Interview

Interview: Slowdive trotseert en sluit vrede met de tijdsgeest


5 mei 2017

The Daily Indie voelt de Britse shoegazehelden aan de tand over hun comeback en meer. “Slowdive is altijd beetje dat undergroundbandje geweest, achteraf gezien hebben we daar geluk mee gehad.”

Tijdens de voorbereiding op dit interview, in een plaatselijke Coffee Company, hoorde ondergetekende toevallig Machine Gun van Slowdive voorbijkomen. De jongeman die de playlist beheerde was waarschijnlijk begin twintig, al dan niet jonger. Hoe hij precies Slowdive, een band die nog vóór het internettijdperk zijn hoogtij beleefde, ontdekte? Het antwoord: op de soundtrack van Lost In Translation zit het nummer Sometimes van My Bloody Valentine. Dat zuigende ‘shoegaze’-geluid beviel hem wel. En wie een beetje nieuwsgierig doorklikt op ‘shoegaze’ komt dan al snel uit bij Slowdive.

“We willen heel graag bij jongere generaties resoneren”
Shoegaze. Toen Slowdive met het nu inmiddels volprezen Souvlaki aan kwam zetten bij Creation Records, was dat nog helemaal geen handig trefwoord voor gitaarbands die dikke effectenbakken als mengpalet toepassen. Mooie muziek, maar wel typische muzikantenmuziek: dat is voor veel mensen saai om naar te kijken. Shoegaze had ten tijde van Souvlaki een negatieve connotatie gekregen. Het betekende in de ogen van de muziekpers dat je met muzikaal navelstaren tevergeefs compenseert voor gebrek aan charisma. Bandleden keken liever omlaag naar hun gear, en in zijn algemeenheid werd Slowdive bestempeld als zo’n outsiderband voor introverte mensen die zich het liefst verstoppen voor de menigte.

 

 

Souvlaki werd in 1994 overspoeld door negatieve recensies, omdat het meer macho Britpop tegen die tijd lucratiever en populairder was. Toen had de muziekjournalist nog genoeg macht om een band te maken of breken. En Alan McGee van Creation Records, die Slowdive begin jaren negentig tekende, was de hoofdarchitect achter het succesverhaal van Oasis. Slechts een week na het uitbrengen experimentele, minimalistische Pygmalion kreeg de band de schop. In Slowdive had je geen Damon Albarn of Liam Gallagher-archetype, zo’n typische ‘lad’ frontman die een sterke reactie uitlokt. En Pygmalion werd niet een pakkende popplaat, maar het tegenovergestelde: een abstract kunstwerk van pure luistermuziek, ergens in het verlengde van het latere Talk Talk-werk.

 

“We worden daarom niet zo snel geassocieerd met een bepaalde tijdgeest. De muziek blijft dan rijp om herontdekt te worden.”

 

Zanger/gitarist Neil Halstead is tot op heden de nuchterheid zelve gebleven, en belangrijker: totaal niet verbitterd door wat zich in de jaren negentig afspeelde. Je moet nog wel goed vooruit leunen om hem een beetje te verstaan. “De tijdgeest en Slowdive zijn nooit echt goede vrienden geweest”, mompelt hij. “Slowdive is altijd beetje dat undergroundbandje geweest, en ik denk, achteraf gezien, dat we daar geluk mee hebben gehad. We worden daarom niet zo snel geassocieerd met een bepaalde tijdgeest. De muziek blijft dan rijp om herontdekt te worden. We zitten niet vast aan de jaren negentig. Maar nog wel heel erg aan de term shoegaze.”

We zijn inmiddels twee decennia verder: de generaties van respectievelijk ondergetekende en van die jongen bij de Coffee Company. Toen Slowdive in 2014 aankondigde na twintig jaar stilte weer op tournee te gaan, kun je een schatting maken dat het publiek van de band intussen is verdrievoudigd. “We willen heel graag bij jongere generaties resoneren”, aldus drummer Simon Scott, die naast Halstead plaatsneemt.

