INTERVIEW: Moon Tapes
3 juni 2016
Niks geen The Black Keys voor Joep Meyer (22). Zijn band Moon Tapes heeft het vizier gericht op het Manchester van de jaren ’80 – The Smiths, The Stone Roses; dat soort dingen. Is dit ‘the resurrection’ van Madchester? The Daily Indie volgt de Amsterdamse band op weg naar zijn eerste optreden in het dan weer oer-Hollandse Paradiso.
Veel Nederlandse bands lieten zich de afgelopen jaren door de sixties inspireren. Jacco Gardner bracht de psychedelica naar de Lage Landen, en met PAUW kregen we zelfs onze eigen Pink Floyd uit de polder. Niet de band Moon Tapes; zanger Joep Meyer haalt zijn inspiratie uit de Britse muziek van de jaren ’80 en vroege jaren ’90. Het was de tijd van The Smiths, The Stone Roses en later Madchester; de levendige muziekscene die Manchester in die tijd had. Vrijwel iedere show covert Moon Tapes iets van The Stone Roses, en ook hun eigen nummers ademen diezelfde soort sfeer.
We vinden de bandleden op 23 december in het Amsterdamse poppodium Q-Factory; de plek waar ze wekelijks oefenen. De buurt waarin het podium zich bevindt, winkelgebied Oostpoort, oogt even grauw als Manchester. Het Parool omschreef het onlangs terecht als een sfeerloos winkelcentrum; het staat er vol met fantasieloze, moderne gebouwen, en bomen ontbreken. Het analyseren van architectuur is overigens wel het laatste waar Moon Tapes op dit moment mee bezig is. Over twee weken, op 3 januari, speelt de band voor het eerst in Paradiso; in de Grote Zaal. Dit is hun laatste oefensessie voor die show.
Als we binnenkomen, spelen de bandleden een nummer met een diepe, inventief klinkende bas. Het is een nieuw nummer, vertelt bassist Sjaak Thissen (21). “Joep heeft het vorige week geschreven. Dit was de eerste keer dat ik erop meespeelde.” Samen met Meyer, gitarist Django Duijns (22) en drummer Roemer Vermeulen (28) neemt hij plaats op de bank naast The Daily Indie.
Meyer doet als frontman het meest het woord. Als hij praat hoor je zijn zachte g; het bewijs van zijn Limburgse wortels. Meyer vertelt dat hij een paar jaar geleden naar Amsterdam verhuisde om Sociale Geografie te studeren aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). In het begin had hij nog geen officiële band, maar wel speelde hij vaak samen met andere muzikanten. “Ik werd gek van de smaak van anderen,” zegt hij. “Iedereen die ik kende hield van The Black Keys en wilde bluesrock spelen. Niemand vond van mijn soort bands leuk; The Stone Roses, The Smiths en Arctic Monkeys.”
Uit pure wanhoop besloot hij een oproep op een muzikantencontactwebsite te plaatsen: ‘bandleden gezocht’. “Ik had er een lijstje bij geplaatst met de bands die ik goed vind. Ik had geen idee of dat iets op zou leveren.” Dat deed het wel, want al na een dag kreeg Meyer een bericht van Duijns. “Hij zei: ‘ik hou ook van The Stone Roses.’ Dat was voor mij voldoende.”
Al de volgende dag zoekt Meyer hem op. Duijns woont in een tuinhuisje in Amsterdam-West. Een studie volgt hij niet; hij maakt muziek, en dat is het. In dat tuinhuisje heeft Duijns een kleine studio gebouwd. Na een dag spelen hebben ze twee nummers opgenomen; Duijns en Meyer worden al snel een schrijfduo.
Omdat ze ook een drummer en bassist nodig hebben, plaatsen Duijns en Meyer opnieuw een oproep. Na eerst een minder geschikte drummer te hebben gehad, vinden ze Vermeulen, een barista uit Amsterdam-West en een voormalig student Drums aan de Academie voor Popcultuur (AvP) in Leeuwarden. Het klikt, en na twee tijdelijke bassisten sluit ook Thissen, een student Sociologie aan de UvA, zich bij de groep aan.
Nu, anderhalf jaar later, is Moon Tapes al het hele land door getourd met muziekfestival de Popronde. Toch zien de bandleden het concert in ‘poptempel’ Paradiso als een mijlpaal. Terwijl Meyer erover vertelt, vouwt hij ietwat nerveus met een folder. Thissen gaat telkens met zijn hand door zijn haar. Zijn ze zenuwachtig voor dit optreden? “Ik wel,” geeft Thissen meteen toe. “De andere drie hebben al eens eerder opgetreden in Paradiso, maar ik niet. Het wordt dus echt mijn Paradiso-doop.” Opeens legt Meyer de folder weg. “Zenuwachtig? Ik niet,” zegt hij. “Ik heb er vooral zin in.” Vermeulen en Duijns knikken: zij ook. Thissen lacht: “Wrijf het er maar in.”
