Declan McKenna: “De wereld is eng geworden en ik wil hem veranderen”
1 juni 2017
Welcome to The Village
21 – 22 – 23 juli
De Brexit, Donald Trump, de talloze aanslagen; de moderne wereld gaat gepaard met vele problemen. De Britse muzikant Declan McKenna (18) groeide ermee op en schrijft de soundtrack voor zijn generatie. “Veel jongeren maken zich zorgen over hun toekomst.”
McKenna kwam ter wereld in 1998, drie jaar voor de aanslagen in New York die de westerse wereld op zijn kop zetten. Waren de roaring nineties nog een periode van economische voorspoed, McKenna groeide op in een heel andere wereld. Hij maakte de bankencrisis mee, de vele aanslagen en het opkomend populisme. Nu dat populisme zelfs heeft geleid tot de aangekondigde Britse vertrek uit de EU, stapelen de onzekerheden zich ook op voor Britse bands. Kunnen ze straks nog gemakkelijk touren door de EU, voor hen een belangrijke markt?
Tegelijkertijd leveren Britse bands in qua relevantie. De tijden van Cool Britannia lijken alweer eeuwen geleden, en overal ter wereld gaan groepen als DMA’s, Communions en Jagwar Ma succesvol aan de haal met het muzikale cultureel erfgoed van de Britten. Het Londense nachtleven ligt ook nog eens op zijn gat, en de Britse hitlijsten worden – zoals overal – overspoeld door wat de tegendraadse Songfestival-winnaar Salvador Sobral onlangs nog omschreef als ‘fast-food music’: oppervlakkige elektropop van artiesten als Drake, Calvin Harris en Martin Garrix. Waren de Britpop- en Madchester-tijd in de jaren ‘90 goed voor talloze top-40-successen van Britse indiebands, tegenwoordig moet je Ed Sheeran of Clean Bandit zijn om als Britse act nog wat te kunnen betekenen in de vaderlandse hitlijsten.
“De Brexit heeft een enorme impact op onze toekomst. De overheid moet jonge mensen veel meer aansporen om te stemmen.”
Afijn, het heeft er dus weleens wat florissanter uitgezien voor onze overzeese collega-muzikanten. Wat de muziekindustrie in Groot-Brittannië daarom nodig lijkt te hebben, is iemand die deze misère om kan zetten in muziek met een boodschap. Tijdens de vorige golf van Britse indiemuziek, medio jaren nul, was het juist die boodschap die bij vele bands ontbrak. The Kooks zongen ‘you don’t love me’ en Franz Ferdinand wilde, zoals de band dat vaak zei, simpelweg ‘de meisjes aan het dansen krijgen’. De grote thema’s werden over het algemeen geschuwd, sommige uitzonderingen daargelaten. Neem bijvoorbeeld het uiterst treffende The World Was a Mess But His Hair Was Perfect van The Rakes.
Maar de world was nog niet zo’n mess in 2007. Nu, in 2017, lijkt het wel die kant op te gaan, gezien de grote electorale successen van met fascisme flirtende politici als Trump, Wilders en Le Pen. Democratische vrijheden staan in toenemende mate op het spel in het westen. Komt zoiets in het geding, dan begint de tegenbeweging, zo leert de ervaring. Muzikaal wordt deze golf in Engeland momenteel ingezet door jonge bands, waarvan de leden zichzelf volgens generatiegeneralisten mogen scharen onder de Generatie Z. Rockband VANT is een goed voorbeeld; iedere show van deze groep gaat gepaard met politieke en feministische statements.
Ook McKenna is zo iemand. Achttien jaar is hij, en zijn nummers zijn doordrenkt van politieke boodschappen. McKenna schrijft over de onzekere toekomst van zijn generatie, de angst voor aanslagen en hij heeft zelfs een nummer over de corruptie van de FIFA (Brazil). McKenna lijkt het activisme uit zijn familie te hebben, die Ierse wortels heeft. Een van zijn verre voorvaderen – een oudoom – vocht in 1916 in de zogeheten Easter Rising, waarbij de Ieren tegen de Britse overheersers opkwamen en hun Republiek het licht zag. Het is een verhaal dat vaak op feestjes bij de familie McKenna de revue passeert.
