Interview

Bufiman over zijn organische discodebuut: “Steeds dichter bij dat ene perfecte liedje”


21 januari 2020

Deze week verschijnt het debuutalbum Albumsi van Bufiman. Jan Schulte, zoals hij echt heet, maakt al sinds zijn achttiende muziek, maar kan pas sinds kort de titel ‘fulltime muzikant’ achter zijn naam zetten. De Duitse artiest die bekend staat om zijn wacky sounds, niet-alledaagse instrumentkeuzes en genre-overschrijdende samples vertelt over de aanloop naar zijn debuutplaat en wat daar allemaal bij komt kijken.

Voordat we Schulte spreken in Amsterdam, hebben we als onderdeel van onze research contact gelegd met een aantal bekenden van hem. Er is letterlijk niet één persoon die anders dan lovend over hem is. Hij staat bekend als een super vriendelijke gast, die vrolijk en enthousiast wordt als het over muziek gaat. Obscure platen, oude disco en mensen die écht muziek maken: Schulte straalt als het over geluid gaat.

Verschillende identiteiten
We ontmoeten Schulte in platenzaak Rush Hour in Amsterdam, waar hij een uur lang ontzettend vrolijk draait met een zelf samengestelde selectie platen uit de winkel. Als DJ draait hij regelmatig op festivals, in clubs en bij radiozenders of platenzaken, maar zélf muziek maken en produceren is wat hij het liefst en het vaakst doet.

Het is dan ook van belang om Schulte niet alleen als DJ te zien, maar als muzikant: dat is namelijk zijn roeping van jongs af aan, weet hij zeker. Al vraagt dat ook wat doorzettingsvermogen van hem. Tot vorig jaar had Schulte namelijk drie parttime baantjes om zijn leven te bekostigen, want eerlijk is eerlijk: het leven als producer kent soms ook rauwe randjes. Vanaf dit jaar verdient hij zijn geld met het maken van muziek en voelt hij zich comfortabel met het vele reizen, lang wachten in kleedkamers en veel van huis zijn.

Vooruitdenken
“Je weet nooit of je over een jaar nog wel geboekt wordt of dat mensen je platen gaan kopen en je leuk blijven vinden. Mijn vriendin vroeg ook wel eens aan mij hoe we de huur nu weer gingen betalen deze maand. Tot nu toe word ik elke keer gevraagd te spelen en neem ik elke klus aan, maar ver vooruitdenken is nog weleens lastig. Maar het belangrijkste voor mij is het leven van muziek en het vinden van de perfecte melodie. Daar leef ik voor”, vertelt Schulte optimistisch.

Terug naar Rush Hour, waar Schulte spontaan nog wat bekenden tegenkomt uit Düsseldorf, zijn geboorteplek. Van Engels switcht hij even naar Duits, om ze te vragen of ze de volgende dag gratis naar zijn concert willen komen kijken. Blijkt hij inderdaad een aardige gast te zijn. Of hij nu muziek maakt als Bufiman, Wolf Müller of gewoon als Jan Schulte, zijn sound is te herkennen uit duizenden. Onder het genot van een Mexicaans biertje en wat taco’s vragen we hem naar zijn nieuwste werk: Albumsi.

Hoe gaat het met je, Jan?
“Goed! Ik zie er erg naar uit om Albumsi via Dekmantel uit te brengen. Zij hebben mij gesteund vanaf het begin van mijn carrière, waardoor het voor mij niet meer dan logisch is om hier mijn debuutplaat uit te brengen. Het voelt als een soort vriendschap, iets dat ik zo ongelooflijk belangrijk vind in de muziekindustrie. De industrie draait tegenwoordig bijna helemaal om de promotie van artiesten en hoe zij worden neergezet. Social media lijkt alles te zijn, waar ik een beetje moeite mee heb. Bij Dekmantel krijg ik de ruimte om mijn aparte sound te laten horen, in plaats van dat ik als show-off wordt neergezet met mijn drie pseudoniemen.”

Vind je het belangrijk wat mensen van je denken?
“Ja, ik denk soms dat promotors al mijn aliassen op een flyer knallen zodat ze het grote publiek kunnen aanspreken of omdat er dan meer mensen naar mijn show komen kijken. Ik wil zelf juist liever de mensen die mijn muziek kunnen waarderen bereiken. De droom is om met mijn muziek iemand het gevoel te geven dat ze ergens thuishoren.”

