Feature

Eindejaarsfeature: waarom 2017 juist niét het jaar van de protestsongs was


23 december 2017

Het is bijna geen 2017 meer. De laatste twee weken van het jaar rondt The Daily Indie 2017 af met een serie features over de onderwerpen die onze redacteurs bezig hielden de afgelopen maanden. In feature nummer vijf op onze adventskalender verwondert Freek Verhulst zich erover dat 2017 tegen alle verwachtingen in niét het jaar van de anti-Trump-song werd, en komt met een best logische verklaring daarvoor.

Tekst Freek Verhulst
Coverafbeelding Kevin Smink


 

Over één ding leek de wereld – vooruit: de wereld in mijn overwegend linksprogressieve filterbubbel – het eind 2016 na de verkiezing van Trump wel eens: 2017 zou hét jaar van de protestsong worden, de gloriedagen van de punk zouden herleven. Nu, pak ‘m beet een jaar later, denk ik dat we ernaast zaten.

Laat ik met een kleine disclaimer beginnen, want er werd natuurlijk wel degelijk goede, geëngageerde muziek uitgebracht dit jaar. Het politiek getinte Feel It Still van Portugal. The Man werd onverwachts een van de grootste hits van het jaar, britpopkroonprins Declan McKenna debuteerde met een album vol engagement, het Women’s March Anthem van CocoRosie en ANOHNI was ijzersterk, om over de comeback van Fever Ray nog maar te zwijgen. En, we zouden het na al dat vrolijke meezingen met Everything Now bijna vergeten, ook Arcade Fire begon het jaar samen met Mavis Staples met een venijnige protestsong.

Playlist van de auteur: beste protestsongs 2017 (in willekeurige volgorde):

 

Dit stuk is dan ook geen kritiek op artiesten die hun nek uitsteken voor hun idealen. Dit is een ode aan degenen die juist in een tijd waarin iedereen 24/7 een mening van je vraagt, de blik naar binnen durfden te keren.

Ik heb het veel gehoord dit jaar: ‘Je kunt in deze tijden niet langer stil blijven’. Daar zit een kern van waarheid in. Met Trump in het witte huis en zijn actieve beleid tegen onder meer moslims (travel ban) en transgenders (verbod op werken in het leger), en het voortdurend aanvallen van de vrije pers (‘fake news’), komt er inderdaad een moment dat je stelling moet nemen, als je niet wil dat fundamentele vrijheden verloren gaan. Dat geldt niet alleen voor Amerikanen, dat geldt voor de hele westerse wereld. Ook in Europa tiert het populisme welig, bovendien zijn we op globaal niveau iets te vaak van de Amerikanen afhankelijk om ze in hun sop gaar te laten koken daar aan de andere kant van de oceaan.

Stelling nemen, dus. Dat deden we veel. We twitterden elke dag over nieuwe #ophef, tot het punt dat we ons zelfs druk moesten maken over de aanhef van de omroepberichten van de NS. Zo leek elke discussie over het kleinste onderwerp zomaar te kunnen exploderen tot een (inter)nationaal debat, en als journalist heb ik ze bijna allemaal op de voet gevolgd. Tegelijkertijd voelde ik bij mezelf en om me heen een andere tendens ontstaan.

Voor The Daily Indie sprak ik dit jaar met Shadwick Wilde van de Amerikaanse band Quiet Hollers, een liberaal in het Republikeinse Louisiana die nooit bang is zich uit te spreken in of naast zijn muziek. Maar hij worstelde, vertelde hij, tijdens zijn tour door Trump Country steeds vaker met de vraag of mensen die naar zijn shows komen, wel op zijn mening zitten te wachten. Of een popshow niet juist een vorm van escapisme moet zijn, of een Trump-stemmer die toevallig ook Quiet Hollers-fan is zich niet welkom zou mogen voelen bij zijn shows. Hij voelde zich ongemakkelijk bij het feit dat mensen zich zo snel aangevallen voelen, dat het niet geven van een mening ook al als een politiek statement kan worden uitgelegd. Vermoeiend, vond hij.

 

Ik begrijp die metaalmoeheid wel. Zoals gezegd: ik zit 24 uur per dag bovenop het nieuws, politiek en maatschappelijke onderwerpen gaan me aan het hart. Ik hou van artiesten met een eigen kijk op de wereld, maar dit jaar werd mijn hart steeds weer gestolen door albums die dwars tegen de opiniestroom in ploeterden.

Lorde liet me verdwalen in een wereld waarin liefdesverdriet het allergrootste probleem was. Moses Sumney ontroerde me diep met de verkenning van zijn eigen liefdesleven, of juist het ontbreken ervan. Alvvays ontsnapte naar een fantasiewereld van geweldige pophooks en liet me meedromen. LCD Soundsystem maakte een plaat waar politiek wel doorheen schemert, maar liet ons op single Tonite toch vooral dansen op de boodschap dat het allemaal niet in onze handen ligt.

In de jaarlijst van onze redactie was het ook niet de expliciet politieke muziek die boven kwam drijven, waarbij in de top tien Mount Eerie misschien nog wel het beste voorbeeld is van een persoonlijk en intiem album dat bij veel mensen een diepe indruk achterliet.

Dat is, denk ik, om twee verschillende redenen. Allereerst blijft persoonlijk (melo)drama altijd een sterk onderwerp. Het is dichtbij en vaak herkenbaar. En het blijft altijd bestaan, ongeacht de staat van de wereld. Artiesten kunnen er bovendien vaak ook meer kanten mee op. Write what you know, luidt een bekende schrijversleus.

 

Ten tweede waren het deze albums die 2017 draaglijk hielden, voor wie net als ik af en toe wilde duiken voor het meningen-spervuur. Het voelt vrij om even met Lorde te zwelgen in liefdesverdriet, ook al ben ikzelf gelukkig in de liefde, omdat je weet dat dat een te overkomen probleem is. Iets waar je zelf een hand in hebt. Dreigende geopolitieke crises zijn dat iets minder, voor wie niet aan de onderhandelingstafel zit.

Muziek kan een middel zijn om belangrijke boodschappen bij de massa te krijgen. Maar om terug te komen op Shadwick Wilde: Ja, popmuziek hoort óók een vorm van escapisme te zijn. En ontsnappen aan de dagelijkse realiteit, is juist belangrijk als die realiteit niet alleen vervelend is, maar zich ook steeds weer aan je opdringt.

Daarom is 2017 voor mij het jaar van het escapisme, van artiesten die hun eigen geest verkennen, die durven te twijfelen en zichzelf kwetsbaar opstellen. Want terwijl een politicus die van ‘non-figuratieve kunst’ en ‘atonale muziek’ af wil, samen met de Nanningaatjes die in capslock nog eens een niet onderbouwde maar erg stellige mening uit hun toetsenbord stampen, steeds weer het ‘verfrissende’ geluid van dit jaar worden genoemd, kwam de echte frisheid van een artiest als Luwten. Een oase van subtiliteit en bedachtzaamheid. In een wereld die steeds harder lijkt te schreeuwen, fluisterzingt ze nog eens: ‘We haven’t quite figured it out yet’. Geen statement, dat was misschien wel het belangrijkste statement van dit jaar.

Playlist van de auteur: beste introspectieve pop 2017 (wederom in willekeurige volgorde):


Meer lezen? We schreven in deze serie features eerder al over all-female bandsThe War on Drugsfilmmuziek en #metoo.