Zelf groeide McKenna op in het Britse Hertfordshire, een landelijk gebied ten noorden van Londen. Zijn thuisplek omschrijft de muzikant als ‘fijn om op te groeien’, maar hij weet: het is niet de plaats waar hij oud zal worden. Zijn muziek bracht hem al talloze malen richting Londen en nu The Daily Indie met McKenna spreekt, is het dan ook de Britse hoofdstad waar we naartoe bellen.
Die Brexit, McKenna zit er goed mee in zijn maag. Toen de Britten vorig jaar naar de stembus gingen, was hij zelf nog te jong om het vakje met Remain in te mogen kleuren. Tegelijkertijd zag hij om zich heen dat veel jonge mensen niet de moeite namen om te stemmen. Hadden ze dit wel gedaan, dan was Groot-Brittannië misschien gewoon EU-lid gebleven, gezien de summiere overwinning van 51,9 procent voor het Leave-kamp. “Dat was zo frustrerend”, zegt Mckenna, die bedachtzaam spreekt en continu zijn woorden weegt.
“De Brexit heeft een enorme impact op onze toekomst. De overheid moet jonge mensen veel meer aansporen om te stemmen. Er moet meer onderwijs over komen op scholen. Het waren mijn vrienden en familie die me dingen leerden over politiek, want op school leerden we niets over het belang van het stemmen.” Het probleem, zo stelt McKenna, is dat de Britse, heersende Conservatieve Partij er baat bij heeft dat weinig jongeren stemmen. “Dat betekent minder stemmen voor the lefts. De nieuwe verkiezingen staan voor de deur en de realiteit is wel dat veel jonge mensen niet zo veel geven om politiek. Dat is een groot probleem.” McKenna zelf is fan van de klassiek linkse Labour-leider Jeremy Corbyn. ‘Hij is niet perfect, maar hij toont compassie. Hij geeft om normale mensen, wat je van veel politici in Groot-Brittannië niet kunt zeggen. Het probleem is alleen dat hij de media tegen zich heeft.”
“Ik geef om veel zaken, maar ben tegelijkertijd ook een hyperactieve achttienjarige.”
McKenna’s muziek leent op harmonisch vlak duidelijk elementen van de Britse indiebands van de noughties. Zijn stem heeft wat weg van die van decennium-iconen als Luke Pritchard (The Kooks) of Blaine Harrison (Mystery Jets). McKenna’s synthesizerwerk heeft ook wat van de postpunkrevival van die tijd, en als McKenna elektronisch alle registers opentrekt, doet zijn muziek denken aan de avantgarde van Patrick Wolf. McKenna is de eerste om toe te geven dat hij jarenlang veel luisterde naar het werk van de generatie voor hem. Hij is de jongste uit een gezin van zes kinderen en het was zijn oudste broer – nu bijna dertig jaar – die de Brit introduceerde aan al die indiebands uit het vorige decennium.
McKenna zegt actief naar muziek te luisteren sinds hij “een jaar of vier” was. Zijn vroegste muzikale herinneringen zijn het – thematisch nog steeds relevante – album American Idiot van poppunkband Green Day en de muziek van tienerband Busted. “Door hen dacht ik: ik wil een rockster worden”, zegt McKenna.
