Interview

INTERVIEW: de balans opmaken met Bewilder


3 juni 2016

I don’t think about tomorrow. I don’t know about tomorrow’, zingt Maurits Westerik op het slotnummer van Dear Island. Hij toog naar Vlieland met een nieuwe band die later Bewilder zou gaan heten. Tot aan de albumpresentatie in augustus 2015 had hij eigenlijk geen flauw benul wat hem te wachten stond. Ruim negen maanden zijn inmiddels verstreken en mr. Bewilder maakt, samen met The Daily Indie, de balans op.

Maurits Westerik (34) heeft meivakantie. Of nouja, vakantie.. Bewilder speelt de komende weken géén optredens, maar ondertussen heeft de frontman zijn handen vol aan zijn pasgeboren tweede kind én het schrijven van nieuwe muziek. Westerik is altijd in beweging, maar vanavond zit hij even stil. Hij blikt terug op een succesvol jaar en kijkt vooruit naar een veelbelovende toekomst.

Radio 2 Talent
“We hadden het echt niet veel beter kunnen wensen. In augustus hadden we eigenlijk alleen nog een cd-presentatie staan; Into The Great Wide Open, EKKO, Altstadt en de bovenzaal van Paradiso. En nu staan er weet ik hoeveel shows tot, in ieder geval, eind september.” Westerik spreekt met een waterval aan woorden en met die welbekende glimlach op zijn gezicht. Hij is de woordvoer van Bewilder, maar Bewilder is allerminst een eenmansproject. “Ik ben misschien wel een soort kapitein. Dat willen zij (Arjan Kamphuis, Bram Hakkens, Jeroen Overman, Arjen de Bock, red.) ook heel graag. Je moet toch iemand hebben die er voortdurend mee bezig is en contact heeft met het management. Dat heb ik toch al snel, maar in principe gaan alle creatieve ideeën gewoon door de groep. Ik zorg voor de koers, maar het blijft een groepsproces.”

Gem, de groep waar Westerik in 2011 een punt achter zette, was een 3FM-band in hart en nieren. Bewilder, daarentegen, werd al snel na het uitbrengen van debuutplaat Dear Island uitgeroepen tot Radio 2 Talent. “Het label en de manager dachten nog: ‘is-ie daar wel blij mee?’”, zegt Westerik. “Maar eigenlijk mogen we in onze handjes knijpen, want het kwam precies op het juiste moment en we zijn ontzettend blij met de support. Blijkbaar is dat oudere publiek, wat je nog wel via de radio móét bereiken, óók echt ons publiek. Het is echt ongelofelijk hoeveel vinyl we bij liveshows verkopen aan dertigers en veertigers die pas één of twee nummers van Radio 2 kennen.”

Geen show hetzelfde
Honderd shows per jaar, zoals tien jaar geleden, zit er voor Westerik niet meer in. “Ik vind het spelen heel fijn, maar één of twee keer per week is voor onze huidige situatie eigenlijk ideaal. Daardoor hebben we genoeg tijd om ook creatief dingen te kunnen maken en in juni bijvoorbeeld een nieuwe EP op te kunnen nemen.” De belofte die de band al eens maakte, dat geen enkele show hetzelfde zou zijn, weet Bewilder vooralsnog na te komen. “Gewoon de setlist omgooien helpt heel erg. Soms spelen we Forza (It Is) een paar minuten en soms duurt-ie ruim zeven tot acht minuten. Sneller en langzamer – dat gebeurt altijd. Eerst zeiden we tegen elkaar: ‘dat speelden we veel te langzaam en dat ging veel te snel’, maar dat is ook het ritme van de dag. Je mag het ook best laten afhangen van het publiek, net zoals het feit dat je in de stad sneller fietst dan in de natuur.”

Met friettenten, filmvertoningen, kledingwinkels, musea en de gebruikelijke poppodia is de tour van Bewilder diverser dan dat hij lang is. Bewilder speelt overal, zolang de organisatie maar enthousiast is. “Daar valt of staat het bij. De boeker moet het gevoel hebben dat die zaal ons écht heel graag wil programmeren, want als het gewoon een moetje wordt, dan zitten wij ook liever thuis. Dat is niet om iemand voor de schenen te schoppen, maar dan ga ik écht liever thuis nieuwe muziek maken of met de jongens in de studio zitten.”

