Interview

Interview LIFE: “We waren niet van plan een politieke band te worden, we moesten wel”


26 mei 2017

Er is bier in overvloed, maar echt gezellig is het niet in de donkere kleedkamer in de Amsterdamse Cinetol. Hoeft ook niet, want het Britse punkviertal LIFE is op bezoek. De band uit het pittoreske Hull is door vertraging met de veerboot wat te laat, maar maakt desondanks graag tijd voor een goed gesprek. Bassist Loz Etheridge en drummer Stew Baxter beginnen vast met de voorbereidingen voor de show, maar gitarist Mick Sanders en zijn broer/frontman Mez Green geven dolgraag toelichting op debuutplaat Popular Music, hun DIY or die-mantra en de Britse politiek. Spoiler: dat ziet er net als het normale Britse klimaat vrij grauw en grimmig uit.

Naar het album, dat vandaag uitkomt, was het niet alleen even toeleven, maar ook even zoeken. LIFE en Popular Music zijn nou niet bepaald de meest vindbare termen op het internet. Wie de bandnaam intikt op Google vindt van alles (bijvoorbeeld een film met Jake Gyllenhaal en Ryan Reynolds), maar komt binnen de eerste paar pagina’s precies nul punkformaties tegen. Toevoeging van de albumtitel brengt daar verdomd weinig verandering in. Pas als je wat andere kenmerken van de band rondom Green toevoegt aan je zoekopdracht, beland je bij de Britten. Bijvoorbeeld hun plaats van herkomst, Hull, die eigenlijk altijd in één adem met de bandnaam wordt genoemd. “Hull heeft onze hele filosofie gevormd”, meent Mez. “Het album had niet bestaan zoals het nu bestaat zonder die stad.”

“Als we in Londen spelen, staan mensen gewoon stil. Ze vinden zichzelf te cool.”

Hoe dat komt ligt volgens de zanger niet zozeer aan de stad zelf, maar vooral aan de manier waarop door buitenstanders naar de stad wordt gekeken. “Hull wordt altijd bespot, belachelijk gemaakt en beschouwd als een underdog”, vertelt hij. “Het idee dat dat zo is, zorgt ervoor dat je nog harder werkt om te bereiken wat je wil”, voegt Sanders toe. “Zeker in ons genre, waarin muziek aanvallend en agressief moet zijn, helpt dat.” De realiteit ligt anders, zo blijkt uit de beschrijvingen van de bandleden. “In werkelijkheid is Hull een heel creatieve plek waar een groot gemeenschapsgevoel heerst. Dat heeft niet alleen het album beïnvloed op allerlei manieren, maar ons ook als mensen.” De stad staat daarmee in contrast tot Londen, de plek waar de meerderheid van de Britse bands vandaan komt. “Londen lijkt een stad waarin alles heel snel gaat, maar in werkelijkheid is het soms erg stilstaand en saai”, doet Green een bescheiden boekje open. “Als we in Londen spelen, staan mensen gewoon stil. Ze vinden zichzelf te cool.”

De afkomst van de band heeft ervoor gezorgd dat LIFE er het mantra DIY or die op nahoudt. “We staan nog steeds niet onder contract bij een platenmaatschappij, maar hebben zelf wel van alles voor elkaar gekregen. In denk dat we het anders doen dan veel bandjes uit Londen en dat Hull daarin een belangrijke reden is geweest.” Het mantra reikt ver. De band zorgde er niet alleen zelf voor dat zijn muziek werd gedraaid door de verschillende afdelingen van de BBC, vooral dj Steve Lamacq geldt als een van de eerste supporters van het viertal, maar verzorgde tot voor kort ook eigenhandig de boekingen. “Pas sinds november hebben we iemand die dat voor ons regelt, dankzij de tour die we konden doen met Slaves.” Rouwig is de band er niet om, hoor. De heren houden het heft maar wat graag in eigen handen. “We willen controle over onze kunst”, spreekt Green stellig. “Ik denk dat bands die de fast lane nemen vaak niet lang aan de top blijven omdat hen wordt verteld wat ze moeten doen. Ze worden een soort speelpop van de industrie.” Hij kijkt opzij, zoals gedurende het hele gesprek het teken dat Mick Sanders een toevoeging mag doen. Die twijfelt geen moment: “Je verdient je carrière terwijl je eraan werkt, denk ik. Onze bloed, zweet en tranen zitten in deze plaat, dus het voelt echt als ons eigendom, hoewel we natuurlijk hulp gehad hebben waar we enorm dankbaar voor zijn. Ik voel vaak mee met jonge bands die snel doorbreken. Wellicht hadden wij dat ook wel gedaan als we jaren geleden de kans hadden gehad, maar ik ben blij dat die zich toen niet aandiende. Dit album is het product van de jaren waarin we hard hebben moeten werken.”

