Interview

Interview Waltzburg: “Wij zijn een vriendenband die eerst heel veel bier dronken in een repetitiehok en langzaam maar zeker is doorgegroeid”


20 juni 2018

 

Nog maar een paar weekjes tot Valkhof Festival in Nijmegen uit zijn voegen barst en wij bereiden je er helemaal op voor. Eerder schreven we al een longread over een van de headliners Parquet Courts en deze keer maken we een verhaal over de lokale trots Waltzburg, die we speciaal voor de gelegenheid interviewen.

De band heeft de laatste tijd het droomtraject van vrijwel alle Nederlandse bandjes gevolgd: naam opbouwen, Popronde spelen, Noorderslag, goed management, kekke boeker, nieuw werk uitbrengen, opbouwen naar een album én op Valkhof spelen. Het lijkt allemaal niet op te kunnen voor de Nijmegenaren, wij spreken toetsenist Joost Klapmuts en zanger/gitarist Menno Krivokutya om er eens achter te komen waar ze nog meer mee bezig zijn.

Voordat we zijn ‘begonnen’, beginnen de heren al over het Nijmeegse festival. “Jaaaah, het is wel echt te gek om tussen Kevin Morby op de line-up te staan, dat is echt een held van mij”, zegt Menno. “Wij kunnen het alleen dus zelf niet zien… want dan hebben we een show in Groningen! Verder zijn we overal wel aanwezig, het is voor ons altijd een soort vakantieweek. Ik kijk verder wel uit naar Figgie, Parquet Courts. Maar er is ook zoveel leuks man, pfff.” Joost voegt toe: “Ik vind Paracetamøl, Canshaker Pi en Donny Benét ook echt tof, maar we laten ons ook altijd een beetje verrassen. Maar waar je zeker naartoe moet, insidertip, is de dagelijkse afterparty in de Tuin achter het Valkhof. Dat is een van mijn favoriete feestjes van het jaar.”

Hoe staat het verder met de scene in Nimma?
Joost: “Het gaat hier best goed moet ik zeggen. Doornroosje doet veel goede dingen voor de stad met hun grote en kleine zaal plus Merleyn. En het aantal events trekt aan binnen de stad, met Valkhof maar ook met festivals als Oranjepop.”
Menno: “We repeteren nu in De Basis, het oude Doornroosje, en dat is precies zo’n potentiële broedplaats die de stad nodig heeft.”
Joost: “Je merkt inderdaad dat er voor de scene een plek nodig is als De Basis. Omdat je hier in Nijmegen geen conservatorium, popopleiding of kunstacademie hebt, trekt dat niet automatisch allerlei creatievelingen aan. In een stad als Utrecht zie je dat wel gebeuren. Neem een band als Figgie, die jongens spelen allemaal in verschillende bands, werken met veel mensen samen en hebben een studio waar allerlei artiesten opnemen. Het zou mooi zijn om hier zo’n omgeving te creëeren voor muzikanten.”

Dan even over naar jullie zelf, want tot nu toe loopt het allemaal als een speer sinds die naamswijziging (de band heette eerder Wolves Dressed In Sheep, red.). Was dit precies wat jullie in gedachten hadden?
Joost: “Na die naamswijziging wilden we nieuwe dingen releasen, nieuwe dingen doen en als het ware een nieuw merk opbouwen. Dat was wel het idee van tevoren en dat het dan lukt is natuurlijk te gek. Voor ons voelt het zeker bijzonder, want wij zijn verder geen geschoolde muzikanten of zo. Wij zijn een vriendenband die eerst heel veel bier dronken in een repetitiehok en langzaam maar zeker zijn doorgegroeid.”
Menno: “We zijn al die jaren gewoon door blijven gaan en er blijkt een hele lange rek in deze groep te zitten. Waarschijnlijk omdat we ook als vrienden zijn begonnen.”
Joost: “Dat is denk ik wel het belangrijkste, je moet het goed met elkaar uit kunnen houden om zoiets op te bouwen.”
Menno: “Vanuit die basis is er ook langzaam een team bij onze band gekomen met managers en boekers die veel voor ons betekenen.”

