Feature

De Day Job van Arthur Akkermans: overdag in rustig vaarwater met zijn waterfietsenverhuur, ’s nachts in het diepe met The Grand East


19 juli 2019

Het is hartstikke leuk om muzikant te zijn in Nederland, maar een vetpot? Nee, dat is het niet. De meeste zangers, gitaristen, drummers en toetsenisten hebben daarom ook een andere baan naast het muzikantenbestaan. Redacteur Bram van Duinen zoekt naar de meest bijzondere jobs van onze favoriete indie-muzikanten. 

In deze editie Arthur Akkermans, de zanger van de vurige rock-’n-roll-band The Grand East. Als je Akkermans op het podium ziet staan – zingend alsof een voodoopriester hem op de hielen zit – zou je niet verwachten dat hij de volgende ochtend gewoon weer gezellig aan het water staat om toeristen de beste waterfietstechnieken uit te leggen. Toch is het zo.

Arthur Akkermans
Waterfietsenverhuurder aan de Utrechtse gracht
“Een vriend van mij had een tijdelijk bijbaantje bij de waterfietsenverhuur. Voor de drukke maanden zochten ze nog iemand, dus gooide hij het in onze appgroep en zo ben ik er een beetje ingerold. Nu zit ik helemaal in de Utrechtse waterfiets-scene“, lacht hij.

“Het is heerlijk werk, ik ben in m’n eentje aan het werk en kan gewoon lekker chillen, een beetje praten met klanten in de zon. Vaak zijn de klanten toeristen, mensen die op date gaan of vriendengroepen die met een sixpack bier op een waterfiets gaan chillen als alle terrassen vol zitten. Alle klanten zijn eigenlijk aardig. Iedereen komt om een leuke dag te hebben, dus ze zijn altijd in een goeie stemming. Er gebeuren ook wel gekke dingen natuurlijk.

Soms zijn er dronken jongeren die er een bende van maken of zelfs de waterfiets gewoon dumpen. Je betaalt wel een borg van twintig euro, maar daar hebben ze dan schijt aan. Moet ik ’s avonds weer op zoek gaan naar die fiets en hem terughalen. Ik heb ook wel eens gehad dat ik ’s avonds langs de gracht fietste en iemand helemaal dronken in onze waterfiets zag pissen. Toen wist ik natuurlijk al dat ik de volgende dag de hele boel kon gaan schoonmaken om de geur van opgedroogde pis weg te krijgen.”

“Ik werk twee tot drie dagen in de week en kan de rest van mijn tijd aan muziek besteden, dat vind ik erg chill. Soms vragen mensen mij wanneer ik een serieuze baan ga zoeken, maar ik vind het gewoon prima hoe het nu is. Waarom zou ik per se meer willen? Toch zie ik mezelf natuurlijk niet tot m’n zestigste waterfietsen verhuren. Ik heb een goed idee voor een pizzacafé waar ik nog mee aan de slag ga. Ik ga binnenkort een pizzacursus volgen, zowel theorie als praktijk. Dat is de eerste cursus van dertig uur. Er zijn ook nog meer gevorderde cursussen, dus misschien ga ik die ook nog wel volgen.”


Arthur Akkermans
Zanger bij The Grand East
“Vooral tijdens het toeren is de combinatie van m’n gewone baan met de band wel eens lastig. We hebben een gezamenlijke Google-agenda en werken met datumprikkers om schrijfsessies in te plannen. Eerst staken we al het geld dat we kregen voor optredens direct weer in de band, in een bus en dergelijke. We hebben pas de beslissing genomen om onszelf uit te betalen per optreden. Dat maakt de combinatie wel makkelijker, want nu kunnen we het spelen meer prioriteit geven.”

“We zijn nu veel aan het optreden, dat vinden we superleuk om te doen. We hebben voor onze laatste plaat €10.000 opgehaald via Crowdfunding en zelf ook nog eens €10.000 ingelegd. Het is gewoon heel erg duur om een plaat goed op te nemen met een studio en producer. Helaas sloeg het album niet zo goed aan als we gehoopt hadden. We realiseren ons nu dat we vooral bekend staan als liveband en we vinden het ook supermooi om op te treden. Alles eromheen vind ik ook heel leuk: met de zon op je bek in de bus zitten, lekker bier drinken en natuurlijk ook nog muziek maken.”

“Ik kijk denk ik het meest uit naar de show op de Zwarte Cross. Toen wij net begonnen in de muziek, nog niet als The Grand East, waren we echt een stel halvegaren. We hadden nog niet echt nummers, meer een riffje waar we gewoon tien minuten op gingen pompen zonder begin of einde. We vonden onszelf super cool, maar dronken eigenlijk vooral heel veel bier en waren constant lam: super gênant. We deden in Hengevelde op de Zomerfeesten een keer mee aan een wedstrijd waar je een plek op de Zwarte Cross kon winnen. Ook toen hadden we weer veel te veel gedronken. Hartstikke dom natuurlijk, maar die gasten van de Zwarte Cross vonden dat juist wel mooi, een beetje rock-’n-roll spelen en bier drinken. Toen hebben ze ons gevraagd om op de camping te spelen en sindsdien zijn we ieder jaar teruggevraagd.”