Live

Dit vonden wij van de zaterdag van London Calling


1 november 2015

Bands met horrormake-up of elfjespakken? Alleen tijdens Halloween. Gisteravond leek het in Paradiso wel op een new romantics-feestje in 1981. The Daily Indie baande zich een weg door de make-up-parade, en deed verslag van de zaterdag van London Calling.

Chastity Belt
Als één band de hype waar moest maken, dan was het wel Chastity Belt. Deze vier dames uit Seattle brengen op deze bijzondere Halloween-avond (de meisjes zijn zelfs verkleed als lieflijke elfjes) voor het eerst een bezoek aan onze hoofdstad. De band, die zijn punk-imago al snel ontkracht met schattige bloemenoutfits maakt lekker in het gehoor liggende niks-aan-de-hand-nummers die neigen naar upbeat slackerpop. Ondanks de aandoenlijke uitstraling van de meiden, schuwt Chasity Belt de ruige thema’s niet: de nummers gaan over vagina’s en onenightstands. Leadzangeres Julia Shapiro mag nog wat werken aan haar stem, maar Chastity Belt houdt zich prima staande. De aanstekelijke single ‘Time To Go Home’ doet enigszins wat hoofdjes opleven, maar de bovenzaal wordt niet afgebroken vanavond, wat jammer is. (Jente Lammerts)

Plastic Mermaids
In de Main Hall is het uit Isle of Wight afkomstige Plastic Mermaids aan het spelen. Deze vijf in glitterpakjes gehulde mannen maken intens bombastische, eclectische pop. De bandleden zijn overenthousiast, en dat werkt: het praatgrage, doch geringe publiek wordt er stil van. De bandleden wisselen continu van instrument (aan synthesizers nooit genoeg toch?), waardoor het publiek geboeid blijft kijken. Wanneer één van de gitaristen ook nog een strijkstok erbij pakt om de meest gekke melodieën uit zijn stratocaster te produceren, is het voor ons duidelijk: deze band verdient het niet om voor een halflege zaal te staan. (Jente Lammerts)

Bully
Een schreeuwende Gwen Stefani met The Smiths-gitaartjes en hier en daar een Howler-achtige track, dat is Bully. Hoewel dat misschien klinkt als een match made in hell, is het tegendeel waar. De band uit Nashville, waarbij zangeres Alicia Bognanno het stemband-tartende middelpunt vormt, heeft zelfs alleen maar nummers die indiehitjes zouden kunnen worden. Het is jammer dat dit er alleen niet voor zorgt dat de zaal losgaat. Van begin tot eind blijft het makkelijk om zonder kleerscheuren een biertje te halen, terwijl bij een band als Bully het vloeibare goud je natuurlijk eigenlijk om de oren zou moeten vliegen. (Gea Bruinsma)

Lower Dens
De grote zaal van Paradiso heeft dit weekend nog niet voller gestaan dan tijdens het optreden van de Amerikaanse indieband Lower Dens. Het aantal personen op het podium daarentegen blijft slinken. Lower Dens begon namelijk met een bezetting van vijf personen, waarna een lid uit de persfoto’s werd gefotoshopt. Nu zijn ze nog maar met z’n drieën – plus computer dan. En ja, die muziek uit een doosje: we zouden liegen als dat niet te merken is. Toch is Lower Dens solid als altijd: geen opsmuk, maar lichtvoetige, doch sinistere muziek waarbij de band streeft naar perfectie en volledigheid. De in het zwart gehulde band, onder leiding van Jana Hunter, straalt sereniteit en controle uit. Je merkt dat ze meer ervaring hebben dan de net beginnende London Calling-bands, maar toch overtuigt deze afgeslankte vorm van Lower Dens niet volledig. Je mist toch het bandgevoel. (Mabel Zwaan)

Kurt Vile & the Violators
Kurt Vile & the Violators mogen we gerust dé act noemen waardoor de London Calling-zaterdag uitverkocht raakte. Hoewel Vile wel vaker optreedt in Nederland, is het bijzonder om hem in de poptempel te zien optreden. Met zijn nieuwe album ‘B’lieve I’m Goin Down…’ en een grote collectie cultklassiekers weet Vile het publiek op zijn eigen lome wijze mee te sleuren. Hoogtepunt is een bombastische versie van het nummer dat zijn doorbraak betekende: ‘Wakin on a Pretty Day’. (Mabel Zwaan)

WHITE
Stond Bryan Ferry daar nou in de bovenzaal van Paradiso? En die band achter hem, was dat Duran Duran? Of Spandau Ballet? Nee, het was WHITE. Vanaf de eerste seconde doet de band uit Glasgow er alles aan om uit te stralen dat ze larger than life gaan worden. Zanger Leo Condie, met een fout wit jasje en dito scheiding, beweegt als, ja, Elvis. Zijn band speelt een mooie verzameling popsongs die zo op een oude, bekraste Best of the 80’s-Plaat had gepast. Maar bottom line: het werkt. In de bovenzaal voltrekt zich dan ook al snel een opvallend tafereel: er ontstaat een moshpit op new romantics-pop. Die zagen ook wij niet aankomen. (Jelmer Luimstra)