Dylanesk: verandering vangen in liedjes met Simon Keats
20 april 2022
Er is weinig constanter dan verandering. We leven in roerige tijden die voor menigeen chaotisch voelen. In zijn boek Omarm de chaos betoogt Jan Rotmans dat we niet in een tijdperk van verandering leven, maar in een verandering van tijdperk. We zitten in een transitie en onderschatten onze eigen veranderkracht. Indachtig de woorden van Bob Dylan in The Times They Are A-Changin’: ‘Don’t stand in the doorway, don’t block up the hall.’ De tijdgeest en de kanteling van de macht, het is ook anno nu een thema dat muzikanten bezighoudt. Ook omdat zij als geen ander die veranderingen voelen. Zo geldt dat ook voor Paul Zoontjens en zijn alter ego. Hij voelt en doorleeft de geest van de tijd waarin we leven. Geschoeid op de leest van zijn jeugdheld Dylan.
Tekst & foto’s Niels Steeghs
Aan de voet van het station met het markante kroepoekdak wacht Zoontjens, gezeten op een bankje. Vroeger was dit gebied een verboden deel van de voormalige textielstad, nu is het hier te midden van alle langzaam gepolijster wordende rauwheid vooral heel hip. Eettentjes, winkeltjes, kroegen, podia en een wonderschone bibliotheek sieren nu het gebied waar voorheen de treinenvloot van de Nederlandse Spoorwegen onderhouden werd. In het Tilburgse voorjaarszonnetje ontstaat – aangemoedigd door een fris witbiertje – een gesprek over veranderende tijden. Precies dat wat hij met zijn alias Simon Keats ook aanraakt op zijn nieuwe album Falling Star: het grotere thema van onze tijd, met tegelijkertijd veel ruimte voor de menselijke gevoelens. Zoals hij zelf zegt: “Het is zowel pretentievol als pretentieloos. Het is een menselijk verhaal geworden, met niet alleen het grote, maar ook het kleine.” Dylanesque, Beatlesque, gecombineerd met een vleugje Bowie. Hoofdpersoon James Darling, ook muzikant, stijgt met alle decadentie van dien tot grote hoogten, maar vervolgens valt de ster ook diep.
Moraal boven wetteloosheid
Gevraagd naar de tijdgeest en zijn omschrijving van de huidige tijd als ethische fase, steekt Zoontjens enthousiast van wal: “Uiteindelijk zitten we allemaal op een bol die eindeloos door de ruimte gaat. Ik heb proberen te duiden wat we al die tijd gedaan hebben en waarom. Je hebt mensen die goed gaan op controle houden en je hebt mensen die goed gaan op loslaten. Die dynamiek heeft ervoor gezorgd dat we zijn waar we nu zijn. Je hebt altijd krachten die grip willen krijgen en je hebt wetteloosheid, het los willen komen van de chaos. Onze tools zijn steeds krachtiger geworden, dus je gaat steeds naar een nieuwe dimensie, een nieuwe manier van dingen aanpakken.”
“In den beginne (schaterlachend, terwijl hij opmerkt dat het bijna als een Bijbeltekst klinkt, red.) was er niet zo heel veel. Je had stokken, daar ging je mee jagen. Het wordt interessanter als we letterlijk meer grip krijgen op de aarde. Dan zie je de ware aard van het beestje en komen de extremen. Ik zie heel duidelijk dat er op een gegeven moment wetten moesten komen, anders werd het een teringbende. Een tijd lang hield iedereen zich daar in grote lijnen wel aan, uitzonderingen daargelaten. Het gaf richting en sturing. Bij de komst van de multinationals, en dat begon zo’n beetje in de jaren zestig, zeventig denk ik, kwam het megalomane van de mens op. Dat hangt dan weer samen met de teruggang van het geloof. Multinationals willen grip krijgen op de hele wereld en staan boven de wet. Daar zijn goede boeken over geschreven, onder andere door No Logo van Naomi Klein en I. O. U. van Noreena Hertz. Op een bepaalde manier gaan ze opereren boven wat we ooit als de norm hebben gezet. Een nieuwe fase waarin de hiërarchie werkt. Nu zitten we voor mijn gevoel in de fase waarin je niet zomaar alles meer wetteloos kunt doen. Mensen komen daar niet meer mee weg en worden teruggefloten. Niet door de wet maar door de moraal. De moraal staat boven de wettelozen. Het leek mij mooi om daarover te schrijven. Dat komt samen in het liedje Falling Star. Ik heb daar ook een boek over geschreven dat ik ooit misschien nog wel uitbreng. Nu zijn de liedjes vooral de kapstok waaraan ik het ophang.”