 

 

Het grappige is dat de bands die door Slowdive waren beïnvloed, op hun beurt weer Slowdive beïnvloeden. Halstead: “Ik weet dat Mogwai als jonge gastjes naar onze concerten gingen toen we net begonnen. Zij zijn altijd enorm groot fan van Slowdive geweest. Wat wij nu doen, daar heeft Mogwai waarschijnlijk ook een hand in gehad, want wij zijn ook fan van hen. Het is wel bijzonder hoe bands elkaar op die manier steeds aanvullen en verrijken. Aan de andere kant ken ik weinig hedendaagse bands die shoegaze-achtige muziek maken. Ik bedoel, ik heb tien jaar lang folkliedjes gespeeld op een akoestische gitaar, dus mijn referentiekader is net even wat anders. Simon heeft waarschijnlijk meer inzicht over de elektronische muziek die sindsdien is uitgebracht.”

Scott: “Ik heb zeker wat van Slowdive meegenomen in mijn eigen muziek, dat meer de experimentele/ambient kant op gaat. Inmiddels heb ik veel muzikanten ontmoet die ik respecteer en bewonder. The Sight Below uit Seattle bijvoorbeeld, combineert de experimentelere kant van Slowdive met meer elektronische elementen. Er is een New Yorks label genaamd 12k, dat is opgericht door Taylor Dupree in 1997. Veel van die artiesten hebben iets met Slowdive. FourColor, een Japanse artiest, is een enorme fan van shoegazebands. Hij maakt verschrikkelijk fraaie ambientplaten, echt fantastisch! FourColor heeft een klein zaadje geplukt uit shoegaze, en daar oogt hij iets compleet nieuws mee. Hij heeft mij weer sterk beïnvloed. En inderdaad, het went nooit wanneer een geweldige muzikant tegen mij zegt dat Slowdive het eerste concert was waardoor zij zelf een band zijn begonnen.”

Halstead: “Ik ontmoette ooit Ethan (Kath) van Crystal Castles, en ik vond die muziek altijd al gaaf. Ik besefte mij alleen nooit dat zij vroeger naar onze concerten gingen. Dat soort dingen hebben mijn kijk op muziek maken veranderd.”

 

“Bands moeten tegenwoordig véél harder werken dan wij toentertijd. Niets komt vanzelf: je moet je eigen PR-bureau zijn, je eigen labels oprichten, je social media vaak zelf allemaal bijhouden.”

 

Best opmerkelijk om te zien hoe mellow Halstead is gebleven, gezien alles wat hem is overkomen. De platen die hij uitbracht tussen Pygmalion en de terugkeer van Slowdive zijn net zo interessant te noemen. Een paar jaar na de breuk met Slowdive pakte Halstead in een hostel in Israël voor het eerst weer een gitaar op. Een akoestische gitaar, zonder al die effectenpedalen erbij. Wat hij toen besefte: eigenlijk kan hij niet zo heel goed zingen en gitaarspelen. Halstead hield toen wel al van artiesten als Nick Drake, wiens muziek hij via Scott ontdekte. Met de insteek om breekbare liedjes te spelen startte hij met o.a. Slowdive-leden Rachel Goswell en Ian McCutcheon een nieuwe band: Mojave 3, waarmee hij inmiddels meer platen heeft uitgebracht dan met Slowdive.

Halstead: “Mojave 3 bestond heel organisch, omdat ik gewoon een nieuwe uitdaging zocht. Dat is eigenlijk altijd hetzelfde geweest, zowel bij Mojave 3, Slowdive als mijn soloplaten.” Opmerkelijk vooral ook dat Halstead met zijn eigen folkplaten een heel ander soort publiek heeft gevonden, mensen die waarschijnlijk nog nooit Slowdive hebben gehoord. Het fraaie Palindrome Hunches werd bijvoorbeeld uitgebracht op Brushfire, het label van Jack Johnson. Niet bepaald een hippe naam in de alternatieve kringen.

