onbewust kunnen die dingen gaan. Ik krijg niet per se de kans om onderwerpen te kiezen, het is meer alsof ze mij kiezen. Ze grijpen op de een of andere manier mijn interesse. Een verhaal in het nieuws, iets wat ik op straat zie gebeuren, iets in mijn nabije omgeving… van alles.”

Ondanks de diverse onderwerpen zijn alle nummers op Singing Saw geschreven vanuit de ik-persoon. “Geen idee waarom,” zegt Morby. “Soms is het goed om te schrijven vanuit een karakter-perspectief. Het bevordert de creativiteit. Een nummer vanuit een ik-perspectief kan heel eng zijn om te maken, maar als je je verplaatst in iemand anders is het meer alsof je een masker draagt en kun je bepaalde angsten beter onder controle houden. Maar soms verplaats ik mij zó erg in een persoon dat ik daar een bepaalde band mee krijg. In dat geval voel ik mij tijdens het schrijven daadwerkelijk iemand anders.”

Eén ding staat buiten kijf: de verhalen van Morby zijn stuk voor stuk duister. Zo komen de dood en vormen van angst regelmatig terug in zijn nummers. “Ik denk dat het komt doordat dat de interessantste verhalen zijn. Er is iets met tragische of donkere verhalen… Er is altijd een moraal. Iets om van te leren, iets wat je meesleept in een verhaal. Dat vind ik er mooi aan. Het is goed als mensen vrolijke verhalen schrijven, maar voor mij is er dan nauwelijks iets te zeggen.” Naast de dood speelt ook religie een grote rol in de nummers van Morby, ondanks dat hij niet religieus is opgevoed. “Ik ben opgegroeid in een erg religieus gedeelte van Amerika. Het is een beetje zoals wat ik net vertelde, over iemand anders zijn. Ik vind religie een erg bijzondere manier om een verhaal te vertellen en kruip dan ook graag in de huid van iemand die gelooft.”

Het vergt flink wat moeite om de nummers van de songwriter te doorgronden. Zijn teksten gaan schuil achter een schild van verborgen of dubbele betekenissen, al te beginnen bij de titel van zijn album. Een ‘singing saw’ wordt gebruikt als een doodgewone zaag, maar kan ook een muziekinstrument zijn. “Die schudde ik zo uit m’n mouw. Ik schreef een nummer, en op een of andere manier ging dit over een ‘singing saw’, ik weet niet goed waarom. Maar plotseling wist ik het gewoon. Een singing saw staat voor angst, iets wat je oprecht pijn zou kunnen doen. Maar als je de moed toont hem op de juiste manier vast te grijpen dan maakt het een prachtig geluid.”

In het titelnummer zingt Morby: ‘Got a songbook in my hand / got up the hill so I could get rid of it.’ Het is een tekst die verwijst naar een hoofd dat overuren maakt door het voortdurend schrijven van nieuwe muziek. “Het is een goed probleem om te hebben,” zegt Morby. “Ik schreef belachelijk veel nummers, en het overgrote deel is niet op het album gekomen. Maar dit was het laatste dat het album wél gehaald heeft. Op dat moment duizelde het voor mijn ogen.” Van de ruim twintig nummers die hij rond de tijd van Singing Saw schrijft, halen er slechts negen het album. “Op een gegeven moment klaart de storm van inspiratie en nummers op en dan is het ineens duidelijk. Je verandert een beetje in een ouder; je kent de nummers door en door. Plotseling zie je de dunne draadjes die bepaalde nummers met elkaar verbinden.”

De artiesten die Morby hebben gevormd zijn Leonard Cohen en Bob Dylan, vertelt Morby: “Een grote reden hiervoor is dat ze allebei zulke ongelofelijk goede songwriters zijn, maar absoluut niet de beste zangers. Dat geeft mij de zelfverzekerdheid dat ik het ook kan. Veel arrangementen op Singing Saw zijn ook geïnspireerd door hun albums, bijvoorbeeld door de liveplaat van Leonard Cohen in Londen in 1970. Als songwriter maak je uiteindelijk veel verschillende soorten albums, en dit is een type dat ik altijd al wilde maken; met grote arrangementen.”

En het volgende album? “Die is klaar! Ligt al op de plank, hij is veel meer rock-’n-roll.” Maar goed, nu staat Morby’s leven natuurlijk nog volop in het teken van Singing Saw. Liet Morby zich op zijn vorige platen al beïnvloeden door rivieren en bergen, dit album is volledig ‘on the road’ ontstaan. Een album zonder thuis. De touragenda staat vol, en het einde van Morby’s soloreis lijkt nog lang niet in zicht.