Feature

Inspired By… The Libertines & Wilfred Owen


19 april 2021

In onze serie ‘Inspired By…’ gaat Cor de Jong op zoek naar de literaire inspiratiebronnen achter popsongs. Iedere maand licht hij één schrijver of dichter uit, die op zijn of haar manier een stempel(tje) heeft gedrukt op de popmuziek. Dat kan zijn in de vorm van een citaat, een subtiel knipoogje, het terloops noemen van een titel of een naam.

Illustratie Zep de Bruyn

Toen The Libertines in 2014 weer bij elkaar kwam, betekende dit de reünie van de twee frontmannen Carl Barât en Pete Doherty. De break-up van de band, zo’n tien jaar eerder, was te danken aan het overmatige drugsgebruik, maar ook aan de haat-liefdeverhouding tussen de twee, die beurtelings als kemphanen en tortelduiven door het leven gingen.

De reünie leverde bovendien een derde studio-album op, Anthems For Doomed Youth (2015). Dat album werd behoorlijk positief ontvangen. Het album bevat verschillende literaire referenties, zoals vaker het geval is bij The Libertines (lees hier bijvoorbeeld over Pete Doherty en de Franse avant-garde schrijver Jean Genet). De titel van het album springt het meest in het oog. Die verwijst, evenals de title-track, naar een gedicht van Wilfred Owen, een van de bekendste Great War Poets.

The Libertines – Anthem For Doomed Youth
Here’s a story about the rules of death or glory
To be learned by heart by all children of men
It’s the hour of the morning on the day after the dawning
When the sun they said would never set finally set again
Was it Cromwell or Orwell who first led you to the stairwell
Which leads only forever to kingdom come
Rushed along by guiding hands whispers of the promised land
They wished you luck and handed you a gun

Life could be so handsome
Life could be so gay
We’re going nowhere
But nowhere, nowhere’s on our way

In the pub that night
Racking out the lines of shite
Putting to right
All of the world’s great wrongs
Yes we thought that they were brothers
Then they half-murdered each other
Then they did a karaoke turn
And murdered our best song

Told the governor’s wife
About the last night of his life
She turned away in tears
Called you a liar
Where are all the old dreams now?
The batallions, once so proud
Lost in some old song and hanging on the old barbedwire

Life could be so handsome
It’s all gonna be okay
We’re going nowhere
But nowhere, nowhere’s on our way

Nowhere in the institutions
Did they teach that revolution
Was something that could ever come to pass
Oh we tried one, once before
Was the king’s head on the floor
And we got booted out the boozer
Cause someone smashed the glass

Life could be so handsome
Life could be okay
We’re going nowhere
But nowhere, nowhere’s on our way


‘Rules of death and glory’
Wilfred Owen kwam om in de nadagen van de Eerste Wereldoorlog. In zijn gedichten doet hij verslag van het onmenselijke bestaan in de loopgraven. Waar in zijn vroegste gedichten nog een zekere strijdlust en vaderlandsliefde doorklinken, zien we in zijn latere gedichten alleen nog cynische commentaren op de zinloze slachtpartij waar hij deel van uitmaakte.

Dat zien we ook in dit gedicht waarin de dichter zich hardop afvraagt wat voor kerkklokken zullen luiden voor ‘hen die sterven als vee’. Het enige koor dat voor hen zal zingen wordt gevormd door het schrille gefluit van de granaten. Het zijn schrijnende beelden die Owen oproept, die de meedogenloosheid van de oorlog tonen en benadrukken hoe mensonterend de soldaten aan hun eind komen.

De oorlogsbeelden uit het gedicht komen terug in de songtekst, waarin het ook gaat over de ‘rules of death and glory’ en waar beschreven wordt hoe mannen onder valse beloftes naar een zekere dood worden gestuurd. En ook hier eindigt het mensonterend: ‘The batallions, once so proud / Lost in some old song and hanging on the old barbed wire’.

Gaat het alleen over oorlog? Of wordt die oorlog ook als metafoor gebruikt voor de problematische verhouding tussen Doherty en Barât? Zeker de zinsnede: ‘Yes we thought that they were brothers / Then they half-murdered each other / Then they did a karaoke turn / And murdered our best song’ lijkt betrekking te hebben op hun tweeslachtige relatie. Er is vaak gespeculeerd over de vraag in hoeverre Doherty en Barât geliefden waren. Zelf zijn ze hier altijd schimmig over geweest.

Dat stelt de verwijzing naar het gedicht van Wilfred Owen in een bijzonder daglicht. Owen schreef het gedicht in het hospitaal Craiglockhart, waar hij de dichter Siegfried Sassoon leerde kennen, die zich ontpopte tot zijn mentor. Over hun onderlinge relatie is al evenveel gespeculeerd als over die van Doherty en Barât. Het staat in elk geval vast dat dit gedicht, ‘Anthem For Doomed Youth’, sterk beïnvloed is door de commentaren van Sassoon. Sassoon las het niet alleen, hij zette er ook verbeteringen bij. In het oorspronkelijke handschrift is te zien dat Owen het gedicht ‘Anthem For Dead Youth’ had willen noemen. Sassoon zette er een streep door:

Wilfred Owen – Anthem For Doomed Youth
What passing-bells for these who die as cattle?
— Only the monstrous anger of the guns.
Only the stuttering rifles’ rapid rattle
Can patter out their hasty orisons.
No mockeries now for them; no prayers nor bells;
Nor any voice of mourning save the choirs,—
The shrill, demented choirs of wailing shells;
And bugles calling for them from sad shires.

What candles may be held to speed them all?
Not in the hands of boys, but in their eyes
Shall shine the holy glimmers of goodbyes.
The pallor of girls’ brows shall be their pall;
Their flowers the tenderness of patient minds,
And each slow dusk a drawing-down of blinds.


Owen en Sassoon
Het heeft iets van een songwritersduo: samen een tekst aanscherpen voor het beste resultaat. Net als Doherty en Barât werden Owen en Sassoon kort na hun periode in Craiglockhart van elkaar gescheiden, al was dat in hun geval geen vrije keuze. De oorlog riep. Sassoon keerde terug naar Frankrijk, maar raakte er gewond en kwam voorgoed naar huis. Hij probeerde Owen ervan te weerhouden om terug in dienst te gaan en dreigde zelfs een mes in zijn been te steken als hij het zou doen. Owen deed het toch. Een week voor de wapenstilstand kwam hij om het leven.