Interview

Father John Misty: “Die kaarsjes daar op tafel: draaien die echt of lijkt dat maar zo?”


20 februari 2015

Onder de naam Father John Misty brengt Josh Tillman – oud-drummer van Fleet Foxes – in februari zijn tweede album ‘I Love You, Honeybear’ uit: “Ik ben klaar met het spel dat ik steeds moest spelen.”

Het is in eerste instantie een onopvallende verschijning, Josh Tillman, met zijn baard en sluike bruine haar. Maar wanneer hij opstaat en in zijn grote, bruine bontjas de lobby van het Hotel V in Amsterdam doorkruist kijkt iedereen even op om te zien wie die lange man is. Hij lanceerde vlak voor de release van zijn album een flashy site met stockfoto’s van knappe jonge mensen die muziek luisteren. De teksten beschrijven de vreugde van gratis muziek. Dus gooide hij zijn album daar ook vast op, wel uitsluitend in MIDI. Want, zo stelt hij cynisch, dan kunnen mensen vast horen of de compositie hen bevalt voor ze het album kopen.

Hij moest even kijken hoe het met zijn vrouw Emma gaat, vertelt Tillman wanneer hij terug is. Ze zit iets verderop te wachten op een bank. Ze is regisseur en gaat overal met hem mee naartoe als ze niet werkt. Hij praat traag, zijn woorden weegt hij zorgvuldig. Ze trouwden vorige zomer, vertelt hij. Hij is even stil en kijkt gebiologeerd naar een tafel verderop. “Die kaarsjes daar op tafel: draaien die echt of lijkt dat maar zo?”

Laatst bracht je de videoclip van Chateau Lobby #4 uit, een video die je samen met Emma maakte. De video filmde je zelf op een iPad.
“Emma en ik waren in Hotel Chateau Marmont in LA voor ons huwelijksjubileum. We maken graag dingen samen, daarom hebben we toen daar de video voor dit nummer gemaakt. Met dit album waren de video’s een groot probleem. De nummers zijn zo intiem dat ik niet wist wat voor videoclip recht zou doen aan het nummer. Het blijft altijd een fantasie. Ik kan niet als een of andere acteur in een corny ass videoclip doen wat een regisseur zegt als het nummer waar het uiteindelijk om draait zo echt is. Daarom besloot ik het zelf te filmen. Ook al was de platenmaatschappij daar minder blij mee.”

Want die zagen liever een videoclip met een hele crew eraan vast?
“Het enige wat zij tegen mij zeiden was: “Josh, dit gaat niet heel groot worden.” Want dan moet je een beroemdheid hebben, of een heel gladde productie, maar dat is juist wat ik niet wil. Als ik nu naar de video’s kijk die ik voor mijn vorige album heb gemaakt vind ik ze niet meer bij me passen. Maar toen speelde ik het hele spel nog mee en deed ik alles wat er van me verwacht werd. Nu wil ik alleen nog maar dingen maken die ‘echt’ zijn. Zoals de video’s van John Lennon en Yoko Ono in bed: dat is geen fantasie.”

Waarom moet alles zo echt zijn?
“De nummers op dit album zijn stuk voor stuk ongelooflijk persoonlijk en dat maakt het voor mij zowel makkelijker als moeilijker. Ik schrijf makkelijk omdat de thema’s dicht bij me staan, maar ik raakte continu verlamd uit angst dat de nummers daardoor te sentimenteel zouden worden. En sentimenteel is niet goed. Ik durfde heel lang geen nummers te maken die mooi waren, uit angst dat het heel cheesy zou worden. Sentimentaliteit is geen emotie, het is iets dat alle gevoelens heel triviaal laat lijken.”

En toen besloot je je album wel ‘I Love You, Honeybear’ te noemen?
“Dat is voor mij  juist weer niet sentimenteel, omdat het juist heel oprecht laat zien hoe ik het voel. De muziek mocht niet sentimenteel worden. Daarom heb ik sommige nummers in eindeloos veel verschillende versies gespeeld tot het eindelijk goed voelde. Chateau Lobby #4 begon als een rocknummer, werd daarna country, toen meer dreampop en pas toen ik mijn angst voor sentimentaliteit een beetje kon loslaten werd het wat het nu is. Ik dacht soms dat ik gek werd. Het voelde bij vlagen als een grote headfuck.”

En nu moet je die nummers live spelen.
“De eerste keer dat ik die nummers voor mensen moest spelen, klapte ik dicht. Ik begon te blozen, ik kon niet meer nadenken en vroeg mezelf alleen maar af wat ik in godsnaam had gedaan. Ik had mijn hele ziel in mijn album gestopt en daar zaten een paar mensen in de kamer te kijken hoe ik mijn leven met hun deelde. Dat was op mijn vorige album een stuk minder het geval. Maar het is goed om mee te maken, denk ik. Ik denk graag dat het artistieke groei is.”

Tot slot: je eerste single heette Bored in The USA en aan het eind van het nummer is een lachband te horen. Wat wilde je met dat nummer zeggen?
“Die tape staat symbool voor alles wat mis is aan de VS: de leegte van het bestaan van de inwoners. Mensen hebben de ziekelijke behoefte om alles weg te lachen, vandaar die tape. Zelfs hun pijn mogen ze niet voelen, omdat het beeld heerst dat er altijd mensen zijn die het slechter hebben getroffen. Lege retoriek, maar iedereen houdt zich daaraan vast. Mensen zitten en wachten tot het leven zich aandient. Op die manier gaat je leven niet vooruit. Amerikanen willen niet toegeven dat ze doodsbang zijn, die Puriteinse moraal leeft nog heel erg. En maar blijven lachen, zo’n lege, droevige lach als op de lachband.”