In beweging komen, veranderen, het is niet per definitie afhankelijk van de mensen aan wie we macht toeschrijven. Voor Zoontjens is de hele MeToo-beweging daar wel het toonbeeld van geweest. Precies zoals hoogleraar transitiekunde en duurzaamheid Jan Rotmans ook betoogt door te zeggen over dit soort voorbeelden (maar ook de klimaattransitie): ‘Door een stationaire bril zie je mensen machteloos vechten tegen het systeem. Met een transitiebril zie je ze het systeem beïnvloeden en veranderen […] Dit is niet voor niets het tijdperk van bewegingen. Radicale veranderideeën gaan nu viraal. Denk aan de gele hesjes en de MeToo-beweging.’ De Tilburger vervolgt over het grotere thema van zijn karakter James Darling: “Wat ik zag is dat je bij zo’n Harvey Weinstein iedereen hoorde denken van: wow, dit kan dus, zulke machtige types zijn niet onaantastbaar. Dat was een kentering. En daarna zag je veel mensen in het nieuws komen, ook in Nederland. Vroeger bleef het bij geruchten. Er is een zaadje geplant dat we niet machteloos zijn. Ik observeer het als kunstenaar. Het is niet mijn taak om daar met een hamer op te slaan. Als mensen hebben we het eigenlijk nodig. Het is entertainment voor ons, brood en spelen. Mensen smullen hiervan bij de koffie. En dan kom je weer terug op het verhaal van chaos en orde. Het houdt elkaar in stand. In het liedje met Judy Blank, Finding My Way, heb ik gekozen voor de nasleep: je weg vinden in het leven. Met Judy heb ik lang gepraat over wat ons bezighoudt. Het past prima op de plaat, we leven in het nu en dit is er aan de hand.”
Worsteling
Niet alleen op het wereldtoneel is er veel aan de hand, ook voor artiesten speelt er een hoop. Is het artiestenbestaan in normale tijden al onzeker, in coronatijd werden de uitdagingen nog eens vele malen groter. Voor de goedlachse Zoontjens, meermaals schalt zijn uitbundige lach deze middag over het terras, is het een déjà vu. Ook in 2008, toen de wereldeconomie als een kaartenhuis in elkaar zakte, was zijn bestaan meer dan onzeker. Op een punt waarop spelen amper mogelijk was, zijn vertrouwen in een toekomst als muzikant bijna verdampt was en hij op het punt stond om zich aan te melden voor een universitaire studie, klopte The Kik bij hem aan. De geboden rol als dienende toetsenist bleek zijn reddingsboei. Toen en nu. De worsteling van James Darling kent dan ook zeker parallellen met Zoontjens zelf. “Ik heb het vaak met Judy over dat soort dingen, hoe zeer ik bewonder hoe zij dat doet en aanpakt. Alsof ze een promotiebureau en designbureau heeft, ze heeft veel in haar gereedschapskistje. Ze is er bijna vierentwintig uur per dag mee bezig. Daar heb ik veel respect voor. Kijk wat er allemaal voor nodig is, dat is pittig. Zelf heb ik in coronatijd Photoshop geleerd, ben ik mij gaan verdiepen in Excel en het editen van filmpjes. En als ik het niet weet, dan bel ik Judy, die vertelt mij welk filtertje ik moet hebben.” Gierend van het lachen zegt hij: “Met de Judy-helpdesk…”
“Ik moet onderweg zijn, letterlijk en figuurlijk. Dingen moeten stromen, anders slib ik dicht”
Zo voelde opnieuw optreden na corona bevrijdend. Voor artiest en publiek. “In het begin vond ik het niet zo erg. Alles bij elkaar was ik al bijna twintig jaar onafgebroken aan het optreden, regelen en doorgaan. De rust was best welkom, zeker ook omdat ik de afgelopen jaren mijn zoontje, die nu bijna vier is, groot heb zien worden. Nu was ik er klaar mee. Ik moet onderweg zijn, letterlijk en figuurlijk. Dingen moeten stromen, anders slib ik dicht. Ik was bijna vergeten hoe leuk het was. Het publiek snakte er ook naar. Mijn eerste show was een zitconcert, maar uiteindelijk gingen mensen toch dansen. Ik denk dat we meer dan ooit beseffen dat we het moment moeten pakken. Het kan zomaar minder zijn. De pandemie zorgt ervoor dat je je bewuster wordt van die mooie momenten. Ik wil het maximale eruit halen. Nu zocht ik vooral naar toffe en inspirerende mensen om mooie dingen mee te maken.” Naast Judy Blank staan op deze plaat samenwerkingen met oude bekenden van de Rockacademie. Met oud-studiegenoot Stéphanie Struijk maakte hij het nummer It Has To Be Slow en met oud-directeur en befaamde muzikant Bertus Borgers nam hij de energieke afsluiter I’ve Got Life op. Voor dat nummer instrueerde hij Borgers zijn solo als een bokser te benaderen. Die stoten hoor je terug in de knock-outronde van de plaat.
Als oud-student van de Rockacademie maakt Zoontjens zich echter ook zorgen om de studenten van nu. Mede gezien het klimaat waarin je als muzikant nu moet zien boven te drijven. Want, zo zegt hij ook: “Alles wat creatief is kost meestal meer geld dan dat het oplevert. Het is wrang hoe er gepraat wordt over ons als kunstsector. Als een soort subsidietrekkers, terwijl een KLM aan het infuus ligt en daar amper iets over gezegd mag worden. Wij moeten met een appel en een ei rondkomen. Dat lukt enigszins, maar als overal de kranen dichtgedraaid worden, dan houdt het op.”
