Interview

Courtney Barnett: “Ik heb altijd met schrijven geworsteld en dat zal ook niet snel veranderen”


18 mei 2018

Courtney Barnett
Donderdag 31 mei

 

En dan ben je wereldberoemd. Voor een album dat een groot deel van zijn magie te danken had aan ogenschijnlijke nonchalance, onverschilligheid bijna, maakte Sometimes I Sit And Think And Sometimes I Just Sit een behoorlijke impact en plots was de agenda van Courtney Barnett voor de daaropvolgende jaren tot de nok gevuld. Nooit was het echt lang stil; nooit leek Barnett het éven rustig aan te doen en nu, drie jaar en een handjevol releases verder, is daar de tweede soloplaat, Tell Me How You Really Feel.

Resumé. Tussen de honderden shows die ze speelde was Barnett de afgelopen jaren nauw betrokken bij de vierde plaat van haar partner Jen Cloher, met wie ze ook uitgebreid op tour ging en in thuishaven Melbourne een eigen platenlabel (Milk! Records) runt (lees hier ons interview met Cloher). Ondertussen dook ze meermaals de studio in met Kurt Vile voor wat uiteindelijk een album genaamd Lotta Sea Lice zou worden. Tel daar nog een flinke lading losse singletjes en covers bij op en de vraag rijst al snel: hoe paste dit album in die planning? Barnett lijkt zelf ook de draad halverwege verloren te zijn.

“Ik weet niet echt meer wanneer, maar op een gegeven moment ben ik gewoon gaan… schrijven? En dan geen songs of een project in het bijzonder, maar… alledaagse dingetjes, gedichtjes of willekeurige zinnetjes.” Barnett denkt even na, zoals ze tussen woorden en zinnen door nog veel vaker zal doen. “Ik kan me geen precieze data meer herinneren, maar we hebben het in juni vorig jaar opgenomen… en nog een beetje in oktober van het jaar daarvoor, dus de songs zijn ergens in het jaar dáárvoor geschreven, denk ik?” … “Het is nu 2018, toch?”

We spreken Barnett aan het einde van de ochtend in een Amsterdamse hotellobby. Het is dag twee van de perstour – gisteren Berlijn, morgen Parijs – en dat vlák na een maand touren met Cloher. “Early morning flight / press all day / city through a window / air-conditioned room / with a view / late night / early morning,” somde diezelfde Cloher het tourleven van haar partner op haar eigen plaat al op, oftewel: het muzikantenleven gaat niet over rozen. Barnett toont zich echter monter en met ongekunsteld enthousiasme, al wordt ze regelmatig geplaagd door een onvermogen haar gedachten in woorden te vangen en wil ze anderzijds niet al haar kaarten op tafel leggen. Noem het conversational Scrabble.

Te lui om te schrijven
Pitchfork kopte ermee, afgelopen februari: ‘How a typewriter helped Courtney Barnett write her new album’. Ze lacht erom. “Ja, dat zag ik ook, haha. Het leek alsof ik álles op dat ding heb geschreven. Die typemachine was onderdeel van een schrijfoefening die ik thuis aan het doen was, maar dat was hooguit twee uurtjes per dag.” Veel belangrijker dan de typemachine waren de notitieboekjes die Barnett door de jaren heen vol kalkte met flarden van gedachten, al ging dat niet vlekkeloos. “Ik ben daar gewoon zo lui in,” verzucht ze. “Zelfs als ik een idee heb, denk ik vaak: ‘Maar dan moet ik m’n boekje pakken om het op te schrijven, of dan moet ik het in m’n telefoon zetten…’ Je weet dat het moet, omdat je het anders vergeet, maar meestal ben ik gewoon… te lui.”

“Ik heb altijd met schrijven geworsteld en dat zal ook niet snel veranderen, denk ik. Het is moeilijk… maar het loont.” En die worsteling komt niet alleen voort uit een gebrek aan discipline. “Waarschijnlijk zijn het een hoop dingen; besluiteloosheid, angst om kwetsbaar te zijn, angst om geconfronteerd te worden met datgene waar je over aan het schrijven bent… En dan is het ook nog een uitdaging om iets te schrijven dat interessant, melodieus of catchy is, dat niet klinkt als al het andere wat je tot dan toe hebt gemaakt.”