 

Dat team is inderdaad niet verkeerd: met onder meer de manager van Kensington, de manager van wijlen Bombay en Friendly Fire als boekingskantoor.
Menno: “We kenden Sander al uit de Bombay-tijd van shows waar we beiden kwamen en we hebben hier en daar eens een biertje met elkaar gedaan, tot hij ineens mailde.”
Joost: “Op dat moment waren we niet actief op zoek naar een manager of iets dergelijks. Maar Noorderslag ging goed, we hadden veel materiaal liggen waar we blij mee waren en deze mogelijkheid diende zich aan. Tegelijkertijd hadden we allemaal het gevoel: als we dit goed willen doen, dan moeten we ook een goede partij hebben om ons te helpen bij het releasen van die muziek.”

Qua materiaal zou het goed moeten zitten. Want jullie hebben vier maanden met Simon Akkermans (C-mon & Kypski, red.) in de studio gezeten in Kytopia, hoeveel albums hebben jullie inmiddels liggen?!
Menno: “We hebben er inderdaad een tijdje gezeten”, lacht de frontman.
Joost: “Maar we hebben niet zozeer veel muziek in aantallen liggen. We zijn met name voor de inhoud gegaan en hebben nu zo’n tien nummers.”
Menno: “Elk nummer heeft zóveel aandacht gekregen, dat werkte voor ons ontzettend fijn. We hebben dagenlang alleen maar naar bepaalde geluiden zitten zoeken op synthesizers. Daardoor hebben we echt het maximale uit al die songs weten te halen.”

Jullie zijn in die periode daarna gesteund door De Coöperatie, wat hebben zij voor jullie allemaal betekend?
Joost: “Zij doen verschillende projecten om muzikanten te helpen bij hun ontwikkeling. Dat doen ze onder meer door Club No Man’s Land te organiseren, waar artiesten vragen voor kunnen leggen aan een panel professionals. Wij hebben als band bijvoorbeeld het MASTER-traject gevolgd, dat zich richt op een bepaalde ontwikkelingsvraag. Wij wilden vooral hulp bij de vertaling van het opgenomen materiaal naar het livetraject en daarvoor kregen we hulp van producers Simon Akkermans en Pieter Vonk, maar ook Johanneke Kranendonk (Jo Marches, red.). Het is een fijne en moderne organisatie die je specifiek kan helpen, dat was ontzettend fijn.”

En nu het allemaal zo lekker volgens planning loopt, dan ben ik wel benieuwd: wat is het volgende plan?! Kunnen we die vast aftikken?
Menno: “Hehe, ja dat wil je wel weten!”
Joost: “We zijn richting een EP in het najaar aan het werken en er komt nog een single uit binnenkort. Verder is het allemaal nog niet precies uitgedacht. Het is tof dat het allemaal zo loopt, elke keer neem je weer een horde waarmee je dieper in een soort trechter komt.”

 

Tot nu toe springen jullie links en rechts overal net even boven- en tussenuit. Wat best lastig is in het Nederlandse muzieklandschap, want er zijn op het moment ontzettend veel toffe bands actief. Waar ligt dat aan volgens jullie?
Menno: “Dat vind ik wel moeilijk om te zeggen, maar ik denk dat het vooral ligt aan de lol die we hebben als band zijnde. We zijn wel altijd bezig met het ‘hele plaatje’ zoals fotografie, artwork, hoe alles eruitziet en we maken sinds kort ook playlists. Niet zozeer om op te vallen, maar vooral omdat we het allemaal leuk vinden om te doen en daarmee bezig te zijn.”
Joost: “Het is niet dat we geen ambitie hebben, maar juist dáár zit voor ons de lol in.”

Het begin is in ieder geval goed, waar willen jullie graag naartoe werken?
Joost: “Ik wil lekker door blijven releasen vooral, we hebben de smaak nu wel te pakken.”
Menno: “Ik zou wel net als Kevin Morby er elk jaar wel een mooi album uit willen knallen, dat is voor mij wel een droom.”

Maar eerst nog naar Sziget! Hoe tof is dat?! Gaan jullie met die party train?
Menno:”We zijn nog logistiek aan het kijken hoe we dat gaan doen, maar het lijkt me wel vet. We zitten vooral met al die spullen: hoe nemen we die mee?!”

Je kunt eventueel ook in die trein spelen, toch?
Joost: “Dat is helemaal nog niet zo’n gek idee, we denken er over na!”


 

WEBSITE VALKHOF FESTIVAL | FACEBOOK-EVENT | VALKHOF IS GRATIS TOEGANKELIJK