Interview

Big Ups: “We zijn niet zomaar boos. We proberen te groeien, als band en als personen”


3 juni 2016

Het zijn vruchtbare tijden voor de gemiddelde geëngageerde punkband: er is gewoon zo lekker veel om boos over te zijn. Goede timing dus, dat Big Ups dit jaar zijn tweede album Before A Million Universes uitbracht. En Joe Galarraga  (zang), Amar Lal (gitaar), Carlos Salguero (bas) en Brendan Finn (drums) spelen hun door jaren negentig DIY-punk geïnspireerde muziek nog altijd snoeihard. Desondanks is er nu ook ruimte voor adempauze.

Op het weergaloze Eighteen Hours Of Static uit 2014 schreeuwde Big Ups de woede van zich af over zo’n beetje alles wat mis was met de wereld: individualisme, oppervlakkigheid, gemakzucht, verspilling, leugenachtige religies, obsessief kapitalisme, zelfmedicatie en exhibitionisme via de sociale media die onze levens beheersen. En als je naar opvolger Before A Million Universes luistert, lijkt de wereld anno 2016 er volgens de New Yorkse band geen betere plek op geworden. Frontman Joe Galarraga protesteert steevast tegen het label ‘politieke band’. Toch begint hij bij de eerste, niet-beladen openingsvraag van dit interview (‘Hoe gaat de tour?’) direct over de vluchtelingencrisis: “We merken we dat er overal in Europa spanning hangt rond de confrontatie tussen mensen die uit nationalistische ideologie vrezen voor de veiligheid van hun land en de mensen die vluchtelingen welkom heten. Overal waar we de afgelopen vier weken zijn geweest, speelde het.”

Voor een woedend klinkende, geëngageerde punkzanger is Galarraga een opvallend rustig en aimabel persoon. Zijn antwoorden zijn doordacht, zijn opstelling is bescheiden en zijn zorgen over de situatie in Europa lijken oprecht. Ook de situatie in de VS geeft de zanger de nodige kopzorgen, vertelt hij. Dit interview vindt plaats in de week van de voorverkiezingen in New York, de thuisstaat van de band, en op het moment waarop Donald Trump zijn kandidaatschap voor de Republikeinse Partij veiligstelde. Net als in Europa, lijkt het er ook in de VS op dat de partijen met contrasterende meningen eerder lijnrechter tegenover elkaar zijn komen te staan, dan dat ze elkaar in het midden proberen te vinden. Het kan niet anders dan dat deze politieke situatie in het thuisland van de band Before A Million Universes heeft beïnvloed. “Natuurlijk heeft het invloed,” bevestigt Galarraga. “Ik denk dat de verkiezingen in de VS een goed voorbeeld zijn van toenemende polarisering. Zowel links als rechts worden extremer, er is weinig ruimte voor gematigde opvattingen. Angst lijkt meer dan al het andere een factor te zijn. Mensen zijn bang voor wat ze niet kennen en deze retoriek wordt uitvergroot door de media. We halen op Before A Million Universes zeker de ‘wij versus zij’-mentaliteit aan, maar de teksten gaan vooral over het begrijpen van mensen op een persoonlijker niveau. Ik denk dat je beter begrip voor anderen kan opbrengen door afstand te nemen van partijprogramma’s en ideologieën.”

Het mag duidelijk zijn: voor een zelfverklaarde niet-politieke band, is Big Ups nog steeds behoorlijk geëngageerd. Maar hij wordt vaak verkeerd begrepen, vindt Galarraga: “Een nummer als Goes Black (van Eighteen Hours Of Static) bijvoorbeeld, is heel existentieel. Het gaat niet over politiek of economie, maar over angst voor de dood. We hebben altijd dat label van een politieke band opgeplakt gekregen. Politiek is een onderdeel van waar we over willen praten, want het maakt deel uit van het systeem waar we in bestaan. Maar we bestaan ook in ons eigen lichaam en we moeten omgaan met onze eigen, rare mentale processen.” Daar zit hem direct het grote verschil in hoe Big Ups tekstueel is gegroeid: klonk de woede op de eerste plaat nog primair en gericht op het systeem, op Before A Million Universes gaat het over hoe ons eigen zijn zich verhoudt tot dat systeem. De band beargumenteert dat niet alles zo zwart-wit is als de polarisering in de samenleving ons soms doet geloven. “De plaat gaat over jezelf toestaan dat je meer kan zijn dan wat mensen je toedichten. Je bent niet een van die extremen, er is altijd nuance, een grijs gebied. We categoriseren mensen graag, omdat dat ze makkelijker te begrijpen maakt. Maar niemand is makkelijk te begrijpen.”

Ook muzikaal is Before A Million Universes genuanceerder dan zijn voorganger. Naast de hoekige stop-go-dynamiek die we kennen van Eighteen Hours Of Static is nu regelmatig ruimte voor adempauze. De vocale explosies van Galarraga voelen daardoor nog meer aan als een welgeplaatste vuist in het gezicht: een effectieve manier om een boodschap over te brengen, lijkt het. “Deze plaat laat zien dat nuance een effectieve leerschool is. Muzikaal is het niet alleen meer afwisselend harde en zachte stukken. We zoeken emotie en expressie. Het is geen preek of blinde woede, het is meer een ontdekkingstocht voor onszelf. We zijn niet zomaar boos. We proberen te groeien, als band en als personen.”

De door Galarraga beschreven nuance is op Before A Million Universes het duidelijkst waarneembaar bij de eerste twee uitgebrachte singles. Capitalized is ouderwets witheet van woede, opvolger National Parks is juist weer een opvallend persoonlijk nummer over Galarraga’s moeder en de offers die zij bracht om haar kinderen op te voeden in een harde omgeving. Is dat niet paradoxaal, enerzijds boos zijn op het systeem, anderzijds datzelfde systeem accepteren en je er proberen staande te houden? “Capitalized is inderdaad een boos nummer, maar gaat ook over hoe je als persoon steeds wordt geconfronteerd met je eigen waarde. Een identiteitscrisis met kapitalisme als context: wie ben ik? Zal ik daar ooit achter komen als ik gevangen zit in een systeem dat me dwingt geld te verdienen en dat systeem in stand te houden? National Parks gaat over hoe je ouders van grote invloed zijn op je ideeën over diezelfde wereld en welke offers zij brengen. Het overkoepelende thema is hoe een persoon zich ontwikkelt als onderdeel van deze maatschappij en andersom: hoe die energie vervolgens weer terugvloeit naar de maatschappij. Een beter persoon maakt een betere samenleving, denk ik. ”

De vraag rijst of een groep die naar voorbeeld van de DIY-punkbands uit de jaren tachtig en negentig de mores van de hedendaagse samenleving ter discussie stelt, niet ook een oplossing moet bieden? “Dat is een terechte vraag. Ik denk dat juist het ter discussie stellen onderdeel is van het toewerken naar een oplossing. Deze songs schrijven en spelen, helpen me om onze overtuigingen wat beter te begrijpen. Het is geen boodschap die we prediken, maar als band reis je veel en kom je in situaties terecht waarover wel gepraat moét worden in songs. We hebben de kans om iets te doen waar mensen zich mee kunnen identificeren en dat is iets heel krachtigs. Maar als wij alle antwoorden hadden, deden we wel iets anders dan dit.”