New Music

Heat Lightning van Bambara is een muzikale hellevaart met de Dood als chauffeur


4 februari 2020

Death rides at night in a copper Pinto.‘ De muziek van het New Yorkse postpunktrio Bambara bevindt zich in hetzelfde universum als de southern gothic-vertellingen van Cormac McCarthy en de murder ballads van Nick Cave. Afgezonderde dorpjes, lone riders en omineuze zwarte kraaien – allen zijn ze alomtegenwoordig in de band zijn duistere americana-kronieken.

Heat Lightning is het derde voorproefje van de band zijn opkomende verhalenbundel Stray en dient als introductie van een belangrijk nieuw personage: de Dood.

Conceptuele raamwerken
Bambara gaat inmiddels al zo’n tien jaar mee en verruilde zo’n acht jaar geleden diens woonplaats Athens (Georgia) voor New York. Toch blijkt die southern American-mentaliteit nog altijd met de bandleden hun inspiraties verweven. Sterker nog, per album lijkt de groep vaardiger te worden in het schrijven van verhalen die aansluiten bij de omgeving van hun oorspronkelijke vestigingsplaats. Derde album Shadow On Everything, een van de beste postpunkplaten van dat jaar, bleek een indrukwekkend conceptueel raamwerk waarin elk nummer als hoofdstuk diende van één doorlopend verhaal. Stray zal volgens de groep zowel op muzikaal en tekstueel gebied eenzelfde inslag te kiezen, zij het met wat meer experiment.

Mythische stortvloed
Op Heat Lightning verkent de band het gebied tussen psychobilly en post-punk. Het bevat de noiserockintensiteit van The Birthday Party en Americana twang á la Iceage’s The Lord’s Favorite.

Het nummer is de opvolger van de singles Serafina en Sing Me To The Street en dient volgens zanger en gitarist Reid Bateh als introductie van de Dood, een van de meest prominent aanwezige personages op het album: “De Dood doet zijn werk voornamelijk op de achtergrond of tussen de verhalen van anderen, maar er waren een paar nummers waarin ik hem de schijnwerpers wilde zetten. Heat Lightning is een van deze nummers. Een introductie van de Dood in zijn element, rijdend op de snelweg terwijl hij naar nieuws over vernietiging op de radio luistert en zich volpropt met snoep. Een uitzonderlijk moment waarin hij gezien kan worden zoals hij eigenlijk is: het soort kerel die hard lacht om stomme grapjes en tegen de weerman schreeuwt wanneer hij regen voorspelt. De Dood is niet in de stemming voor regen, tenzij het een begin is van een mythische stortvloed.”