Festivals (en verder)
“Het was stiekem één van onze beste shows. Misschien wel de beste”, vertelt Westerik glunderend over de eerste clubshow van Bewilder bij onze oosterburen in Osnabrück afgelopen Record Store Day. “Wij presteren goed op afstand, waar we niets en niemand kennen en waar we ons, bij wijze van spreken, niet eens thuis voelen. Dat was wel een moment, waarop we zeiden ‘damn, jongens! Hoe hebben we dat geflikt na zo’n lange dag? We zaten vanochtend om negen uur al in de bus (de band speelde eerder die dag in platenzaken in Amsterdam, Utrecht en Osnabrück, red.) en we zijn zó on it!’ Het is geen missie, maar af en toe in het buitenland spelen doet ons wel heel goed, merk ik. Juist om weer even met de voeten op de grond te staan en jezelf weer heel erg te moeten bewijzen. Daar wordt iedere band beter van, denk ik.” Voorlopig staat er nog een tiental shows in het binnenland op de planning, waaronder een handjevol zomerfestivals: Best Kept Secret, Welcome to the Village en Damaris. “Dat wordt nog wel eventjes spannend, maar ik denk dat we er klaar voor zijn. Het wordt een mooie samenvatting van wat we tot nu toe hebben gedaan. We zullen ook wel wat nieuwe nummers spelen, denk ik.”

Nieuw werk van Bewilder, in de vorm van een tweetal EP’s, zal niet lang op zich laten wachten. En een tweede album dan? “Dat komt sowieso daarna pas. Veel mensen roepen meteen: ‘moet je die nummers dan niet allemaal voor een nieuw album gebruiken?’ Ik wil nu gewoon heel graag weer wat uitbrengen en niet per se een heel album. Het is ook fijn om dat hele verwachtingspatroon van albums een beetje los te laten. Als ik iets vandaag upload op iTunes of Spotify, dan staat het er morgen al op. Wat wil je nog meer? Je hoeft niet per se alles weer ‘uit te brengen,’ want je kunt het ook gewoon ‘naar buiten’ brengen.” Het blijft een experimentje, denkt Westerik: “Misschien kom ik er aan het eind van dit jaar wel op terug en denk ik ‘fuck, had ik die songs inderdaad maar op een nieuw album gezet’. Aan de andere kant voelt het goed zo. Ik wil graag iets nieuws naar buiten brengen als bedankje voor de support. Dat moet gewoon makkelijk tot de mensen komen. Het inspireert mij ook om heel veel nieuwe dingen te blijven maken. Gewoon door, door, door, door!”

Bescheiden ambitie
Groot, groter, grootst was ongeveer het credo van Gem. “Jonge honden-gelul,” noemt Westerik het anno 2016. De ambities van Bewilder liggen elders en zijn vooral iets genuanceerder. “Ons voornaamste doel is toch wel om steeds betere albums te maken en gewoon véél muziek uit te brengen. Al die shows zijn dan ook deels onderhevig aan goede muziek, wat mij betreft.” Wat er verder op het bescheiden verlanglijstje van de band staat? Een aantal mooie festivals dus, waaronder een optreden op Lowlands, her en der een gig in het buitenland en o ja, nog één ding: “Ik zou graag zelf een Bewilder-show willen organiseren, een soort minifestival op locatie met bands en dj’s die we goed vinden en dan zelf ook een goede show geven. Als we dat nou eens voor 1.000 of 1.500 man zouden kunnen doen. Dat is wel echt een droom.”

Experimenteren, veranderen en uitproberen houdt Bewilder op de been. Voortdurend hetzelfde doen is taboe. “Veel bands hebben één goed recept, melken dat vier of vijf albums uit en komen daar mee weg. Ik kijk zelf veel meer naar regisseurs en filmmakers. Zij maken ook niet steeds dezelfde film en proberen ook steeds iets anders te maken. Daar kunnen wij ons als band wel in vinden.”

Hij zong het al op Tied Up – “de conclusie van Dear Island, muzikaal en tekstueel” – ‘I don’t think about tomorrow. I don’t know about tomorrow’, en dat blijkt. De ambitie is niet verdwenen uit het lijf van kapitein en regisseur Maurits Westerik, maar het allerliefst blijft hij vooral voortdurend in beweging.