Interview

Figgies tweede EP Ook Mijn Huis bewijst dat ernst opzwepend kan zijn


5 juli 2021

Dat artiesten deze coronapandemie goed hebben benut, is inmiddels duidelijk. Er zijn nieuwe liedjes geschreven, albums uitgekomen, pauzes genomen, concerten nagebootst en samenwerkingen begonnen. Velen deden dat uit noodzaak, de een bewuster dan de ander, varend op de stroom van gebeurtenissen waar wij als individu weinig invloed op hebben. De Utrechtse indieband Figgie kun je gerust meesters van deze vaargeul noemen: de band gebruikte de leeggekomen Grote Zaal van TivoliVredenburg om zijn onlangs uitgekomen tweede EP Ook Mijn Huis op te nemen.

De Grote Zaal heeft een rijke muzikale historie. De zaal bestaat al sinds de jaren zeventig, toen nog als Symfoniezaal in Muziekcentrum Vredenburg. Dat gebouw werd in 2014 gesloopt, maar van alles dat in rook opging, bleef de Symfoniezaal en het nostalgische gangenstelsel daaromheen bestaan. Met een paar kleine aanpassingen werd die zaal vervolgens omgedoopt tot Grote Zaal van TivoliVredenburg, sindsdien dé plek voor concerten van tal van klassieke musici en popartiesten die baat hebben bij wat extra sfeer en akoestiek.

‘En toen kwam corona’
De welbekende plottwist. In stilte verlangde de zaal naar inhoud, naar klanken die de zaal weer deed zingen en de galm weer deed aanroepen. Utrechts eigen indie-trots Figgie was een van de bands die tot redding kwam. Roy van Rosendaal, gitarist en manusje-van-alles van de band, vertelt: “In mijn studio in Den Dolder hadden we zo goed als alles al opgenomen. De EP was dus praktisch af, maar toch hadden we het gevoel dat het nog iets kon gebruiken om het nog vetter te maken. Meer feel, meer context bij de kracht van de muziek. Bij wijze van residentie kregen we de mogelijkheid om vier dagen in de Grote Zaal te werken. We hadden daar tijdens het schrijven van de muziek eigenlijk geen rekening mee gehouden. We hadden bijvoorbeeld veel droge drumsounds gemaakt, maar in de Grote Zaal kan dat niet echt. Daardoor zijn we echt gebruik gaan maken van de ruimte en die onderdeel laten worden van de muziek.” Hoe ze dat hebben aangepakt? “Twee microfoons in het nok van de ruimte en een aparte opname van de galm per gitaarpartij. ‘Re-amping’, zoals dat heet.”

Bescheiden zijn de opnames niet aangepakt. Naast het trio als artistieke kern met gitaar, bas en toetsen horen we meerdere blazers, die de muziek meer muzikaliteit en kracht meegeven. Soms doen ze dat met glissando, op andere momenten bij wijze van assistentie. Nog vaker zijn het eigen partijtjes, die aan het totaalplaatje een niet vaak gehoorde kleur toevoegen. Zoals de blazers op het nummer Ook Mijn Huis, een nummer dat is geschreven door Van Rosendaal, nog voor de pandemie. “Ook Mijn Huis heeft een grotere lading gekregen door corona, omdat mensen het associëren met isolement en thuis zijn. Zo heb ik het eigenlijk nooit bedoeld, maar het is een mooie bijkomstigheid. Dat geldt ook voor het overkoepelende thema van de EP: reflectie. De pandemie gaf daar ineens veel meer tijd voor, het thema werd nog relevanter.”

Wie meer wilt zien en weten over het opnameproces van Ook Mijn Huis: bekijk hieronder de mini-documentaire die Figgie maakte.

Opzwepende ernst
Met reflectie als grote thema is Ook Mijn Huis een beladen EP geworden. Maar, het blijft Figgie: we hoeven ons niet al zwelgend door overdreven mineurgestemde liedjes te banen. ‘Doe iets! / voordat er niets meer is’ wordt er gezongen op Project5, maar nog voordat het tot zwelgen komt in het serene refrein, roepen de blazers op tot een andere koers. Gitaren zwijmelen de hoogte in, de hoop wordt weer stilletjes bezongen. Voor het derde en laatste nummer, Zelfbewusteloos, geldt hetzelfde. Ja, het is mineurig, maar volledig terneergeslagen is het niet. Figgie brengt de ernst opzwepend.

De nummers op de EP worden afgewisseld met twee korte interludes, de eerste slechts zeventien luttele seconden. Het zijn sfeerimpressies in geluid, alsof we even in de schoenen van de zaal staan op de dagen dat het daar te doen was. Interlude #1 is haast te kort om als track an sich te dienen en te separaat in klankbeeld als overgang tussen de nummers Project 5 en Ook Mijn Huis. Jammer, maar aan de andere kant: op een EP kan en ‘mag’ zo’n minieme klanksculptuur, zou je kunnen zeggen.

Of de blazers een blijvend onderdeel zullen zijn van Figgie? “Och man, we willen dat heel graag. Ik denk dat het voorlopig wel een blijvertje is, al zullen er natuurlijk shows zijn waarbij we het niet kunnen doen, omdat het toch best wel wat is om zoveel muzikanten (twee extra blazers en een toetsenist, met de bassist dus zeven man, red.) mee te nemen”, zegt Van Rosendaal. “De blazers passen erg bij de nummers die we geschreven hebben voor de plaat, maar ook bij de oude nummers waarvoor we blazersarrangementen hebben geschreven. Het werkt gewoon goed en dat willen we graag aan iedereen laten zien; hopelijk kunnen we altijd met blazers komen.”