Interview

INTERVIEW: The Womb


25 maart 2015

Wie? Ja, dat dachten wij ook. We kenden wel een studio in een kraakpand in Den Haag met die naam. Was dat wellicht de plek waar die fijn gelaagde, spacey psychedelische deuntjes van het nummer All Hill Down River, dat we op internet vonden, werden opgenomen? Spoiler alert: ja.

De studio in kwestie was van de Haagse band Pop Up Animal Kids, die in 2010 een debuut-EP uitbracht. De band speelde het jaar erop op Noorderslag, om in 2013 spoorloos van de radar te verdwijnen. Tot dat nummer – All Hill Down River – verscheen, en de groep ‘The Womb’ aankondigde, een plaat die op 1 mei uitkomt via Suburban Records. Dit album wordt tevens uitgebracht onder de naam The Womb, bandnaam nummertje vier voor trio Tijmen van Wageningen, Laurens ten Berge en Maarten Rijnvis en dus vernoemd naar de inmiddels ter ziele gegane studio. “We hadden nooit verwacht dat we zo ver met die EP zouden komen”, zegt gitarist Van Wageningen. “We waren 3FM Serious Talent. We hadden snel een vervolg kunnen schrijven, maar we hadden juist zin om in het diepe te duiken. Een analoge studio bouwen en de tijd nemen.”

The Womb
Wat heet: ruim twee jaar verdween Pop Up Animal Kids van de radar. De studio werd vanwege de zachte kleden aan de muren, volledige duisternis en de nieuwe dingen die er ontstonden, omgedoopt tot ‘the womb’. Om de huur en opname van de eigen plaat te bekostigen, namen ook bands als Twin Shades hier op. Ondertussen nam de band afscheid van toetsenist Philip Bouman en kreeg versterking van Twin Shades-bassist Bob Zürcher. “Bij de eerste try-outs van het nieuwe materiaal ging het alle kanten op”, vertelt Zürcher. “Sixtiespop, garage, psychedelica. Het publiek snapte het niet.” Van Wageningen vult hem aan: “Wat wij onze ‘epos songs’ noemen, ging het best. Lange, uitgesponnen psychedelica. De rest hebben we weggegooid. We dachten: nieuwe muziek, nieuwe formatie, nieuwe naam. Deze band ís de studio, dus laten we dezelfde naam gebruiken.”

Analoog
Volgt u het nog? “Nu ik het zo vertel, besef ik me dat het best een complex verhaal is,” geeft ook Van Wageningen toe. “Het was ook niet gepland om er zo lang over te doen, maar we wilden niet tijdsgebonden zijn. We schreven tijdens het opnemen en namen alles op tape op. Dat analoge spreekt me aan. Ik kende de digitale middelen en wilde weten wat het verschil is met analoge taperecorders van de kringloop. Als je dat weet, kun je het digitaal nabootsen. Analoge gear geeft cadeautjes. Aparte geluidjes, uniek speakergeluid. Het creëren, van geluiden naar songs, is wat we leuk vinden.” De stap van analoog opnemen naar psychedelisch lijkt bijna vanzelfsprekend, maar was niet bewust. “We zijn een stelletje gearfreaks bij elkaar in een analoge studio, er kan bijna niet anders uitkomen”, lacht Zürcher. Van Wageningen: “Bob is bij de band gekomen om onze drummer Maarten meer ruimte te geven. Hij is een expressieve en groovy drummer en wilde ook meer schrijven en zingen. Dat zorgt voor een vrije interactie tussen de instrumenten. Ik denk dat dit genre daar een direct gevolg van is.”

Principes
Principieel analogofiel is The Womb niet, benadrukt Zürcher: “We zetten veel over van tape naar digitaal en vervolgens weer terug.” Ook de studio is niet heilig: “Het eerste doel was een plaat. Ons volgende doel was om die live te kunnen spelen. Daarvoor hebben we een vijfde bandlid erbij genomen, Sergio Escoda. Maar bij de try-outs kwamen we aan met te veel spullen: PA’s, tape echoes… Echt niet grappig, zeker met korte opbouwtijd. Dus we moesten nieuwe manieren bedenken om die crappy analoge sound mee het podium op te kunnen nemen.” Vinden ze dat niet zonde van het jaren peuteren in de studio? “Helemaal niet. Je doet inderdaad concessies, maar live spelen is een heel andere wereld. Het zijn geen mindere versies, het zijn andere versies. Ik vind onze songs uitgekleed ook interessant. Daar kunnen we nog veel meer mee doen.”