“Het is zo cynisch dat er een Rembrandt gekocht wordt. Hoe mooi die ook is, miljoenen voor een schilderij van iemand die dood is, dat is onzin. Geef het aan mensen die leven, die nu kunst maken! Het is een andere tak van sport, maar het zijn gelijkwaardige artiesten die bezig zijn in andere tijden. Geef het een kans, geef het een podium. Daar ben ik achteraf het meest boos om geworden. Veel mensen komen van de opleidingen en gaan de wijde wereld in, maar om wat te doen? Dat komt mede door het klimaat en wat daar gebeurd is. Het is meten met twee maten en het wordt rottig gebracht. Taal is heel gevoelig, kijk maar naar Dylan.”
Verandering vangen
Daar komt Dylan weer terug, de oude bard en protestzanger tegen wil en dank wiens teksten Zoontjens ooit van voor naar achter en van boven naar onder uitploos. Niet zonder resultaat, zo blijkt wel uit deze plaat. “Toen ik jong was had ik twee grote liefdes. Dylan om zijn teksten, omdat ik voelde dat hij de beste was, The Beatles qua muziek en inventiviteit. Ik had Dylans werk gebundeld in een heel groot zilveren boek en daar ben ik met potlood in gaan krassen wat ik mooi vond. Daar heb ik veel van geleerd over binnenrijm, alliteratie. In die tijd werd ik begeleid en gecoacht door Buffi Duberman en keken we samen naar mijn teksten. Als je kijkt naar het liedje The Times They Are A-Changin’, dat is een soort blauwdruk van de kanteling hoe mensen gingen denken. Hét nummer dat de verandering heeft gevangen. Dat is mooi, dat je op die manier verandering kan duiden. Zijn visie, zijn intentie, dat is mij bijgebleven. Teksten zijn vaak ondergeschoven kindjes. Daar mag meer aandacht en liefde naar uitgaan. Het is heel bijzonder als je een volk of individuen kunt spiegelen. Hier staan we, dit gebeurt er en doe ermee wat je wil. Dat deed Dylan in die jaren. Ook bij hem stonden naast die kritische liedjes gewoon liefdesliedjes of verhalen over vriendschap. Net als hij laat ik mij niet graag beperken door labels of hokjes.”
In zijn thuisstad is de verandering te zien en te voelen. Niet alleen in de steeds weer van gedaante veranderende Spoorzone en het nabijgelegen Spoorpark, maar ook elders in de Brabantse studentenstad. Oud wordt weer nieuw, grijs wordt hier en daar zowaar wat groener. Dat is geen overbodige luxe. Tilburg haalde immers recent nog het nieuws als een van de meest versteende steden van Nederland. Dat bericht is Zoontjens weliswaar ontgaan, maar verbaast hem allerminst. “Volgens mij is de luchtkwaliteit hier ook niet zo goed.” Om daar met zijn typerende lach weer aan toe te voegen: “Het water daarentegen wel, dus daar moeten we het vooral van hebben. Ik heb die stad van jongs af aan zien veranderen. We wonen bij de Piushaven, een prettig weggetje met weinig verkeer en veel nieuwe initiatieven. De Korte Heuvel is mijn lievelingsstraatje. Ik houd van Tilburg, dat is wel duidelijk. Heel die Spoorzone is prachtig. Ze tonen wel lef, een beetje naar voorbeeld van Eindhoven. Die fase is het leukste, de eerste stappen die zichtbaar zijn, met horten en stoten. Het moet niet perfect worden. Dan ga ik verhuizen, hahaha.”
Terwijl met grote regelmaat als eerbetoon aan de oude bestemming van de Spoorzone het geluid van komende en gaande treinen weerklinkt (bijna precies volgens de kedeng-kedengcadans, zoals ooit door de misschien wel bekendste inwoner van Tilburg bezongen), komt het gesprek nog even op politiek. “Ik ben blij te zien dat GroenLinks en D66 het hier goed gedaan hebben bij de gemeenteraadsverkiezingen. Het wordt al decennialang gezegd, we moeten met zijn allen dingen gaan veranderen. Zo praktisch is het. In de jaren tachtig smeten ze alles maar in een rivier in Afrika en keek er geen hond naar. Nu wordt er nagedacht over onze ecologische voetafdruk en wordt het serieuzer genomen. De afgelopen decennia is de aarde vooral figuurlijk groter gemaakt en omgezet in geld. Een vriend van mij, Michel Scholte (verkozen tot Minister van de Nieuwe Economie, gericht op een duurzame, toekomstbestendige wereld en een systeemverandering, red.), heeft met TruePrice een initiatief gestart dat je een schuldbedrag krijgt als je iets doet dat een aanslag is op het milieu. Daarnaast is hij een supermarkt gestart waar je de echte prijs van producten kunt betalen. Als je alles gaat omzetten in valuta, dan gaat het raken. Een beetje handig boekhouden en zo aan een klimaatakkoord ontkomen is er straks niet meer bij. De geesten zijn scherper, er komt meer weerstand.”