Rond zijn zevende levensjaar speelde McKenna al in een bandje met zijn zus en twee neven. De band schreef zijn eigen materiaal, maar het project strandde na een tijdje. Toen McKenna dertien jaar was, besloot hij dat hij singer-songwriter wilde worden. Het waren de jaren van Jake Bugg en de folkhype, die vele solozangers en –zangeressen opleverde. McKenna ging steeds meer nummers schrijven, en liet zich beïnvloeden door alles wat hij tegenkwam. Zo ontdekte hij via zijn vader de klassieke rock van groepen als The Who en Wishbone Ash en introduceerde zijn moeder hem aan de popmuziek uit de jaren tachtig.
In 2015 schreef McKenna het nummer Brazil. Het nummer vormde een aanklacht tegen de corrupte praktijken van de FIFA tijdens het WK voetbal een jaar eerder in het straatarme Brazilië. ‘The people are dying to get a TV’, zingt McKenna erover. Dit ene liedje, en zijn deelname aan een talentencompetitie van popfestival Glastonbury, richtten de schijnwerpers al vroeg op McKenna. Opeens waren meer dan twintig labels geïnteresseerd in de muzikant. Terwijl de Brit nog bezig was met zijn examens, stond hij al te praten met allerhande managers en labels.
“Erg vreemd was dat”, zegt hij erover. “Dat ze op basis van één liedje zo geïnteresseerd zijn, is onnatuurlijk. Maar het moest gebeuren. Ik moest deze wereld leren kennen.” McKenna viel uiteindelijk voor het grote Columbia. Wat al die labels in de jonge McKenna gezien moeten hebben, hij weet het zelf ook niet. “Misschien vonden ze mij een cute British boy”, lacht McKenna de vraag weg. Hij komt bescheiden over; het draait hem niet om hemzelf maar om zijn boodschap, lijkt hij uit te stralen.
Inspiratie haalt McKenna uit wat hij om hem heen ziet gebeuren in de wereld. En soms is dat best heftig. McKenna’s muziekcarrière zorgde er namelijk voor dat hij enkele historische gebeurtenissen van dichtbij meemaakte. Zo tourde hij door de Verenigde Staten tijdens de felle campagne tussen de weinig populaire Hillary Clinton en de autocratische Donald Trump. “Het werd erg surreëel”, blikt McKenna terug. “We reisden door de midwest, waar volop campagne werd gevoerd voor Trump, en niet voor Hillary. Toen pas zag ik dat hij zoveel support kreeg. Ik had me dat van tevoren helemaal niet zo gerealiseerd. Het was erg beangstigend, want de Trump-stemmers waren er ontzettend gepassioneerd over. Mensen die voor Hillary stemden, deden dat vooral omdat er geen redelijk alternatief leek te zijn.”
Ook tijdens de aanslagen in Parijs was McKenna dicht in de buurt. Op de avond van het Parijse bloedbad in 2015 had de jonge muzikant een optreden in de Franse hoofdstad. Zijn hotel zat op tien minuten loopafstand van een van de aanslagen. McKenna speelde deze avond al vroeg in een café en na de set bleef hij een tijdje in de kroeg hangen, nietsvermoedend. “Plotseling kwam iemand van de Franse afdeling van mijn label aanlopen, die zei: er is een shooting om de hoek. Niemand wist wat er aan de hand was. Ik dacht dat hem om een gang ging, of zoiets.” Uit vrees zich straks achter de bar te moeten verstoppen, sprong het team in een auto. “We zetten de radio aan en door het Frans heen kon ik verstaan dat het foute boel was. Ik was zo verward, en kreeg steeds maar stukjes informatie. Die nacht in het hotel kon ik niet slapen.”