“Surfen”, is het korte antwoord van Halstead, op de vraag hoe hij met Johnson in aanraking is gekomen. “We zijn allebei surfgek. Ik vind Jacks muziek overigens heel fijn. Het is alleen totaal anders dan de platen waarmee ik ben opgegroeid. Ik luisterde naar The Jesus And Mary Chain, Cocteau Twins en Sonic Youth. Maar uiteindelijk is het allemaal gewoon muziek. Ik ben trots op mijn jaren met Brushfire.” Het siert Halstead, maar ook Scott, om zonder dat hokjesdenken nieuwe vaardigheden en invloeden eigen te maken. Halstead deed dit met rootsmuziek, terwijl Scott dieper dook in de ambient en elektronica (grappig genoeg schonk Halstead Scott in de jaren negentig een cd van Aphex Twin, terwijl Scott Halstead een album van Nick Drake cadeau gaf). Die ontwikkeling kunnen ze beiden eindelijk toepassen bij Slowdive.

“Je moet je sowieso nooit iets aantrekken van alle heisa om je heen”, vindt Halstead. “Maak altijd muziek onder jouw eigen voorwaarden. Dat gezegd hebbende, het klimaat is de afgelopen twintig jaar natuurlijk ontzettend veranderd. Het speelveld is groter geworden, dus je moet zelf meer de kar trekken om iets te bereiken. Tegelijkertijd is het makkelijker geworden. De functie van een platenlabel is nu bijvoorbeeld anders. Het internet is een uitlaatklep geworden voor zoveel mogelijkheden. Het is ook moeilijk, want je kunt al snel verdwalen in die oneindige massa’s muziek.”

 

“Je kon destijds makkelijker een smak geld tegen een band gooien, zonder al te veel risico’s. Dat is nu denk ik wel anders.”

 

Scott: “Je moet mensen om je heen verzamelen die dezelfde visie delen, die jouw referentiekaders snappen. Als wij met zijn vijven een nummer schrijven, moeten we er allemaal honderd procent achter staan. Daarom heeft Slowdive door de jaren veel muziek weggegooid. Zodra je als band eenmaal creatief op dreef bent, moet je de bullshit leren negeren en je eigen gevoel najagen. Het blijft moeilijk, want er valt als jonge muzikant geen goed geld meer te verdienen voor het grootste deel van de muziekindustrie. Je moet hard blijven werken en veel live spelen.”

Slowdive heeft zelf ook nooit naar de pijpen van de commercie hoeven dansen. Plukt de band daar nu wél de vruchten van, omdat ze voor jongere generaties gezien worden als zo’n ‘mythische pre-internetband’? “Ja, ik vraag me vaak af hoe hedendaagse bands precies naar dat tijdperk kijken. Bands moeten tegenwoordig véél harder werken dan wij toentertijd. Niets komt vanzelf: je moet je eigen PR-bureau zijn, je eigen labels oprichten, je social media vaak zelf allemaal bijhouden. Bij Creation hadden we in ieder geval de luxe om bijna uitsluitend op onze muziek te richten.”

 

“Als je een soundwave van de gemiddelde Oasis-song bekijkt, lijkt het net op een dikke walvis.”

 

Maar er was wel degelijk druk vanuit Creation: Souvlaki (1993) moest wel een progressie worden ten opzichte van het basaal in elkaar geflanste debuut uit 1991, Just For A Day. Slowdive pakte het productioneel gezien groter en ambitieuzer aan: zelfs Brian Eno werd erbij gehaald om een sessie te doen met Halstead. “Ja, we hadden toen zelfs een hele plaat geschrapt. Nu denk ik dat dat aspect van de muziek prettiger is geworden. Er zijn minder conventies wat productie betreft: je kunt nu veel meer verschillende invalshoeken toepassen en uitproberen. Je album hoeft niet meer op een bepaalde uniforme manier te klinken.”

 

 

Scott: “Op die Britpop-platen wordt zoveel compressie gebruikt. Als je een soundwave van de gemiddelde Oasis-song bekijkt, lijkt het net op een dikke walvis.” Halstead: “Op de eerste Oasis-plaat vond ik dat overigens best briljant. Maar toen deed iedereen het op een gegeven moment, en daardoor werd het saai.” Ondanks het feit dat de Britpop-explosie zorgde dat shoegaze uit de mode raakte, blijven Scott en Halstead fan van veel van die platen. Scott: “Suede is echt een geniale band bijvoorbeeld. Zij werden toen een beetje als die gevaarlijke outsider van de Britpop naar voren geschoven. Bijna alle grote labels zochten op een gegeven moment naar de nieuwe Oasis.”

