New Music

De warme weemoed van Brent Beukelaer op zijn nieuwe album Heen Zonder Weer


9 september 2021

Een weefsel van wegen en een vlechtwerk door de tijd? Dat is in Klein Maar Gigantisch al een behoorlijk accurate omschrijving van Heen Zonder Weer. Wie luistert naar de plaat van Brent Beukelaer gaat op reis en raakt verstrikt in een mysterieuze microkosmos, een parallel universum waaruit je niet zomaar ontsnapt.

En dat is geen straf. Want in deze op klassieke leest geschoeide sneeuwbol dwarrelen de vlokken warme weemoed op je neer. Nummer voor nummer aangenaam kabbelend, kunstig kriebelend. In elk verhaal zitten subtiele geluidsarrangementen verborgen en is er ruimte voor verbale virtuositeit, waarmee in de vergetelheid geraakte woorden vakkundig afgestoft worden. Beukelaer mijmert graag, bij voorkeur met een goede trappist in handen. Rustgevend rebels, een bescheiden tikje branievol en prachtig authentiek. De nieuwste single is Het Blinker Meisje, dat handelt over een dame die in een verkeerd tijdvak het levenslicht zag en voor wie Beukelaer met graagte tijd en ruimte zou overstijgen. Een meisje – eentje naar zijn hart, zonder twijfel – dat met blinkers op haar schoenen en kraag ‘danst precies zoals in de jaren tachtig, fout en zalig tegelijk.’

‘Als ik kon dan bouwde ik voor haar
Een authentieke tijdreismachine
Dan reisden we naar de jaren tachtig
Om er samen een verleden te beginnen’

De liedjes op Heen Zonder Weer dragen titels, sferen en karakters die ook niet hadden misstaan in boeken van Dimitri Verhulst. Neem nou Opperhoofden Der Onnozelheid of De Uitgelezen Man. En komt die stem je toch ergens vaag bekend voor? Dat kan kloppen. De hese vocalen van Beukelaer dragen namelijk ook de fijne Engelstalige liedjes van The Radar Station. Het kan even duren voor het frankske valt, maar als het valt dan valt het goed. Dit is een set kleurrijke liedjes die past in de traditie van Boudewijn de Groot, Luc De Vos en Eefje de Visser. Speels, soms onaards en kleurrijk als een schilderij van Jeroen Bosch. Het artwork van de Gentse kunstenaar Jannes De Schrijver past echter ook ongelooflijk goed bij de uitgekiende kinderlijke speelsheid. De hoes is geïnspireerd op het nummer Als Een Krekel In Frankrijk, dat handelt over een krekel die woont in een grote piano en betoverd raakt door de klanken uit dat instrument. Fascinerend, intrigerend en vooral ook relativerend. Weemoedig over de vergankelijkheid, maar wel met een knipoog. Want de jeugdige blik blijft overeind, zoals ook in het eerder genoemde Opperhoofden Der Onnozelheid, waar de ouden van dagen het bejaardenhuis als kwajongens opfleuren. Donkeromrand, dat zeker, maar ook schalks. Tot het bittere eind.       

‘We smeden een groots plan waarin we als bejaarden
Op stelten ‘t rusthuis bezetten, de droeve mensen vermaken
En als zorro’s op een steigerende fiets gaan we door de stad,
En op een dak zeg ik je iets,
Je kijkt zo wat van hmmm hmmm’

‘Ze ruilen langzaam fabels in voor feiten
Ze zien de wolken gewoon voor wat ze zijn
Maar wij weten beter, ik volg jou en jij mij,
We zijn de opperhoofden der onnozelheid’