Interview

INTERVIEW: Silicon


3 september 2015

Na een korte dialoog met de man die bij de deur wacht, een uitgebreid draaiboek in zijn handen, loop ik Bitterzoet binnen. Unknown Mortal Orchestra gaat over enkele uren spelen en de band is druk bezig met de soundcheck. Ruban Nielson, de frontman van UMO, en de geluidsman maken grapjes over elkaars accent, kiwi tegenover cockney. De onverstaanbaarheid van de twee wordt komisch versterkt door de afstand die hun stemmen moeten overbruggen. Het is zes uur, ik ben een halfuur te vroeg en enigszins bang om in de weg te staan. Mijn aanwezigheid valt op, doordat ik de enige ben die stilstaat. Een medewerker van Bitterzoet vraagt nog eens waarom ik hier ben. Tot zijn verbazing zoek ik niet Ruban Nielson, maar een andere Nielson. Ik ben hier voor Kody, de jongere broer, die onder de naam ‘Silicon’ een plaat heeft uitgebracht.

I¬k vind Kody Nielson in de rookruimte. Klein van postuur, volledig in het zwart gekleed, met een Russisch-ogende bonthoed en een witte zonnebril op. De vergelijking met een ringstaartmaki komt in me op, een opmerking die ik vanwege zijn afstandelijke lichaamstaal maar voor mezelf houd. Ik begin het interview.

Hoewel Silicon nog vrij onbekend is, is het duidelijk dat je geen nieuw gezicht in de muziekindustrie bent. Kan je je voorstellen aan iedereen die je nog niet kent?
“Ik ben Kody Nielson en ik maak muziek in een project dat Silicon heet. That’s kinda it.”

De laatste jaren lijk je jezelf keer op keer te herontdekken. Na The Mint Chicks met Ruban begon je met Opossom, daarna maakte je een soort free jazz plaat onder je eigen naam, en nu is er Silicon. Waarom heb je ‘Personal Computer’ weer onder een nieuwe naam uitgebracht?
“Het was een nieuwe manier om m’n werk uit te brengen. Opossom is uit elkaar gegaan omdat iedereen een andere kant op wilde. We hadden het allemaal te druk met onze eigen dingen. Die band was echt gecentreerd om die line-up. Toen ik ermee begon had ik echt die specifieke mensen in m’n hoofd tijdens het schrijfproces. De Kody Nielson-release was echt alleen voor de lol. Ik heb het zomaar op een nacht voor de lol online gegooid. Het was eigenlijk een beetje random.”

Is Silicon een ander soort project geworden, doordat je niet hoefde te schrijven met andere mensen in je achterhoofd?
“Ja, misschien. Wat vooral uitmaakte was dat ik niet hoefde na te denken over het spelen van de muziek als een band. Normaal beperk ik mezelf door de muziek te schrijven als iets wat live ook zo gespeeld kan worden. Dit keer wilde ik me daardoor niet tegen laten houden.”

Silicon is immersive, het sleurt je mee de diepte in. Het voelt als soul, maar klinkt volkomen anders. Ergens lijkt de integratie van soul en Motown op die van je broer, maar het eindresultaat is heel anders. Waar komt deze sound vandaan?
”Ik denk dat een groot deel ervan bepaald werd doordat ik alles vanuit toetsen en drums heb geschreven. Dat veranderde alles voor me. Als Opossom schreef ik op gitaar, hoewel ik niet echt gitaar kan spelen. Het gevoel en geluid van de muziek is iets waar ik zelf van houd, het is gewoon iets wat vanzelf is ontwikkeld.”

‘Never be lonely, personal computer, someone that’s listening // They prey on people watching… That’s what I’m thinking. Eyes never blinking. Personal Computer’

Volgens mij is er een overduidelijk thema op je plaat. ‘Personal Computer’ lijkt te gaan over de voortdurende integratie van computers in ons leven. Oftewel, het gaat over de dreiging van het verlies van de persoonlijke levenssfeer, iets wat je tegelijkertijd op een vreemde manier romantiseert.
“Volgens mij dacht ik wel over dat soort dingen na, zoals de ontwikkeling van technologie en hoe computers zijn. Ik ben over dit onderwerp gaan schrijven omdat ik denk dat we een bepaald punt in tijd hebben bereikt waarin communicatie aan het ontwikkelen is. Het vindt steeds meer online plaats. Ik vond het interessant dat mensen online persoonlijkheden creëren. Neppe namen, neppe persoonlijkheden, neppe levens. Ze maken personages, persiflages. Ik vind deze neiging van mensen heel interessant.”

Voor mij voelt ‘Personal Computer’ aan als een romantisering van technologie. Is de menselijke interactie met technologie intiem?
“Ik geloof van wel, mensen raken gedistantieerd. Ze zijn gedistantieerd van de gewoonlijke vereisten van communicatie. Juist daarom zijn ze persoonlijker, daarom zijn ze intiemer. Ze zijn dichter bij wie ze écht zijn of écht willen zijn. Mensen vertrouwen computers meer dan andere mensen. Ze vertellen hun computers meer dan ze hun beste vrienden zullen vertellen. Ik vind dat heel  intrigerend.’”

Een paar uur later betreedt Kody het podium van Bitterzoet. Hij playbackt overduidelijk en rent dwars door de mensen in het publiek heen. Hij lijkt een personage, een persiflage van zichzelf.