Halstead: “Je kon destijds makkelijker een smak geld tegen een band gooien, zonder al te veel risico’s. Dat is nu denk ik wel anders.”

 

Photo Ingrid Pop

 

Scott: “We hadden voor het eerst geen label bij het maken van de nieuwe plaat. Het geld dat we verdienden aan de reünieshows werd direct in de opnamen van de plaat gestopt. Slowdive heeft altijd zijn eigen gang kunnen gaan, en dat is nu gelukkig nog steeds het geval. Er is niemand die tegen ons roept dat wij maar eens een radiovriendelijke popplaat moesten produceren.”

Elkaar aankijken
De nieuwe Slowdive-plaat verzoent het shoegazegeluid waar de band om bekend staat met de experimenteerdrift van Pygmalion. Of dat een uitdaging was? “Het was voornamelijk van belang dat het geen plaat moest worden die wij ook in de jaren negentig hadden kunnen maken”, meent Halstead. “Dit album heeft inderdaad veel herkenbare elementen, ergens tussen Souvlaki en Pygmalion in. Maar Slowdive staat nu ook met één been in de moderne wereld. We willen daarom graag nieuwe richtingen verkennen. Deze plaat voelt voor mij ook als opstapje naar iets nieuws.”

 

“Het was voornamelijk van belang dat het geen plaat moest worden die wij ook in de jaren negentig hadden kunnen maken”

 

Scott”: “We vangen inderdaad het totale bandgeluid, zoals wij vijven nu klinken. Maar we omarmen ook onze experimentele kant, zoals op Falling Ashes. De abstracte kant van Slowdive, de invloeden van ambientmuziek en Brian Eno. Op die golflengte zijn er nog veel mogelijkheden voor Slowdive. Het is een grondige evolutie ten opzichte van de vorige drie platen. We willen nu onze hengels uitgooien en kijken wat we in de toekomst zullen vangen. Creatief gezien geeft Slowdive weer wat momentum opgebouwd. Misschien wordt onze volgende plaat juist heel poppy, dat kan natuurlijk ook.”

Halstead vind de gelijknamige nieuwe Slowdive geen nostalgische plaat, maar eentje die mediteert op het heden. “De teksten van Slowdive hebben altijd iets impressionistisch gehad. Ze zijn net zo sterk door de muziek beïnvloed als andersom. Iemand vroeg me laatst over het nummer No Longer Making Time, of dat nummer gaat over het karakter in Alison, maar dan op middelbare leeftijd. Ik vond dat interessant, want ik heb daar nooit zo bewust bij stilgestaan. Het zou namelijk best kunnen, want No Longer Making Time slaat op hoe de tijd voorbij vliegt… op hoe de dood nadert. Terwijl Alison juist over de bloei van het leven gaat. Mijn teksten komen dit keer zeker vanuit een andere plek.”

 

“Als nostalgie of geld onze enige motivatie was geweest om bij elkaar te komen, dan zou er denk ik geen interesse meer voor ons zijn.”

 

No Longer Making Time kan op heel veel dingen slaan: maar volgens Halstead vooral het realiteitsbesef dat tijd niet eeuwig op voorraad is. “De tijd om creativiteit onbenut te laten is voor ons inmiddels voorbij. Nadat we uit elkaar gingen moesten onszelf die tijd wel gunnen. Maar als nostalgie of geld onze enige motivatie was geweest om bij elkaar te komen, dan zou er denk ik geen interesse meer voor ons zijn.” Radiohead, Talk Talk en Swans hadden bijvoorbeeld hun derde jeugd achter de rug, en bleven relevante muziek uitbrengen in een later stadium. De deur is nu ook open voor Slowdive om geheel nieuwe grenzen te verleggen, buiten dat shoegaze-hokje om.

Het was voor de nieuwe plaat wel van belang om vertrouwde omstandigheden te scheppen, om de chemie tussen de vijf bandleden te hervinden. Ze namen een groot deel van de nieuwe nummers op in de The Courtyard Studio in Oxfordshire, waar ook Souvlaki werd verwekt. Chris Hufford, de man die Radiohead tot op heden op sleeptouw neemt, zit daar nog steeds. “Hij rookt altijd van die korte peukjes die je al van mijlenver kon ruiken”, lacht Halstead. “The Courtyard is onze spirituele thuis. Dezelfde bank staat er overigens nog: hij zit nu iets oncomfortabeler.”

