Interview

INTERVIEW: Crocodiles


1 december 2012

Na een Europese tour blijft Crocodiles in Berlijn hangen om hun derde album ‘Endless Flowers’ op te nemen. Een album waarop de band zich verder ontwikkelt in hun psychedelische neo-shoegaze en zich meer en meer bevindt in een interessant schemergebied tussen de duistere kant van Echo And The Bunnymen en de vrolijke wereld van The Archies. In de deftige vertrekken van de NWE Vorst spreek ik oprichters en bandleiders Brandon Welchez en Charles Rowell over hun shoegaze-kindje: Crocodiles.

Eerst even over de tour in Europa. Op Twitter was te lezen dat de band ‘buttfucked by Ryanair’ was. Zanger/gitarist Welchez legt uit: “Naja, je weet hoe Ryanair bekend staat om hun lage tarieven en zo. Goed, we zouden voor een festival een vlucht maken van Brussel naar Rome en kwamen op het vliegveld aan met alleen onze gitaartassen. Geen koffers. Maar we mochten ze niet meenemen aan boord, tenzij we echt een ticket zouden kopen voor een stoel. En in plaats van budgettarieven, kosten die stoelen 250 euro per stuk. Dus dat werd dan ineens 500 euro! We konden dat niet betalen, dus toen kon er één iemand niet mee. Dat werd uiteindelijk Charles. Anders was er geen zang.” Gitarist Charles Rowell voegt toe: “Het was alsof je naar The Beatles ging kijken, maar dan zonder George Harrison, ha ha.” Welchez: “We klonken wel een beetje als een band die onze nummers aan het coveren was.” Rowell: “Een soort Metallica zonder Kirk Hammett.”

Endless Flowers
Gelukkig is de voltallige band erbij op Incubate, met een nieuwe plaat op zak die veel positieve, maar ook wat minder goede reacties kreeg. Zo zou de band elke keer hetzelfde doen en zich niet vernieuwen: “Pfff, come on! Je hoort toch wel degelijk een groot verschil tussen de albums, in sound en productie. Ik snap niet zo goed hoe je dat niet kunt horen… De nummers en de sound worden telkens anders, alleen al vanwege de setting waarin we tegenwoordig spelen. We hebben nu echt met een hele band de plaat opgenomen, terwijl we eerst veel met drumcomputers en loops werkten.” Want ook dat laatste is redelijk nieuw. De nu vijfkoppige band begon ooit als duo met Welchez en Rowell: “De muziek was nooit geschreven voor een duo, want we hadden wel drumcomputers, basloopjes, synthesizers en dergelijke. Maar het werd saai om telkens maar weer hetzelfde te spelen. Je kon van A naar B, maar nooit eens langs C, dus dat ging toch vervelen op een gegeven moment.”

Ook de inspiraties van de band blijven veranderen: “Op een debuutplaat laat je als band vaak horen waar je vandaan komt en wat je inspiraties zijn. Maar een goede muzikant gaat weer snel een andere richting op en blijft inspiratie uit allerlei soorten muziek halen. Verschillende dingen inspireren ons dan ook. Dat kan alleen een geluid van een snare-drum zijn of een bepaalde sound van een delay. We kennen genoeg bands in ons genre die alleen maar binnen dat wereldje leven, maar er is te veel goede muziek om je alleen maar daar op te richten”, benadrukt Welchez.

Op de vorige plaat ‘Sleep Forever’ werkte de band samen met producer James Ford (o.a. Arctic Monkeys, Klaxons). Toch hebben ze het laatste album helemaal zelf geproduceerd. Welchez: “We wilden best graag weer met James werken, maar we hadden tussen het touren door weinig tijd om de studio in te duiken. Qua agenda’s zouden we dan nog een half jaar moeten wachten om weer samen te kunnen werken. Daarnaast zijn er niet veel mensen waar we echt graag mee willen werken en we dachten dat we het wel zelf zouden kunnen. Dus hebben we het gewoon gedaan.”

Zonder veel hulp zaten ze daar ineens met de band in een studio vol apparaten en mogelijkheden: “Kijk, het scheelde dat we dezelfde engineer hadden als bij de vorige plaat. Hij was bekend met de hele studio en met ons geluid, dus wij hoefden eigenlijk alleen maar hem aan te sturen met onze wensen. Het was alsof we hiermee een deur opende naar een nieuwe ruimte, waarin we allerlei nieuwe dingen ontdekte voor deze plaat. Maar we hebben ook veel ideeën voor toekomstige opnamen opgedaan”, zegt Rowell.“ Los daarvan hebben we natuurlijk ook de andere bandleden gedirigeerd binnen het geheel en het was fijn om met hen ideeën uit te wisselen en een klankbord te hebben. En ze zijn gewoon eerlijk tegen ons als ze het niks vinden, ha ha.”

Bewegend dartbord
Zo blijft de band veranderen. Welchez en Rowell zien dan ook nog genoeg uitdagingen voor de toekomst: “Elke plaat die we maken is weer een documentatie van dat moment. Op artistiek niveau, maar ook hoe we leven, over dingen nadenken en wat we allemaal ervaren. Het is eigenlijk alsof we telkens dartpijltjes gooien op een bewegend dartbord en we proberen zo dicht mogelijk bij de roos te komen op dat moment. En als de plaat af is, zijn we alweer bezig met wat we daarna willen gaan doen. Je bent nooit klaar met voortbewegen. Of je moet de perfecte plaat hebben geschreven, maar daar geloof ik niet in.”