Interview

De ‘night vibe’ van Kurt Vile en zijn grote idool: Nick Cave


3 juni 2016

Na het zonnige ‘Wakin’ on a Pretty Daze’, keerde de Amerikaanse multi-instrumentalist Kurt Vile afgelopen najaar terug met een geluid dat stukken donkerder was: ‘b’lieve I’m going down’. Geïnspireerd door helden zoals Nick Cave en Steely Dan en zijn eigen night vibe, kwam Kurt Vile met deze sound aanzetten.

Zijn telefoon wil niet met het wifi-netwerk verbinden, vertelt Kurt Vile wanneer hij opkijkt van de tafel en zijn lange haar uit zijn gezicht veegt. “Jammer. Ik wilde proberen een paar berichten naar huis te sturen voor je zou beginnen.” Hij heeft twee jonge dochters en een vrouw thuis in Philadelphia, en het reizen valt hem steeds een beetje zwaarder. “Gelukkig krijgen mijn dochters thuis les. Dat maakt het wel iets makkelijker om ze tussendoor te zien. En gelukkig is er meestal wifi.” Hij zou nog wel wat koffie willen, besluit hij. “Kan dat? Wil jij ook? Dan vraag ik het even.” Een antwoord wacht hij niet af, hij is alweer vertrokken en komt terug met twee koppen koffie.

Na het bijzonder goed ontvangen ‘Wakin’ on a Pretty Daze’ was de druk voor ‘b’lieve I’m going down’ op z’n minst hoog te noemen. Nonchalant als beroepsslacker Vile lijkt, vertelt hij dat hij zich wel degelijk van die druk bewust was. Soms kreeg hij tijdens de opnamen niets meer uit zijn vingers. “Ik voelde me soms paranoïde. Dan was ik opeens bang dat ik mijn gitaar niet goed had gestemd. En als ik dat dan opnieuw deed, was ik nog steeds bang dat ‘ie vals was. Dat ging steeds in cirkels.” Naast de gitaar heeft ook de piano een belangrijke plek op het album veroverd. Of het meespeelde dat deze zelden gestemd hoeft te worden? Vile lacht. Dat niet. “Maar het is wel een fijne bijkomstigheid. De belangrijkste reden was dat ik meer van mezelf kan laten zien.”

De carrière van Vile zit in de lift, voelt hij. “Het is net alsof ik een trap aan het beklimmen ben. Iedere keer komen meer mensen naar mijn shows, verkoop ik meer albums en krijg ik betere recensies.” Die leest hij allemaal. Dat is weleens anders geweest, in tijden dat hij minder zelfverzekerd was. “Toen was ik nog jong. Of ja, eigenlijk heb ik het maar over een paar albums geleden.” Inmiddels leest hij zelfs de commentaren op Facebook en Youtube, uit een soort drang om te weten wat men vindt.  Hij lacht hardop wanneer hij dat vertelt. “Youtube is het ergst. Daar zitten alle haters die echt niets te doen hebben. Die mensen zitten de hele dag alleen maar haat uit hun computer te rollen.” Het is een paar seconden stil, en dan is er opnieuw die korte, bulderende schaterlach. “Dat is toch schitterend. Stel je voor dat het je hobby is om Kurt Vile te haten.”

Night vibe
‘b’lieve I’m going down’ grijpt wat betreft sfeer nog het meest terug op Smoke Ring for my Halo (2011). Waar de sfeer op ‘Wakin’ on a Pretty Daze’ relatief zonnig was, had Vile bij dit album juist een night vibe voor ogen. “Ik ben helemaal geen down persoon. Ik vind mezelf juist positief, en vind van mezelf dat ik veel humor heb. Maar ik ben wel realistisch, en dan moet je ook de duistere momenten die bij het leven horen omarmen.”  Voor dit album schreef Vile de nummers bij voorkeur ‘s nachts met een gitaar op de bank, wanneer iedereen sliep. The magic hour, noemt hij dat zelf. Een van de locaties waar hij het album opnam, het woestijnachtige nationaal park Joshua Tree, was zo’n magische plek waar die night vibe vanzelf in zijn liedjes sloop, vertelt hij. Dit park paste perfect bij het spacy, psychedelische folkalbum dat hij voor ogen had.