 

“Na onze reünietour in 2014 klikte het muzikaal weer tussen ons. Door die energie de vrijkwam, en het enthousiasme onderling, klinkt de muziek wat vreugdevoller en helderder.”

 

Wat wel comfortabel is geworden voor Halstead is het zingen. Als folkartiest heeft hij zijn stem gevonden en die zelfverzekerdheid sijpelt nu door op het nieuwe Slowdive-materiaal. “Bij Slowdive moest ik altijd in een stemming schrijven die paste bij de stem van Rachel. Maar toen ik mijn eigen platen schreef, had ik meer vrijheid om mijn stem te verkennen. Het heeft lang geduurd voordat ik goed in mijn vel zat als zanger. Het is belangrijk nu om alles live in te zingen. Toen ik jong was, moest ik steeds binnen korte takes inzingen. Als je steeds moet knippen, dan gaat er altijd iets verloren.”

“Het grootste verschil met toen is dat het liedje nu voor alles gaat”, vult Scott aan. “Vroeger wilde ik op drums vooral keihard mijn weg door de songs maaien, maar nu kan ik mij meer met het grote plaatje bemoeien. Ik heb wat gitaarpartijen ingespeeld, wat loops verwerkt, wat veldopnamen verzameld. Het is niet meer zo belangrijk wie wat precies inspeelt, zolang het resultaat iets is wat mij zelf mooi vinden. We hadden tijdens dit maakproces enorm veel lol, omdat we als vrienden opnieuw samen waren. Na onze reünietour in 2014 klikte het muzikaal weer tussen ons. Door die energie de vrijkwam, en het enthousiasme onderling, klinkt de muziek wat vreugdevoller en helderder.”

Halstead: “Drie jaar geleden maakten we opnieuw kennis met ons publiek, na twintig jaar. Zelfs tijdens de meer melancholische momenten was er veel vreugde. Bij onze versie van Syd Barrett’s Golden Hair kwam er een vreemd soort ontlading vrij.” Tijdens het optreden op Best Kept Secret 2014, een van de eerste reünieshows, registreert 3voor12 een immens fraaie live-versie. Een meisje uit het publiek is zichtbaar geëmotioneerd. Tijdens de geduchte climax wordt er een ‘momentje’ tussen Halstead en Scott op beeld vastgelegd. Halstead wendt eventjes zijn blik van de pedalen en keert zich tot zijn vriend en bandgenoot Scott. De emoties die vrijkomen slaan in en overspoelen band en publiek als een tsunami.

 

 

Scott: “Dit was echt zo’n moment waarop iets gewoon vanzelf ontstaat, zonder planning. Dat moet je koesteren. Want dát zijn de momenten waarop je je nooit voor kunt bereiden.”

Halstead: “Het vreemde is, dat we altijd veel lol hadden in de zes jaar dat we fanatiek platen maakten. Natuurlijk kregen we de wind van voren bij de muziekpers, en dat leverde veel ergernis en frustratie op. Maar zodra wij op het eind van de dag samen muziek maakten, die momenten…”

Scott: “Die overschaduwden alle bullshit voor ons. Zodra we live speelden, werd alle heisa opzij geschoven.”

Halstead: “En na twintig jaar andere projecten te hebben nagestreefd, beseffen we allemaal pas goed hoe waardevol het is om in deze band te spelen. In die periodes dat je als jonge muzikant obsessief die creatieve uitputtingsslag ondergaat, waardeer je denk ik minder wat je daadwerkelijk samen deelt. Nu zijn we er allemaal acuut van bewust dat Slowdive iets bijzonders is. En dat voelde ik opnieuw toen we laatst weer voor het eerst repeteerden. Ik was het gewoon vergeten. Het is een mooie bevestiging dat onze platen de tand des tijds hebben doorstaan.”

Slowdive tuurt alleen niet meer omlaag naar de schoenen: de band kijkt elkaar direct en diep in de ogen.

De gelijknamige vierde plaat van Slowdive verschijnt op 5 mei bij Konkurrent/Dead Oceans.