Twee weken later in Paradiso valt er van die al dan niet gespeelde kalmte weinig meer te merken. Bij de deur deelt Vermeulen kaartjes uit aan vrienden. Hoe het met hem gaat? “Ik ben ontzettend zenuwachtig,” zegt hij. In de zaal loopt Duijns gespannen voor zich uit te kijken. Ook gespannen? Ja, ook híj is gespannen.
Moon Tapes is een van de eerste bands die vanavond speelt. Alhoewel het nog maar 5 uur is, is het al behoorlijk druk in de zaal. Tussen het publiek staat Jente Lammerts (18). Samen met Jasper Boogaard (18) runt ze het indielabel Coaster Records. Moon Tapes bracht in november zijn eerste – titelloze – EP uit, en Coaster Records zorgde ervoor dat deze ook op cassette verscheen. “In één dag waren we al door onze hele oplage heen,” lacht ze. Of ze zelf wel eens naar cassettes luistert? “Ja, natúúrlijk!”
Dan komt Moon Tapes het podium op. De band speelt The One, een nummer van die EP. “You are the one,” zingt Meyer met een warme toon, alsof hij zich direct tot het publiek richt. Het zijn vanavond niet alleen gewone bezoekers in Paradiso, de voorste rijen zijn gekaapt door familieleden en vrienden.
Thissen en Duijns zien er op het podium behoorlijk Madchester uit; Thissen draagt een Nike-shirt en Duijns een jasje van Adidas. Als klap op de vuurpijl speelt Moon Tapes een cover van I Wanna Be Adored van The Stone Roses. “Dit nummer is van The Smiths,” kondigt Meyer hem aan. Zijn het de zenuwen, of was dit een grapje? Dat laatste, lacht Meyer als we elkaar na de show zien: “We zijn een band met heel veel humor, maar niemand ziet het. Alleen wijzelf.”
Na het afbouwen, lopen we naar Café de Spruyt aan de Lijnbaansgracht; ver weg van de drukte in Paradiso. Hoe voelde de ‘Paradiso-doop’ voor Thissen? “Echt uniek,” zegt hij enigszins dromerig. “Alsof het in een flits voorbij was.”
Ook in Paradiso waren ze overduidelijk aanwezig; de Britse invloeden. Hoe heeft de 22-jarige Meyer de jaren ’80- en ’90-bands eigenlijk ontdekt? “Via de Arctic Monkeys,” zegt hij. Door naar hun invloeden te kijken, ontdekte hij The Smiths en The Stone Roses. Is de sportkleding van de band ook een opzettelijke verwijzing naar Madchester-tijd? De band moet hard lachen, waarna Thissen over zijn Nike-shirt toegeeft: hij houdt ervan om hun imago op het podium een beetje aan te dikken.
Alleen spelen in Nederland, dat is niet het doel van Moon Tapes. Nadat hun EP in november verscheen, mailde Duijns daarom veel internationale blogs. Opeens werd over Moon Tapes geschreven in landen als Japan, Spanje en Groot-Brittannië. Saillant detail is hierbij wel dat de blogs die over Moon Tapes schreven, niet dezelfde zijn die Duijns zelf benaderde. Oftewel: internationaal is er veel spontane interesse. Dit merk je ook aan de Spotify-luisteraars van hun debuut-EP. Zij komen veelal uit Amerika, weet Thissen. Vermeulen: “We worden op dit moment meer in het buitenland opgepikt dan in Nederland. Dat vind ik vrij bijzonder.”
Het brengt ons tot de hamvraag: is Nederland eigenlijk wel geschikt voor de oer-Britse sound van Moon Tapes? Daar zijn de bandleden zelf ook nog helemaal niet over uit. De top 40 zullen ze in ieder geval niet snel halen, denkt Meyer. “Bovendien: weinig mensen in Nederland kennen de bands waar wij het over hebben.” Thissen: “Je hebt hier in Nederland bijvoorbeeld ook heel weinig shoegazebands. Wij kennen ze allemaal; we hebben met al die bands gespeeld.” Duijns denkt even na, en concludeert dan: “Niet om arrogant over te komen, maar er zijn in Nederland geen bands met dezelfde sound als wij.”