Invloed van buitenaf: Sophie Straats haat-liefdeverhouding met Amsterdam
13 april 2021
Sommige bands ademen de sfeer van een landschap of stad waarin de liedjes ontstaan. Hoe sijpelt inspiratie van buitenaf door in de muziek? In deze serie onderzoeken we de invloed van de omgeving op het creatieproces van artiesten. Sophie Straat blaast het levenslied nieuw leven in en bezingt Amsterdam op een kritische wijze.
Tekst & fotografie Lisanne Lentink
Nee, Sophie Straat droomde niet van een carrière als smartlap-zangeres. Een jaar geleden had ze zelfs nog nooit op een podium gestaan. Nu heeft ze een Edison gewonnen, stond ze op het digitale Noorderslag, in het voorprogramma van Dré Hazes in Ziggo Dome en alle kranten, radio en andere media pikken haar verhaal op. “Het is helemaal uit de hand gelopen”, vertelt Straat als we haar spreken in haar geliefde stad. Vorig jaar maakte ze als afstudeerproject een documentaire over gentrificatie in Amsterdam. Toen ze een soundtrack nodig had, besloot ze deze zelf te maken en haakte producer Wieger Hoogendorp aan.
Uit deze samenwerking kwam, naast een liefdesrelatie, een album voort met principiële smartlappen en de hit Tweede Kamer samen met Goldband. “Ik was altijd al aan het schreeuwen. Niet aan het zingen, maar wel aan het schreeuwen. Altijd al kritisch en aanwezig.” Nu heeft ze een podium voor haar onbedwingbare maatschappijkritiek.
Levenslied over gentrificatie
Het voelde voor Straat als een logische stap om voor smartlappen te kiezen. Het genre is niet alleen sterk verbonden met Amsterdam, maar bevat ook veel protestliedjes, zoals van de Zangeres Zonder Naam of het Klein Orkest. “Het is een groot gedeelte van onze cultuur. Iedereen heeft opa’s en oma’s die er graag naar luisteren. Of als je in de kroeg hebt gewerkt, dan zet je het ook wel eens op. Ik luisterde er ook wel graag naar als ik dronken aan het worden was. Tegenwoordig ook als ik nuchter ben.” Met haar teksten en uitstraling spreekt ze een brede doelgroep aan: de oudere generatie die het levenslied altijd al waardeerden, maar ook hippe millennials die zelf onderdeel zijn van de gentrificatie die Straat aan de kaak stelt.
Eigenlijk is ze zelf een kind van de gentrificatie. Bijna letterlijk. Ze werd geboren in De Pijp als dochter van een Britse moeder en een Amerikaanse vader. Ze waren een van de eerste met een bakfiets: handig en groen. “Het was heel leuk om daar op te groeien. Ik heb nog steeds dezelfde vriendengroep als vijftien jaar geleden. Iedereen komt uit De Pijp. Als mensen het nu hebben over de multiculturele samenleving dan is het echt niet multicultureel, maar mijn basisschool was echt goed gelukt. Alle kleuren van de regenboog, echt elke afkomst. Het was heel gezellig.” Straat zag haar oude wijk veranderen. “Ik liep toevallig gisteren langs mijn oude basisschool en de school was net uit. Er stonden alleen maar witte ouders.” Niet alleen de mensen zijn veranderd, ook de plek zelf. Straat maakt zich druk om de lokale ondernemers die plaats moeten maken voor generieke koffietentjes. “Door die veranderingen kunnen de oude bewoners er niet blijven wonen, zij kunnen zich die plekken niet veroorloven. Eigenlijk worden er mensen weggeduwd. Het is kut dat verandering ten koste gaat van mensen.”