 

Een study of the self
Het waren die onzekerheden die uiteindelijk een grote inspiratiebron vormden en van Tell Me How You Really Feel haar meest tekstueel introspectieve release tot nog toe maakten – een study of the self in zekere zin, maar dan op z’n Barnetts. De titel is fantastisch, de moraal van Crippling Self Doubt And A General Lack Of Self Confidence is dat iets minder. “I don’t know, I don’t know anything,” is het mantra dat eindeloos herhaalt wordt, terwijl Barnett zingt over iemand die haar zich stupide en onzeker laat voelen. Wie die persoon is laat ze desgevraagd in het midden. “Het ding met dit album is dat er nergens echt één antwoord voor is. Het gaat niet over één persoon of twee personen; het gaat niet alleen over mij en het gaat niet alleen over iemand anders. Het gaat over al die mensen. Er zit overal een bepaalde overlap in, snap je?” En zelfs als Barnett met volle overtuiging over ‘iemand anders’ schrijft, zoals op de furieuze tirade I’m Not Your Mother, I’m Not Your Bitch, schuilt ergens een addertje. “Ik schreef wel echt over iemand anders en was dan volledig gefocust op die ene persoon, of een generalisatie ervan, maar na een tijdje besefte ik vaak dat veel van die gedachten in werkelijkheid ook over mijzelf gingen.”

Alphabet soup
Één van de meest specifieke en memorabele anekdotes op het album komt van een gal spuwende anoniemeling op het internet. “I could eat a bowl of alphabet soup and spit out better words than you,” schreef ‘ie met betrekking tot Barnetts debuutplaat en dat bleef hangen – ze is tenslotte “geen amazing strong superhuman,” aldus Barnett zelf. “Het is best grappig…. maar de energie erachter is kwaadwillig. Het is niet expliciet onbeschoft of agressief, maar het is bedoeld om te intimideren, te kleineren. Uiteindelijk komt dat soort gedrag allemaal op hetzelfde neer, al is het niet zo obvious in dit geval.” Die ene comment was één van de vele impulsen die uiteindelijk tot Nameless, Faceless zouden leiden, een relaas over alledaagse misogynie en geweld tegen vrouwen en misschien wel het meest ‘politieke’ dat de dertigjarige singer-songwriter ooit uitbracht, al is ze het daar zelf niet compleet mee eens. “Het is net zo’n statement als alle andere songs op dit album. Het is wederom een studie van dat soort gedrag; het begrijpen ervan en daarmee begrijpen hoe je het kunt ontmantelen of erover kunt praten.”

 

“Het ding met dit album is dat er nergens echt één antwoord voor is. Het gaat niet over één persoon of twee personen; het gaat niet alleen over mij en het gaat niet alleen over iemand anders. Het gaat over al die mensen”

 

Terloops speurend door de krant stuitte ze op wat pas veel later een Margaret Atwood-quote bleek te zijn: “Men are afraid that women will laugh at them; women are afraid that men will kill them.” Ze parafraseerde het tot de kern van het refrein. Tel daar de eerdergenoemde anekdote en de doodsimpele maar krachtige observatie, “I hold my keys / between my fingers,” bij op en je hebt, uit alle hoekjes bijeen geraapt, een heus anthem. De Courtney Barnett-methode.

 

Oude herinneringen
Die al dan niet verpakte woede op tracks als Nameless, Faceless en I’m Not Your Mother, I’m Not Your Bitch kent op dit album schelle contrasten met bijvoorbeeld Hopelessness, waarop Barnett zichzelf (of iemand anders?) bemoedigend lijkt toe te zingen – “Your vulnerability / stronger than it seems / You know it’s okay to have a bad day” – en Sunday Roast, dat niet geheel toevallig de afsluiter is. Het is zowel de oudste als een van de nieuwste songs op het album, vertelt Barnett: de muziek schreef ze in de zevende klas (toen ze dertien was), de teksten, abstracter dan ooit tevoren, pas op het laatste moment. “Voor mij voelt het een beetje als een sister song voor Anonymous Club (een van Barnetts eerste singles, red.) Ze hebben allebei een beetje diezelfde… hoe heet dat ook alweer? Als je gehecht bent aan oude herinneringen?” Nostalgie? “Ja, haha, dat is het! Sorry, ik vergeet vaak woorden… Maar zowel Anonymous Club als Depreston en ook Sunday Roast hebben diezelfde emotionele… nostalgie.” Is het dan toeval is dat alle drie, en bij laatstgenoemde dus ook het album, eindigen met een fade-out (meer daarover in deze podcast van Song Exploder) – of is het onderbewust een onderdeel van een dergelijke nostalgische song? “Ja misschien. Die gevoelens blijven daardoor wel langer hangen… alsof het nooit is afgelopen.”

Hoe, uh, nostalgisch ze ook kan zijn, wat haar eigen werk betreft zit dat toch anders. “Ik kijk niet echt terug op m’n oudere songs. Ik las laatst wel de songteksten van Kim’s Caravan – van het vorige album – en ik vond ze heel goed, haha. Maar ja, ik denk dat ik gewoon niet echt bezig ben met vergelijken… of proberen om hetzelfde of juist iets anders te schrijven. I just keep on writing.”

Courtney Barnett speelt op 31 mei in TivoliVredenburg met Loose Tooth in het voorprogramma. Er zijn nog tickets!