“We hebben het album echt geleefd”
Dat album lijkt voor veel mensen misschien uit de lucht te vallen, maar stiekem lag het al een tijdje op de plank van het punkviertal. “De nummers hadden we al, maar we moesten onze financiën op orde krijgen. Gelukkig konden we putten uit een fonds dat in Groot-Brittannië bestaat, PRSF. Als je aan hen kunt bewijzen dat het geld essentieel is voor de ontwikkeling voor je carrière, kunnen zij je helpen. We hebben een aanvraag geschreven en kregen dertienduizend pond om dit album te maken. Dat geld hadden we zelf nooit bij elkaar kunnen brengen.” Het geld gaf LIFE de kans hun album recht te doen. De band hoefde de plaat niet in delen op te nemen, maar kon twee weken de studio in duiken met producer Ian Dowling, die niet alleen werkte met Adele en One Direction, maar ook achter de knoppen zat bij Half Moon Run, Everything Everything, The Orwells en vele andere. “We hebben het album echt geleefd”, denkt Green terug aan die periode. “Daarom klinkt het nu als één groot geheel; de nummers zijn in elkaar overgelopen.”

“We are a part of Europe, so why the fuck should we leave?”

Dat hielp ook de energie die LIFE, dat stiekem al jaren de Britse podia sloopt (eerder al als The Neat), live heeft over te brengen op de plaat. “Het was een kwestie van plug ’n play eigenlijk. We stonden gewoon tegenover elkaar en hebben alles live opgenomen, alsof we een gig aan het spelen waren.” LIFE heeft dan ook niet slechts de reputatie van een snoeihard spelende band, maar ook de reputatie van een supersnel opnemende band. Naar verluidt speelde het viertal als allersnelste band ooit zijn BBC-sessie in, op de heilige grond van de Maida Vale-studio. “We hebben geloof ik alles in één take gedaan, met uitzondering van één nummer”, beaamt Mez. “Je krijgt daar drie uur, maar binnen een uur waren we al klaar.” Het blijkt van groot belang voor de sound en de stijl die LIFE er op Popular Music op nahoudt. “Als we onze nummers keer op keer spelen, maken we waarschijnlijk meer fouten”, meent de frontman van dienst. “Stel dat we [single, red.] Popular Music tien keer achter elkaar spelen. Dan is de tiende keer echt niet zo goed als de eerste of tweede. We wilden dicht bij onszelf blijven en er daarom voor zorgen dat het album klinkt zoals we daadwerkelijk klinken.”

Hoe dat album klinkt? Hard. Zo hard dat zowel van trommelvliezen als de Tory-partij geen spaan wordt heel gelaten. Uitzondering die de regel bevestigt is de negende track op Popular Music, de prachtige punkballad Beautifully Skint, een verbeterde versie van een oud nummer. “Het voelde alsof dat nummer het verdiende om op het album te staan”, glundert Green. “Mick en ik hebben het nummer met z’n tweeën opgenomen, de enige keer dat we zittend hebben gespeeld, haha. Het voelt voor mij alsof het ons Love Will Tear Us Apart-moment is, al zeg ik niet dat het in de buurt komt van dat nummer, hoor.” Waarom het nummer zo belangrijk is in de context van het album, weet Mick Sanders: “Het was in eerste instantie het idee om het album af te sluiten met Beautifully Skint, maar ik ben blij dat we dat niet gedaan hebben. Nu krijg je eerst een boel boze nummers en dan plotseling dit rustmoment. Het volgende nummer, Ba Ba Ba, is waarschijnlijk het snelste nummer op de hele plaat, die komt a million miles an hour op je af. Die overgang is heel desoriënterend en verrast mij nog steeds als ik het album luister.”