“Als kind voelde ik mij erg eenzaam en wist ik niet dat er mensen waren net als ik, die zich helemaal konden verliezen in muziek. Ik wilde als jongetje graag een drumstel hebben, maar ik kom uit een groot gezin en dus kreeg ik een Oostenrijkse mondharp van mijn vader. Dat vroeg om veel creativiteit. Ik ging bijvoorbeeld zoeken naar samples, zodat ik het drumstel dat ik graag wilde hebben alsnog kon gebruiken, zonder het fysiek te hebben.”

“Door die samples kon ik ineens allerlei soorten muziek maken: van krautrock ging ik naar disco en van hardrock ging ik naar pop. Dat deden echter niet veel mensen toen. Het heeft mij heel mijn jeugd gekost voor ik geestverwanten vond, die openstaan voor alle stromingen, genres en meningen.”

Alles is mogelijk
Schulte vertelt gepassioneerd verder over waar hij deze mensen heeft gevonden. Er is een plek in Düsseldorf, Salon des Amateurs, waar hij voor het eerst speelde met de gedachte dat hij wellicht wel eens muzikant zou kunnen worden, als hij later groot zou zijn. Een nachtclub die de spannende Berlijnse sfeer kent, maar vele malen relaxter en minder oordelend is over zijn bezoekers. Zo is er geen dresscode of strenge uitsmijter, maar is iedereen er welkom. Een clubhuis voor underdogs, als het ware. Een rode lijn die door de carrière van Schulte heen lijkt te lopen. Een ander terugkerend thema is zijn onafhankelijkheid.”

“In het begin van mijn carrière was ik nogal eens verlegen en schaamde ik mij voor mijn stijl. Ik dacht dat er ‘echte muzikanten’ waren, en dan was ik er. Dat komt omdat ik zelf geen harmonieën kan spelen of noten geweldig kan laten klinken. Inmiddels ben ik trots op wat ik doe en maakt het mij echt niet meer uit wat als ‘echte muziek’ wordt bestempeld. Daarom ben ik net zo blij met slechts een klein groepje fans die bij mijn optreden staan te genieten en te dansen. Dat gebeurt echt nog wel eens: je verkoopt niet altijd grote zalen uit.

Laatst speelde ik een show in New York voor vijftig man. In plaats van te balen, heb ik er een geweldige avond van gemaakt en hebben deze mensen gedanst tot ze niet meer konden, sommigen met hun ogen dicht. Het belangrijkste voor mij is dat ik mijn ding kan blijven doen en dat is soms een beetje specifiek. Mijn tip om te overleven is dat je niet te veel moet verwachten en vooral moet openstaan voor inspiratie.” 

Waar haal jij nu je inspiratie vandaan?
“Er is een theorie dat elke muzikant eigenlijk maar één liedje wil maken in zijn hele carrière. Elk liedje dat je maakt komt een beetje dichter bij dat ene, perfecte liedje. Ik sta compleet achter deze theorie. Ik wil de perfecte combinatie maken van The Chemical Brothers, oude disco, breakdance-songs en mijn Duitse roots. Als ik dat bereik, dan is Bufiman pas echt af. Ik vertrouw op mijn oren en laat mijn verlegenheid achter.”

Is dat ook hoe Albumsi is ontstaan?
“Ik speel vaak een aantal shows in het weekend, waarbij ik er zoveel mogelijk probeer te doen zonder dat ik er helemaal kapot van ben. Slapen is soms nog wel een lastig ding in het nachtleven. Als ik dan thuiskom van mijn weekend, rust ik even uit en daarna is het weer direct terug naar de studio. In mijn appartement staat mijn hele collectie platen en heb ik een soort cave gebouwd, waar ik eigenlijk alleen maar bezig ben met het ontdekken en maken van muziek. Voor Albumsi heb ik ook veel documentaires over de dierenwereld en de natuur gekeken. Daar zit eigenlijk de beste muziek van de wereld in, vind ik.”

“Mijn muziek klinkt ook zo: organisch, een beetje quirky en heel aards. Maar het blijft lastig om mijn stijl uit te leggen. Ik zou bijvoorbeeld mijn moeder echt niet duidelijk kunnen maken hoe mijn muziek nou klinkt. Luisteren werkt toch het beste”, sluit Schulte vrolijk af.