Interview

INTERVIEW: Will Butler


30 april 2015

Al tien jaar lang ben je één van de bandleden van het grote Arcade Fire. Will Butler kan het zeggen. En toen hij na de lange ‘Reflektor’-tour niet eens moe bleek te zijn, was het voor hem duidelijk: tijd voor een soloplaat. Voor het eerst staat nu alleen zijn naam pontificaal op een albumhoes, posters en concertkaarten. Will Butler als frontman, muziek aan het spelen die alleen door hem gemaakt is. Een uur voor zijn show in de Melkweg sprak The Daily Indie met de man met alle goede wil van vrienden, collega’s en fans achter zich.

“Een ding was duidelijk: ooit zullen deze liedjes het levenslicht zien. Een aantal songs lag klaar, wachtend om uit te komen. Het moment klopte, de tijd en de mogelijkheid lagen voor het oprapen. Arcade Fire staat als een huis en de tournees zijn inmiddels heel erg beschaafd door de goede organisatie. Na de tour rond ‘Reflektor’ had ik niet eens het gevoel een jaar lang te willen slapen. ‘I feel great, let’s do this!’ Toen dat besef eenmaal doordrong, ben ik direct meer songs gaan schrijven. Ik denk dat ik voor altijd blij zal zijn met Arcade Fire, maar ik wilde daarnaast iets voor mezelf doen. Dan heb ik nóg iets om heel erg blij mee te zijn, hoe gaaf is dat?”

Drive
Tussen ‘Reflektor’ en ‘Policy’ kwam ook de soundtrack van de Spike Jonze-film ‘Her’ uit, waar Butler ook een grote muzikale rol in speelde. Het leverde hem en Owen Pallett een Oscar-nominatie op voor Best Original Score. Was het direct doorpakken voor ‘Policy’ zijn manier om de aanwezige drive vast te houden? “Dat heeft zeker met ‘Her’ en de nominatie te maken. Heel Arcade Fire heeft aan de muziek meegewerkt. Daarna hebben Owen en ik de muziek bewerkt en klaargemaakt voor de film, wat meteen de reden is dat wij de nominatie kregen toebedeeld. Er hebben zo veel creatieve koppen aan die soundtrack meegewerkt dat het juist nu fijn was om iets te doen waar maar één creatieve kop achter zit. Na ‘Reflektor’ gaf ‘Her’ ook net dat extra beetje goede wil dat ik kennelijk nodig had. Het is een prachtig project waar mijn naam aan verbonden is, dan is nu hét moment om mijn naam aan nog iets tofs te verbinden.”

The Guardian
En Butler was zelfs na het maken van ‘Policy’ nog niet klaar. Nog voor de plaat uit was, schreef hij vijf songs voor de Britse krant The Guardian, die ingaan op het nieuws en de politiek van dat specifieke moment. “Jaren geleden heb ik een stuk voor The Guardian geschreven, net als Regine (Chasagne, mede-bandlid in Arcade Fire – red.), dus de contacten waren er. ‘Policy’ is een politieke plaat zonder dat de politiek direct benoemd wordt. Het voelde als een mooie stap die goed naast het album paste. De vijf songs zijn een soort extreme versies van ‘Policy’, want ze gaan letterlijk over politiek, beleid en het nieuws. Het is ook heel snel geschreven en opgenomen. Het is de bedoeling dat ‘Policy’ heel vers en snel uitgevoerd overkomt en de songs voor The Guardian zijn een ultieme variant daarvan. En dit heeft tegelijk de liveshows uitgebreid. Het zou zonde zijn om een hele tour op te zetten als je per avond maar 27 minuten aan materiaal kan spelen.”

Hipstereten
Maar tussen alle politieke boodschappen van Butler is er specifiek één songtekst die er tussenuit springt: het in What I Want gezongen ‘I know a great recipe for pony macaroni’. Wat is de gedachte hierachter? “Fun fact: ik heb ooit paardenvlees gegeten in een Belgisch restaurant, haha. What I Want is een soort verdraaid liefdeslied. Het gaat over iemand die tegen je zegt ‘als jij met me uit gaat koop ik een pony voor je’, wat op zich al een gekke belofte is, ‘en die pony kunnen we dan slachten, en opeten.’ Dat is pas romantisch, toch? Misschien net iets tè romantisch, haha. Het is mijn overdreven manier om die typische Brooklyn-relaties te beschrijven. Heel organisch en groen, alles zelf laten groeien en het ook weer dood maken. Heel ambachtelijk, een soort hipstereten zonder dat het alleen maar gras is.”

Entertainment
De losse en energieke sfeer op ‘Policy’ is een afspiegeling van hoe het grote publiek Will Butler kent. Bij vrijwel iedere Arcade Fire-show is hij de energiekste persoon op het podium. Zo klimt hij het liefst hoog de podiumdelen in, zoals op Lowlands 2005, waar hij tijdens Rebellion (Lies) de nok van de tent weet te bereiken. Entertainment is belangrijk, vindt hij: “Het muzikant zijn, is entertainment. Er zijn natuurlijk hogere en meer subtiele varianten op entertainment en kunst, maar in de basis is elk soort entertainment het doden van tijd op een manier die minder saai is dan niks doen. Je moet mensen die naar je te komen kijken en luisteren het idee geven dat ze hun tijd leuk besteed hebben. Het is misschien niet het belangrijkste van het geheel, maar het is in mijn ogen onmisbaar. Ik geniet nu heel erg van het feit dat ik in kleinere zalen speel en het publiek weer goed kan zien. De helft van de set is nieuwe muziek en ik kan bij het spelen van die nummers echt in de ogen van de mensen voorste rij kijken om te zien hoe ze erop reageren.”