“Use your voice, use your vote, it’s in your hands”
Een ander element dat doorgaans geassocieerd wordt met punk – het woord dat naast ‘Hull’ steevast wordt gebruikt om LIFE te beschrijven – is een afkeer tegen de mainstream. Die albumtitel, Popular Music, is echter niet bedoeld als belediging aan het adres van Harry Styles of andere sterren aan de pophemel. Waar het wel om draait? Escapisme. Het blijkt de belangrijkste waarde die Mez Green in zijn muziek zoekt: “Mensen werken hard en muziek wordt voor veel van hen een manier om dat te even te vergeten, als ze naar een club of pub gaan.” Ook voor Mick blijkt het een persoonlijke kwestie: “Ik werk in een callcenter. Het zorgt voor brood op de plank, maar aan het eind van de dag verlang je naar muziek. Elke soort muziek heeft op zo’n moment even veel waarde: het maakt niet uit of je in de club Jägerbombs drinkt en danst op Beyoncé, naar een rave gaat om techno te horen of naar een rockshow gaat om een bandje zoals ons te zien. Het album is best serieus en best een beetje doom and gloom, maar de titel draagt een optimistische boodschap met zich mee.”

“We schrijven simpelweg over politiek omdat we over onszelf willen schrijven. Je moet dat niet doen omdat het trendy is.”

Sanders slijt zijn dagen dus aan de telefoon, maar twee andere bandleden hebben banen die de koers van LIFE wel degelijk beïnvloed hebben. Mez Green en drummer Stew Baxter werken in een jongerencentrum in Hull, The Warren. Iedereen van 16 tot 25 kan daar terecht om gebruik te maken van allerlei diensten, van persoonlijke begeleiding tot een voedselbank. Het centrum wordt vooral veel bezocht door jongeren die op een bepaalde manier in een benarde situatie zitten, bijvoorbeeld omdat ze arm zijn, geen contact meer hebben met hun familie, dakloos zijn, lid zijn van de LGBT-gemeenschap of een rondreizend bestaan leiden. In The Warren worden zij betrokken bij projecten op het gebied van kunst, muziek en levensvaardigheden.

“Dat is enorm belangrijk geweest voor de band”, vertelt Green. “Veel bands zeggen dat ze politiek zijn, maar hebben geen idee waar ze over praten. Ze zitten gewoon in hun slaapkamertje songs met politieke teksten te schrijven. Wij werken met mensen die daadwerkelijk geraakt worden door het belachelijke beleid dat de Britse regering voert. Dat vind ik belangrijk, anders exploiteer je een situatie die al exploitant is. We schrijven simpelweg over politiek omdat we over onszelf willen schrijven. Je moet dat niet doen omdat het trendy is.” Volgens Sanders was het onontkoombaar dat politiek in de afgelopen twee jaar een centraal thema is geworden voor veel Britse bands. “We waren nooit van plan een politieke band te worden, maar we moesten wel. Dat is het enige pluspunt van deze periode: de beperkingen die het beleid oplegt leggen de basis voor muzikale rebellie. Precies zoals bij de eerste punkgolf.” Op dit moment is een van de inspiratiebronnen voor LIFE de Brexit, die vorig jaar tot stand kwam na een referendum. “Dat is rampzalig”, verzucht Green. “Vandaag konden we in een rechte lijn door Frankrijk en België naar Amsterdam rijden, maar voortaan zullen we een visum moeten aanvragen voor elk land waar we doorheen reizen. We are a part of Europe, so why the fuck should we leave?” Sanders voegt toe: “Ik denk dat we de effecten nog lang niet kunnen bevatten, maar het voelt historisch gezien als een enorme stap terug. Iedereen trekt zich terug in zichzelf en zaait angst, terwijl je juist met een open vizier de wereld tegemoet moet treden om problemen op te lossen.”

Een stel tirannen
De kans is groot dat we kunnen rekenen op nog veel meer van die rebellie. Erg optimistisch over de naderende verkiezingen is LIFE namelijk niet. “We hopen dat de Tories niet terug in de regering komen, want dat zijn een stel tirannen”, meent Mez. “Ik kan mij alleen niet voorstellen dat Labour een echte bedreiging voor hen kan vormen. We might be doomed.” De bandleden hebben zich de afgelopen tijd dan ook ingespannen om dat te voorkomen. Green en Baxter gaan regelmatig langs lokale gigs om het jonge publiek daar ervan te overtuigen hun stem te gebruiken. “Veel jongeren stemmen niet, omdat ze denken dat het niets zal veranderen, terwijl het juist het enige is dat wél iets kan veranderen”, meent Mick. Mez voegt toe: “Use your voice, use your vote, it’s in your hands.” Het lijkt geen toeval dat het laatste deel van dat mantra de eerste zin is op het debuut van zijn band. “Jonge mensen hebben de toekomst in hun handen”, besluit hij. “Maar mocht het allemaal toch fout gaan, dan hebben wij in ieder geval iets om een Volume 2 over te schrijven.”