Album Review

ALBUM REVIEWS (week 7): o.a. Twerps, APTBS en Sleater-Kinney


13 februari 2015

A Place To Bury Strangers – Transfixiation
De New Yorkers van A Place To Bury Strangers zijn terug met hun vierde album ‘Transfixiation’. Hierop weten ze hun enorme trademark-geluid weer een prachtige balans tussen shoegaze en noiserock te vinden. Na het iets terughouderende album ‘Worship’ uit 2012 knalt de band er ditmaal weer vol in het een heerlijke, experimentele plaat waar de – door de band zelf gemaakte Death By Audio – effectpedalen een duidelijke hoofdrol hebben. Samen met de jagende drums en de gruizige zang zorgt dat voor een geluid dat een gebouw op zijn grondvesten kan laten schudden.

Enkele nummers, zoals de single Straight zijn, voor APTBS, iets lichter en hebben haast dansbare melodieën die licht doen denken aan een nog heftigere versie van Death From Above 1979, soms duikt de band ook de richting van drone en noise op het pikzwarte Deeper. Er zijn over het album veel verschillende stijlen te horen, van donkere post-punk tot de zwevende gitaargeluiden, waardoor de band nog meer van zijn kunnen toont en daarmee ook een meer diverse plaat heeft opgenomen.

Op de allerlaatste track I Will Die zetten de bandleden nog eenmaal alle zeilen bij om te laten horen waar hun reputatie als ‘The Loudest Band From New York’ vandaan komt. ‘Transfixiation’ zoekt duidelijk de duistere en hevigere kanten van de indierock en dat zorgt voor een enorm stevige plaat die gemaakt is om zo hard mogelijk af te spelen.
Olaf Slootweg

 

Sleater-Kinney – No Cities To Love
Als alom gewaardeerde band na pakweg een decennium plots je terugkeer aankondigen, je moet het maar durven. Nadat vorig jaar Death From Above 1979 het deed, is het nu Sleater-Kinney die het erop waagt. ‘No Cities To Love’ is de terugkeer van een band die tien jaar geleden – volgens velen – stopte op zijn hoogtepunt.

Wat direct opvalt bij opener Price Tag is dat de urgentie hoor- en voelbaar is. Na de eerste gitaarriff knallen de andere gitaren en drums snel uit de startblokken. Dit vlijmscherpe begin zorgt ervoor dat je direct wakker bent. De scherpte vormt, hoe subtiel soms ook, de rode draad van de plaat. Waar de oudere albums soms lange nummers en grootse gitaarpartijen bevatten, voelt ‘No Cities To Love’ als een compact album. Geen tracks gaat over de vier minuten heen. Juist door deze dichtheid komt de altijd aanwezige focus van de band goed naar voren, met Bury Our Friends als beste voorbeeld. Altijd in your face zonder dat te erg te willen zijn.

Kijken naar het verleden doet Sleater-Kinney op ‘No Cities To Love’ niet. Dit is hoe de band er nu voor staat en nu wil klinken. En daar mogen we best verdomd blij mee zijn.
Wessel van Hulssen

 

Twerps – Range Anxiety
Door de recente stroom van Australische bandjes zou je bij Twerps misschien een zwaar psychedelisch epos verwachten. Niks is echter minder waar. Lichte jangle pop is het devies op de bands tweede officiële plaat. Na de fantastische EP ‘Underlay’ heeft de band heel wat te bewijzen op ‘Range Anxiety’. Dit lukt bij vlagen.

Het best is Twerps in de meer uptempo nummers, als de band vol op stoom is. Neem bijvoorbeeld Stranger en Cheap Education, vol drive, passie en zomerse vrolijkheid. Op die momenten zijn oudgedienden als The Feelies en The Bats niet ver weg, terwijl ook recenter The Babies, Real Estate en dichter bij huis  Nouveau Vélo in de jengelende en meanderende gitaarpartijen terug te horen zijn. De manvrouwvariatie in de zang zorgt bovendien voor de nodige afwisseling, zeker omdat de feel en instrumentatie van de nummers op de plaat verder redelijk homogeen is. De tragere ballades als kunnen heel mooi zijn – I Don’t Mind, bijvoorbeeld – maar vaker veroorzaken ze behoorlijke inkakmomenten.

Het roept de vraag op of Twerps er niet beter aan had gedaan om in plaats van een langspeelplaat weer een EP te maken. Desalniettemin zijn de acht of negen nummers die goed tot fantastisch zijn genoeg reden om alvast een voorproefje op de zomer te nemen en deze plaat in huis te halen.
Wymer Praamstra

 

Crushed Beaks – Scatter
Ergens tussen een jonge Damon Albarn en een opgepompte versie van DIIV bevindt zich Crushed Beaks. Drie gasten met noisy turbogitaren die vanaf hun eerste singles in een lichte hypefase terechtkwamen, met stuiterende tracks en zweterig dampende optredens.

Tijdens een Halloweenfeestje loopt de band de Italiaanse filmcomponist Fabio Frizzi tegen het lijf. Het klikt al snel tussen de heren als ze een grote liefde voor horrorfilms blijken te delen, dus Frizzi vraagt of de band een debuutplaat op wil komen nemen in zijn studio in Rome. Dat blijkt een goede zet, want Crushed Beaks heeft daar precies die mix te pakken gekregen waar wij zo blij van worden op de redactie. De Londenaren maken bruisende en fuzzy pop, die volgestopt met aanstekelijke melodieën en springerige riffs.

De plaat komt een beetje twijfelachtig in beweging met het nummer April, maar schudt alle zenuwen van zich af als Overgrown het overneemt. Hier gaat de band los en ramt zich een weg door de plaat heen. Absoluut hoogtepunt is Rising Sign, waarin je de adrenaline door de lijven van de bandleden voelt gieren. Replica, Memory Loss en Choices omsingelen de felle en nummers met poppy en jangly postpunk. Hier horen we bandleden die alles geven, spelen alsof hun levens ervan afhangen en klinken alsof ze elk moment flauw kunnen vallen wegens zuurstofgebrek. Zo horen we het graag.
Ricardo Jupijn