Interview

Temples: “Het is een misvatting dat een pro in een dure studio gelijk staat aan een goede opname”


30 januari 2013

Temples was afgelopen London Calling de naam op het affiche die gehuld ging in een zweem van mysterie. Want behalve wat nummers op YouTube en Soundcloud was er verdomd weinig over Temples te vinden op het wereldwijde web, behalve dat het om ene James en Thom uit Engeland zou gaan. De übercatchy, licht psychedelische 60’s-pop die de bovenzaal van Paradiso vervolgens te horen kreeg, wakkerde de ontstane buzz alleen maar aan. Wie zijn die gasten?

Het handjevol songs dat James Bagshaw  en Thom Warmsley, want dat zijn de namen die achter Temples schuilgaan, op internet gooiden, heeft niet alleen de programmeurs van London Calling geïmponeerd. @Johnny_Marr twitterde bij het horen van Shelter Song: ‘”Well done, Temples!” en het Britse Heavenly Recordings was er als de kippen bij om de jongens een contract onder de neus te schuiven. En dat terwijl de optredens van Temples nog op één hand te tellen zijn: London Calling is de eerste show buiten de UK. Eerste vraag: Hoe? In godsnaam! James: “It’s crazy. We hebben nog niet eens de kans gekregen om onszelf te laten zien. Maar alle reacties zijn positief. We kunnen niet wachten om te zien hoe het is na twintig shows.” James (gitaar, zang) en Thom (bas) groeien samen op in Kettering, een suburb van Noord-Londen. Ze spelen in verschillende bands voordat ze besluiten samen een aantal nummers op te nemen in de huiskamer van James, en die nummers op YouTube te zetten. Het duurt niet lang voordat de jongens worden gevraagd om te komen spelen op een festival in Wales. Jeugdvrienden Sam Toms (drums) en Adam Smith (keyboards) worden gevraagd, en zo is Temples een feit. Dan gaat het snel: de dag na London Calling gaat de band mee als support op de Europese tour van Mystery Jets. Thom: “We doen het precies andersom, ja. Eerst live spelen, dan opnemen. Deze maand komt de single uit (Shelter Song is inmiddels uit, red.). Daarna hopelijk een album.”

Tame Impala
De songs van Temples laten psychedelische sixtiespop horen, die doet denken aan The Beatles in hun beste LSD-trip, maar met een onmiskenbare moderne twist. De eerste courante muzikale referentie: Tame Impala. Wat vindt de band zelf van dat nogal overhaast toegekende neo-psych-label? Thom: “Ze mogen ons noemen wat ze willen. Maar we willen geen pastiche van een sixties retroband zijn. Wij zitten met in het hoekje van Britse bands, vind ik. We worden geïnspireerd door The Byrds, maar dat zijn weer Amerikanen, ha ha. Verder Tyrannosaurus Rex, The Beatles, en nog wat obscuurdere psy-bands. Kaleidoscope, The Hollies…” James: “Het voordeel van die hele neo-psych hype is dat hele goede bands nu eindelijk erkenning krijgen, zoals Tame Impala, Pond… Het is niet slecht om daarmee vergeleken te worden. Zij breken een lans voor andere bands. Ik vind ons niet hetzelfde, maar als geheel, als een avond muziek, zou het wel werken. Oh, speelden ze hier vorige week? Dan zijn we te laat, ha ha.”

 

Obscuriteit en experiment
Waar komt die sixties sound dan vandaan? Thom: “Het is vooral wat wij zelf goed vinden. We willen refereren aan het grote geluid van bijvoorbeeld Phil Spector, die destijds tegen alle gewoontes inging. Dat soort producers waren pioniers, die het voor elkaar kregen een band een bepaalde song net iets anders dan anders op te nemen.” James: “Het is een misvatting dat een pro in een dure studio gelijk staat aan een goede opname. In de jaren vijftig en zestig namen bands op in hotelkamers op een simpele bandrecorder en die platen kunnen zich nog steeds meten met die van tegenwoordig. Het is een cliché, maar het gaat erom wat je ermee doet. Dat inspireert ons, maar we willen het niet klakkeloos kopiëren. We willen die obscure, experimentele benadering naar het heden vertalen, maar wel met daaronder een popsong verborgen.” “Heavenly staat daar positief tegenover,” aldus Thom. “We mogen het op onze manier doen. Ze juichen het toe. We nemen nog steeds op bij James thuis, en de mastering wordt gedaan in een schuur door een hele goede technicus die dat hele back-to-basic idee wel aanspreekt.” Deze technicus blijkt Noel Summerville te zijn, die onder andere met The Clash en Sinead O’Connor werkte. Het tekent Temples. Deze jongens weten nauwelijks wat ze overkomt, maar zijn desondanks heel bewust van hun muziek en lijken precies te weten wat ze willen.

De tempel
Iets dergelijks wordt ook gesuggereerd door de albumhoes op internet, waarop het ietwat onheilspellende 19e-eeuwse schilderij Vernietiging van de tempel van Jeruzalem van Italiaanse schilder Fransesco Hayes te zien is. Wat is de boodschap van Temples? Thom: “We proberen onze muziek filmisch te laten klinken, en dan past dat soort grote, pompeuze beeldspraak.” James: “We snijden zeker religieus georiënteerde onderwerpen aan, maar we zijn niet een soort achttiende eeuws… Hoe zeg ik dat? Zwart-wit aan het preken. We willen een moderne interpretatie geven van dat soort beeldspraak.” Het is een tekenende paradox dat een band die Abrahams retro-mosterd dermate uit de jaren zestig haalt, zijn razendsnelle opmars te danken heeft aan internet. Een bewuste keuze? Het lijkt mee te vallen. James: “We hebben geen formule, we nemen iedere dag als hij komt. We willen gewoon geen songs achterhouden. Als mensen ze willen luisteren, moeten ze te luisteren zijn. Dat is onze insteek. Plus, je houdt het toch niet van het internet af. Het gaat ons om het live spelen en als YouTube dat kan bewerkstelligen, is dat wat we willen als muzikant.” Thom: “Vanavond bijvoorbeeld. Het is een eer om tussen al deze bands te spelen. En de zaal staat vanaf het begin vol. Dat heb je in de UK niet, daar komt men alleen voor de headliner. Te gek. Ik kan niet wachten.”