Het leverde hem de inspiratie op voor zijn bekendste nummer; The Kids Don’t Wanna Come Home. ‘I don’t know what I want’, zingt een ontdane McKenna daarin. ‘I guess I could start a war, I guess I could sleep on it.’ Het nummer gaat, zoals de titel al doet vermoeden, over de onzekerheid van de huidige generatie jongeren. “De wereld is eng geworden”, zegt McKenna. “Het nummer gaat over angst, maar ook over het willen opstaan tegen deze problemen. Ik wil onderdeel zijn van een veranderingsbeweging. Toch heeft het nummer ook wat speels. Ik vind dat iedereen die jong is de kans moet hebben om zich jong te voelen. Je moet kunnen genieten zonder bang te zijn.” McKenna voelt zich dan ook geen oude ziel in een jong lichaam, benadrukt hij. “Ik geef om veel zaken, maar ben tegelijkertijd ook een hyperactieve achttienjarige. Tegen mijn vrienden ben ik heel vaak niet zo serieus en ik ga ook graag naar pubs en feestjes. Having a laugh.”
“Veel mensen zijn vol doom and gloom, maar we moeten er het beste van maken. Hopelijk worden de zaken niet te shitty.”
McKenna’s grote uitspraken hebben ervoor gezorgd dat Britse media hem al omschrijven als ‘de stem van zijn generatie’. Het is zo’n label waar de bescheiden tiener maar weinig mee kan. “Ik denk dat er heel veel andere slimme, jonge mensen zijn die iets toevoegen aan de wereld. Ik ben maar een kleine schakel in een groter groeiend netwerk van jonge mensen die zich met politiek bemoeien. Om mij nu al de stem van een generatie te noemen, is te vroeg.” Waar die politieke golf plotseling vandaag komt, weet hij zelf ook niet. McKenna wijst naar het internet; een zee van informatie. “Voor de rest zal het ermee te maken hebben dat veel jongeren zich net als ik zorgen maken over hun toekomst.”
Op 21 juli verschijnt McKenna’s debuutalbum What Do You Think About the Car?. De plaat staat vol met politieke songs en dat heeft ook een persoonlijke reden. McKenna geeft toe dat hij het als schrijver moeilijk vindt om puur persoonlijke teksten te schrijven. “Ik probeer het wel vaker de laatste tijd”, zegt hij. “Want er gebeurt nu ook meer in mijn leven. Toch blijf ik het ingewikkeld vinden. Meestal leidt het bij mij tot politieke nummers, met ergens een referentie naar mijn eigen leven.” Toch geeft McKenna toe: het is ook zeker een bewuste keuze om over politiek te schrijven. Reflecteren op de wereld, daar is het hem om te doen.
Het debuut nam McKenna afgelopen jaar tussen zijn tours op. In januari was de mix klaar. De Brit werkte voor What Do You Think About the Car? samen met producer James Ford, die zijn sporen al heeft verdiend bij – jawel, weer zo’n typische jaren nul-band – Arctic Monkeys. McKenna beschrijft Ford als een ‘geïnteresseerde’ en ‘geweldige gast’. “Op veel van de nummers speelt hij de drums, ik deed dan de toetsen en vocalen. Hij heeft gezorgd voor wat Motown- en progressieve rock-invloeden. James heeft mijn sound omvangrijker gemaakt. We hebben zelfs een cello op de plaat staan.”
McKenna lijkt zijn eigen ticket naar de toekomst hiermee te hebben gewaarborgd. Hij ziet zichzelf dan ook niet snel iets anders doen dan werken in de muziekindustrie. Met Spotify en YouTube als zijn spreekbuis en muziek als zijn uitlaatklep. Als we de muzikant vragen wat hij uiteindelijk hoopt te bereiken, laat de achttienjarige in Mckenna zich weer horen: “Ik wil gewoon blij zijn, hoe gek het ook klinkt. Je kunt naar veel dingen verlangen, maar ik wil gewoon lol maken. Genieten.” Kun je nog steeds blij zijn in tijden van een Brexit? McKenna glimlacht. “Ja, dat denk ik echt. Veel mensen zijn vol doom and gloom, maar we moeten er het beste van maken. Hopelijk worden de zaken niet te shitty.”
Declan McKenna speelt 23 juli op het Leeuwardense popfestival Welcome to The Village.
WEBSITE WELCOME TO THE VILLAGE | FACEBOOK-EVENT