“Ik ben enorm groot liefhebber van traditionele folk, maar we leven inmiddels wel in twothousand… something, whatever. Het zou zonde zijn om al m’n inspiratie uit die oude folk te halen. Er is zo veel meer dan dat, dat moet je allemaal gebruiken.”

Ook nam hij een deel van het album op aan de Eastcoast, waar hij versterking kreeg van onder andere Stella Mogwaza van Warpaint en Farmer Dave Scher. Geweldige muzikanten, vindt Vile, maar inmiddels ook goede vrienden. Mogwaza en Scher leverden al eerder een bijdrage aan het album, maar dit was de eerste keer dat ze samen live alles inspeelden. Als het aan Vile lag, zouden ze ook meegaan op tour, maar dat ligt niet zo makkelijk met zijn Violators. Hij zucht. “Weet je wat het is: in een ideale wereld zou ik zeggen: de ene dag neem ik Stella mee, en de andere dag Kyle (red. – Spence). Maar dat werkt natuurlijk niet zo.”  Voorlopig blijven de Violators dus onaangetast, maar Vile sluit niet uit dat er in de toekomst iets gaat veranderen. “Het nadeel van mannen vind ik dat ze zo stug zijn. Vooral Westcoast-types zoals wij. Geloof me: zet er een paar bij elkaar en het wordt een norse boel.” Hij gaat staan en doet een imitatie: hij veegt zijn haar voor zijn ogen, armen over elkaar en begint te grommen. “Snap je? En Eastcoast-mannen pakken de groove minder snel. Waarom weet ik niet. Misschien zijn ze onzeker over hun seksualiteit, dat zou kunnen.”  Hij haalt zijn schouders op. “Ik niet hoor, ik ben niet bang om mijn mannelijkheid te verliezen.”

Tot die tijd zullen er regelmatig gastmuzikanten opduiken, verwacht Vile. En hij blijft naar inspiratiebronnen zoeken. Voor de naasten van Vile betekent dit dat ze een periode lang steeds opnieuw dezelfde platen te horen krijgen. “Ik heb bijvoorbeeld mijn vrienden tot vervelens toe naar Steely Dan laten luisteren. Ze vinden het verschrikkelijk, maar ik kan er ontzettend van genieten.” Hij gniffelt. “Zij begrijpen het niet, maar ik vind Steely Dan fantastisch.” Ook heeft hij voor het pianospel goed naar Randy Newman geluisterd, en naar piano-koning Nick Cave.

Nick Cave
Vile veert op wanneer de naam van Cave valt, en zijn ogen beginnen te glimmen. “Ach, Nick. Hij is voor mij een soort Black Elvis. Een levende legende: onbereikbaar en ongrijpbaar.” Eén keer was Vile dichtbij een ontmoeting met zijn held. “Ik mocht voor hem openen, en zat tijdens zijn soundcheck in de zaal van het theater waar we zouden spelen. Hij liep over het podium en onze blikken leken elkaar heel even te kruisen.” In plaats van te glimlachen, voelde Vile zich zo geïntimideerd dat hij trillend ineen dook in zijn stoel. “Daarna heb ik hem niet meer gezien.” Hij zucht. “Ik vind het moeilijk om over Nick te praten omdat hem het allerergste wat een vader kan gebeuren is overkomen.” Eind juli overleed de 15-jarige zoon van Cave na een val van een klif. “Mijn grootste wens was altijd om hem te ontmoeten. Ik denk veel aan hem en zijn verlies. Hij is zeker een ander persoon nu en zal nooit meer helemaal de oude Nick worden. Maar misschien, misschien zal ik hem ooit nog ontmoeten, over een tijdje.”