Haat-liefdeverhouding met Amsterdam
Voor haar studie woonde Straat tijdelijk in Den Haag. Toen ze terug wilde naar haar geboortegrond bleek het bijna onmogelijk om woonruimte te vinden, laat staan iets betaalbaars. Ze zingt er ook over in het nummer Geluk: ‘Is dit de prijs die ik voortaan betaal? Amsterdam, Amsterdam, waar moet ik wonen dan? Amsterdam, Amsterdam, waar ik zo naar terug verlang. Amsterdam, Amsterdam, het gaat niet lukken, ben ik bang. Er is geen plek die mij zo gelukkig maken kan.’ Inmiddels is het gelukt. Ze woont weer in Amsterdam. “Nou ja, gelukt. Ik heb er wel wat idealen voor aan de kant gelegd. Het is heel klein. Ik woon met drie huisgenoten en we zitten op elkaars lip. Het is veel duurder dan wat ik in Den Haag betaalde. Maar het is wel dichtbij mijn moeder en mijn vrienden in De Pijp, dus dat is heel fijn.”
Amsterdam is haar thuis: “Ik merk dat het zoveel rust geeft nu ik hier woon. Dat is natuurlijk gek, want het is hier heel druk en er zijn veel prikkels. Den Haag was echt de plek waar ik werk en studeerde. Nu heb ik ook een plek waar ik niet altijd bezig ben met werken.” Ze heeft veel kritiek op de gedaanteverwisseling van De Pijp, toch wil ze nergens anders liever wonen dan daar. “Het is een soort haat-liefdeverhouding. Het is nog steeds mijn buurt. Elke keer als ik over de Albert Cuyp steek, dan denk ik alleen maar: o, jullie zijn allemaal zo vervelend. Ik kan mij zo irriteren, dat ik denk dat het misschien maar beter is om hier niet te gaan wonen.” Ondertussen speelt ze met het gouden Ajax-kettinkje om haar nek.
Vermoeiende principes
Wat als ik nou eigenlijk ook verlang naar een authentiek huis in een opkomende buurt met een leuk koffietentje op de straathoek. Is dat erg? “Je kan best in die wijken gaan wonen en koffie drinken, maar het helpt al wel als je je bewust bent van je positie in een stad. Je wilt ook je eigen leven leiden, dat moet je ook lekker doen natuurlijk. Er zijn geen regels hoe je moet leven, maar ik denk dat het wel belangrijk is om solidair te blijven met de mensen die er al wonen.” Voor zichzelf is Straat veel strenger. “Al die principes die ik heb om mee te leven, dat is soms ook vermoeiend. Ik denk nu steeds: ik ga geen gentrificatiekoffie of gentrificatiebroodje meer halen. Dan ben ik soms een uur aan het zoeken naar een chille tent. Ik let erop dat er geen gigantische rij voor de deur staat of dat ik weet dat het er al langer dan twintig jaar zit.”
Haar liedjes zijn pijnlijk herkenbaar. “Daarom heet het album ook ‘T is niet mijn schuld. Omdat ik ook deel ben van het proces. Het ironische probleem is dat iedereen zegt: het is niet mijn schuld. Het is niet mijn schuld dat de bakker sluit. Nee, natuurlijk is het niet jouw schuld, maar wel een beetje.” De boodschap is duidelijk. De volgende keer toch maar een doodgewoon kopje koffie in plaats van dat cold pressed sapje met gember en kurkuma. Of misschien stiekem toch een cinnamon roll met een flat white? Als je het niet op Instagram zet, dan kan het geen kwaad toch? Niet aan Sophie Straat vertellen, hoor.
Invloed van andere muziek
Wat zijn haar muzikale invloeden? Straat kiest één liedje dat haar inspireert en we maken een portretfoto terwijl we samen naar dit nummer luisteren.
Sophie Straat luisterend naar Klein Orkest – Laat mij maar alleen
“Weet je wel dat je op vakantie gaat en dat je één liedje hebt dat je steeds aan het luisteren bent? Dat hadden Wieger en ik met dit liedje toen we naar Berlijn gingen vorige zomer.” Toen ze het liedje Tweede Kamer schreven kwam dit nummer van Klein Orkest terug als inspiratie. “Het is echt een vrolijk deuntje, maar het onderwerp is serieus. Precies wat je ook bij Straats muziek terug hoort. Een flinke teug humor met een dik Amsterdams accent. Toch voel je dat het menens is.