Album Review

ALBUM REVIEW (week 5): o.a. Menace Beach, All We Are en Jessica Pratt


28 januari 2015

All We Are – All We Are
Iedere band plaatst zichzelf  in een bepaald genre – of dat wordt voor de band gedaan. Genres geven aan in welk rijtje eerder gemaakte muziek de band valt, het zorgt voor verwachtingen, het maakt het navigeren van en naar allerlei muziek overzichtelijker. Noemt een band zich eclectisch, post-dit of prog-dat? Dikke kans dat de bandleden zelf niet weten wat voor soort muziek ze maken.

Niets van dat alles met All We Are. De drie hebben hun muziek al ‘Psychedelic Boogie’ en ‘Bee Gees on diazepam’ genoemd. Een idee van wat je kan verwachten, valt hiervan niet te maken. Maar wanneer je de titelloze debuutplaat van All We Are luistert, is er geen twijfel over mogelijk: deze muzikanten weten exact waar ze mee bezig zijn.

Met name de langzamere songs hebben een lichte psychedelische feel. Snellere songs swingen, onmiskenbaar maar subtiel. De onomstotelijke link met Bee Gees is de in kopstem gezongen zang en koortjes, de diazepam-connectie doelt op het rustgevende karakter van de plaat. Want ondanks dat All We Are een grote zaal zeker in beweging kan krijgen met songs als Feel Safe, Honey en I Wear You, zorgen de meeste tracks op de plaat er vooral voor dat je als luisteraar goed kan wegdromen. Maar All We Are heeft, vooral gezien de instrumenten die het drietal bespeelt, een ongelofelijk intrigerende sound en heel goede songs. ‘All We Are’ is een van de eerste topplaten van 2015.
Wessel van Hulssen

 

Alex Calder – Strange Dreams
2008-2011, een periode die enigszins nietszeggend lijkt. Toch gebeurde er iets vreemds in Canada. Drie jongens werden groot met een nieuw soort muziek. De tieners, die elkaar kenden uit Edmonton, begonnen met het brouwen van lo-fi gegenereerde slackerrock, bomvol met overstuurde Fender-versterkers en echo producerende machines. Makeout Videotape was de noemer waaronder Mac DeMarco samen met o.a. Alex Calder begon te schrijven. Ten tijde van de eigen solo-EP van Calder, werd het duidelijk dat hij een substantieel onderdeel was in het ontwikkelen van deze nieuwe sound.

Vreemder dan DeMarco kan Calder niet worden, toch? Fout, met exclamaties over het verlaten van zijn muzikantenbestaan om een (absurd slechte) kok te worden, het zoenen van opgezette herten en een Instagram vol vieze half opgegeten gerechten, krijg je waarschijnlijk het vermoeden dat het kraanwater in Canada radioactief is. Naast de gelijkenis in absurditeit is er ook een grote gelijkenis op muzikaal vlak. ‘Time’ had veel weg van een langzamere Mac DeMarco plaat zonder glooiende riffjes. Zeker tof, maar bijzonder was het niet.

Toch is ‘Strange Dreams’ anders. Hoewel de zang van Alex nog flink schuilt onder dikke plakkaten galm, heeft hij eindelijk meer zekerheid gekregen in zijn eigen werk. Hij is van de zelfbewuste jongen in de schaduw van zijn goede vriend, eindelijk een echte muzikant geworden. Van een zoekende stem, onzeker over zuiverheid, naar iemand die vals durft te zingen. Wie maakt het toch in godsnaam uit?! En is het toeval dat het beste nummer op de plaat Life Purpose heet? Laten we hopen van niet en genieten van dit album, gemaakt door een roodharige jongen met ziel en zekerheid.
Domenico Mangione

 

Menace Beach – Ratworld
Menace Beach is een pixelig computerspelletje uit de jaren negentig, met in de hoofdrol een onbekommerde skateboarder die allerlei sores moet ontwijken om bij een meisje te komen. Luisterend naar hun eerste langspeler ‘Ratworld’ wordt duidelijk dat het geen onlogische keuze was van Ryan Needham en Liza Violet uit het Britse Leeds om diezelfde naam aan hun band te geven. Samen met onder meer leden van Hookworms, speelt de band fuzzige surfrock-indiepop waarvan je klakkeloos zou kunnen geloven dat het in de jaren negentig is gemaakt. Vooral de start van dat decennium, toen alternatieve gitaarmuziek een sterk tegengeluid begon te geven binnen de alsmaar gladder gepolijste wereld van de popmuziek.

Stevige en subtiele nummers wisselen elkaar af, net als de mannelijke- en vrouwelijke zanglijnen en worden gedragen door een warme bas die begeleid wordt door fijn glijdende gitaarrifjes. Precies wanneer je denkt dat de liedjes te zoet worden, knalt de band er fijn een bak gitaarlawaai doorheen of speels plagend een partij jengelende toetsen. Enkele opvallers: het fuzzy Lowtalkin’ dendert zo hard dat het gemakkelijk een hele kudde roze olifanten op hol jaagt, in Pick Out The Pieces weergalmt een smekend liefje en titelsong Ratworld is een zoete dikke stroop die heerlijk warm uit je speakers vloeit. Volgens de bandleden zelf hebben ze met deze plaat hun eigen vieze rattenholletje gemaakt om lekker in weg te kunnen kruipen. “Alles is beter als het een beetje viezig en kapot is”, zegt Needham.

De band doet een vette knipoog naar de nineties, maar laat professioneel horen dat ze wel degelijk een eigen pad uitstippelt. De plaat is noisy en fuzzig genoeg om niet te poppy te worden, poppy genoeg om niet te noisy te worden en bevat een grote berg verrassend pakkende hooks om dit alles lekker mee aan te kleden.
Teun Guichelaar

 

Jessica Pratt – On Your Own Love Again
Jessica Pratt. De parel onder de parels. De singer-songwriter neemt in 2007 een aantal nummers voor zichzelf op en deze komen op één of andere manier Tim Presley a.k.a. White Fence ter ore. Presley wordt zo gegrepen door de muziek dat hij speciaal een label opricht om Pratt met de wereld te kunnen delen. Zo maakten we in 2012 kennis met deze jonge, adembenemende en zeer bewonderenswaardige vrouw uit Los Angeles, die tijdloze en beeldschone muziek weet te componeren met vaak alleen een akoestische gitaar. Nu is er een vervolg: ‘On Your Own Love Again’.

De eerste single Back, Baby is direct een schot in de roos. De warme, meanderende en lieflijke klanken pakken je stevig beet, terwijl Pratt met haar duim over de nylon snaren glijdt en je haar eigen wereld in weet te tokkelen. Op de thuisopnames van de muzikante hoor je de snaren zachtjes zoemen, voel je de lichte kraak in haar stem en wordt het geluid vredig bedekt onder het knisperende geluid van de snorrende bandopnames.

Pratt zweeft met haar zachte doch krachtige stem ergens tussen hemel en aarde, terwijl de tedere en ongerepte klanken van haar gitaar een diepe meditatieve werking hebben. De tijd bestaat even niet meer bij het horen van deze zangeres. Je komt los van de moderne en continu onderbrekende wereld om je heen, waarbij de onverbloemde intimiteit van de muziek je langzaam in een diepe trance sust.

Voor het omschrijven van de pure, romantische en rauwe schoonheid van een muzikant als Jessica Pratt kom je al snel superlatieven tekort. Laat je vooral eens onderdompelen in Pratt’s wereld, om te ervaren hoe deze fijngevoelige pracht klinkt.
Ricardo Jupijn