Interview

Jordan Mackampa: “Je ziel zal je nooit de verkeerde kant opsturen”


15 april 2020

Jordan Mackampa zijn verhalen en ervaringen gaan dieper dan de Marianentrog. Daarom gaat dit interview eigenlijk niet echt over zijn op 13 maart uitgebrachte album Foreigner. Nee, de Londense muzikant heeft zijn hart steevast op zijn tong liggen, dus ons gesprek ging al snel langs onderwerpen als liefde, rouw en racisme.

Jordan heeft verhalen te vertellen die het bekijken en luisteren waard zijn, ook als je zijn muziek nog niet kent. Hij groeide op in Londen en luisterde naar de muziek waar zijn moeder van hield. Zo zullen Motown-acts als Diana Ross en The Four Tops niet de enige gemene delers zijn die we tijdens dit gesprek verkennen en niet de enige pijlers die je zult herkennen in zijn muziek.

“Weet je nog, toen MTV nog alleen maar muziek programmeerde”, grapt de jonge muzikant aan het begin van ons gesprek. “Daar hoorde ik bijvoorbeeld James Brown voor het eerst. Ik wilde meteen weten wie die mensen waren. Dat heeft mij nooit meer los gelaten. Als je nu Marvin Gaye voor mij opzet, dan maakt het niet uit waar ik mee bezig ben. Dan laat ik alles vallen en zing ik uit volle borst mee.”

Knokken voor je eigen geluid
Die overgave aan muziek en emotie is kenmerkend voor hem. Jordan volgt zijn gevoel, ook als dat betekent dat mensen het niet met hem eens zijn. Het resultaat daarvan is bijvoorbeeld terug te horen op Care For Your Mother, waarvan iedereen vond dat de drums uit de song gelaten moesten worden. Jordan heeft moeten knokken om het nummer te laten zoals het was, omdat hij vond dat de emoties die hij wilde overbrengen complexer waren dan alleen verdriet. Het werd een ode aan de dingen die hij zelf graag van zijn vader had willen horen. Omdat hij zonder hem opgroeide, maar dankbaar is voor de hechte band met zijn moeder, heeft het liedje ook iets enerverends. Een ode, als het ware. Mét drums.

Racisme en opvoeding
Als je langer naar hem luistert, dan kun je niet anders dan concluderen dat die ode absoluut terecht is. Jordan was pas één jaar oud toen hij met zijn moeder en zus in Noord-Londen kwam wonen en daar was het leven niet gemakkelijk. De Mackampa’s waren een van de weinige zwarte families en werden niet bepaald met open armen ontvangen. Terwijl Jordan heel specifieke herinneringen heeft aan de rassenhaat die hij van dichtbij meemaakte, is dat niet waar hij zich op richt als hij over zijn opvoeding vertelt. “Mijn moeder is zo belangrijk voor mij. Ik begreep pas toen ik wat ouder was voor welke uitdagingen zij heeft gestaan, maar we hebben daar uiteindelijk heel uitgebreid en diepgaand over kunnen praten.” Racisme was de grootste oorzaak voor veel van die uitdagingen. Terwijl hij dat erkent en benadrukt dat die problematiek nog steeds relevant is, niet alleen in Noord-Londen, kijkt hij toch terug op een goede opvoeding. “Mijn moeder heeft mij heel nuchter en evenwichtig grootgebracht. Daar ben ik dankbaar voor.”

“Je intuïtie is je beschermengel”
Zoals gezegd neemt Jordan geen blad voor de mond. De oprechtheid waarmee hij zich uit kan mensen die hem én zijn muziek net leren kennen soms afschrikken. “Soms is een emotie of een ervaring die ik deel nieuw voor mensen. Ik heb mensen per ongeluk weleens geshockeerd door te vertellen over de dingen die ik heb meegemaakt. Ik maak het mensen niet expres ongemakkelijk, maar ik ben nu eenmaal zo.” De Londenaar gaat zijn eigen weg en laat zich niet zomaar veranderen. Hij gelooft steevast in het volgen van zijn intuïtie. “Weet je wat het is, Arlette. Je moet je gevoel volgen. Iemand zei ooit tegen mij dat je intuïtie eigenlijk je beschermengel is, die probeert voor je te zorgen. Daarom moet je daar altijd naar luisteren. Als je intuïtie je iets over iemand zegt, en je volgt dat, dan zal je ziel je nooit de verkeerde kant op sturen.” Met een geestdrift alsof hij er onmiddellijk de barricades voor op zou gaan, vervolgt hij zijn betoog. “Ik verander alleen als ik denk dat dat beter voor mezelf is. Als ik onder druk gezet word om een keuze te maken die niet bij mij past, ga ik meteen de andere kant op.”

Op de vraag of hij dat niet lastig vindt, zo onverbiddelijk zichzelf te zijn, krijg ik een vrij direct antwoord. “Nee.” Jordan zet mij aan het denken door zijn overtuigingskracht. “De maatschappij vindt dat je het op je dertigste gemaakt moet hebben. Dat slaat toch nergens op”, vraagt hij zich af. Ik ben op het moment van schrijven 28 en, laten we wel wezen, redelijk eigenwijs. Dat moet misschien ook wel, als freelancer. Jordan (25) en ik hebben bijvoorbeeld allebei geen rijbewijs. “Is dat nou iets om je een minder succesvol of goed mens om te voelen? Omdat je geen voertuig kunt besturen? Nee, joh. Omring jezelf met mensen die je zien voor wie, niet voor wat je bent. Blijf dichtbij jezelf, dan vind je vanzelf het juiste pad. Dat ben je jezelf verplicht. Ook als het pijn doet.”

De rode draad van een conceptalbum
Er is voor die pijn geen simpele, snelle oplossing. Je moet het doormaken, overleven en recht in de ogen aan kunnen kijken, daar zijn we het over eens. Muziek is een onmisbaar onderdeel van dat proces. “Ik schrijf de liedjes die ik vroeger zelf nodig had. Toen de muziek er voor mij was, maar de emoties niet toereikend waren. Soms voelt het nog steeds alsof ik de enige ben die bepaalde dingen heeft meegemaakt.” De Londenaar is van mening dat de beste artiesten liedjes maken voor iedere emotie en voor ieder moment. Toch zou het zomaar kunnen dat we op een dag een conceptalbum van zijn hand mogen verwelkomen. “Het lijkt mij prachtig om een hele plaat om één thema heen te kunnen bouwen. Neem nu rouw, bijvoorbeeld. Dat je jezelf opsluit en probeert te negeren dat je een dierbare bent verloren. Misschien de duistere kant van je ziel verkent, met drugs of een andere verslaving, of er juist gezond mee omgaat en uiteindelijk bij die acceptatiefase komt. Dat je omarmt dat je zoveel van iemand hield die er niet meer is. Hoeveel muziek zit daar wel niet in? Al die aspecten die als een rode draad terugleiden naar dat ene thema? Dat lijkt mij prachtig.”

Jordan Mackampa speelt op 2 september 2020 in BIRD, Rotterdam en een dag later in het Utrechtse TivoliVredenburg.