Album Review

ALBUM REVIEWS (week 47): o.a. Hookworms, JAWS en Ariel Pink


21 november 2014

Superfood – Don’t Say That
Mocht je nog twijfelen aan die hele nineties revival, dan hebben we nu wel een band die je over de streep trekt. Het uit Birmingham afkomstige Superfood lijkt wel uit een tijdmachine te komen om britpop anno 2014 even eigenhandig weer op de kaart te zetten. In de schijnwerpers gezet door de collega’s van Peace, vervolgens de hemel in geprezen door de Engelse muziekpers, dus de verwachtingen voor dit debuut waren niet mals.

Dat kon ook niet anders, met tijdloze en extreem melodieuze singles als Mood Bomb en Right On Satellite, die al een scherp voorproefje gaven van wat er ons te wachten stond. Monumentale majeurakkoorden, pakkende tweede stemmetjes, een kleurrijk palet aan allerhande gitaareffecten en refreinen die je luidkeels mee wilt schreeuwen. Toch is het niet de typisch Noord-Engelse britpop die deze Engelse harmonietalenten laten horen; het zit een stuk eigenzinniger en speelser in elkaar. Superfood heeft een doordacht en tegelijkertijd nonchalant gevoel om zich heen hangen en
creëert zijn eigen hoekje, waarbinnen het heerlijk alle kanten op kan gaan. De band trekt zich nergens wat van aan en kan zomaar met oosterse, funky white boy soul of een onverwachte Madchester-sound op de proppen komen. Het kan allemaal en het werkt ook allemaal.

Er lijkt geen vuiltje aan de lucht op deze plaat, je luistert naar een band die het beste uit zichzelf naar boven weet te halen, zonder enige druk van buitenaf. Je hoort dat Superfood echt plezier heeft in wat het doet, waardoor ‘Don’t Say That’ een van de meest spraakmakende debuutalbums van het jaar is. En bovenal verslavend lekker, let maar op!
Ricardo Jupijn

 

JAWS – Be Slowly
Na de beloftevolle ‘Milkshake EP’ en het digitaal uitgebrachte ‘Gold’ was het reikhalzend uitkijken naar ‘Be Slowly’, het debuutalbum van JAWS, een bende broekies uit de Engelse miljoenenstad Birmingham onder leiding van Connor Schofield. Behalve The Daily Indie had zowat elk zichzelf respecterend muziekmagazine of muziekblog, het Engelse NME op kop, de releasedatum van dit album met stip aangeduid in de agenda.

En nu is het album er dan eindelijk. EP’s zijn leuke teasers, maar er gaat toch niets boven een volledig album. Naast twee eerder uitgebrachte singles, Surround You (‘Milkshake EP’) en Gold (u raadt het nooit, ‘Gold EP’), staan er dan ook negen gloednieuwe nummers op ‘Be Slowly’. De vraag is dan natuurlijk of het album voldoet aan de hooggespannen verwachtingen. Think Too Much Feel Too Little, de vooruitgestuurde single, is het beste nummer dat The Cure nooit gemaakt heeft en het beste nummer van deze plaat. Overstuurde new wavegitaren met een niet al te vrolijke melodie, op een bepaalde manier zomers en bijzonder melancholiek tegelijk. Daarnaast zijn er natuurlijk de twee uitstekende, reeds vermelde singles (vooral  Surround You is werkelijk fantastisch) en de erg eighties (denk alweer The Cure) aandoende titeltrack.

Niet de beste debuutplaat aller tijden, maar als je van de dromerige indierock bent, had deze plaat wel allang in je bezit moeten zijn.
Arnout Coppieters

 

Hookworms – The Hum
Ik weet het nog goed: het samenstellen van een muzikale top 10 van 2013 was, zoals ieder jaar, verdraaide lastig. Op de nummer één van het lijstje na. Die plek was gereserveerd voor Hookworms, met hun debuut ‘Pearl Mystic’. Een mysterieuze band uit Leeds die een soort hybride van psychrock, punk, noise en kraut maakt. Ruim anderhalf jaar later is de band terug met een nieuw album: ‘The Hum’.

Het luisteren naar een plaat van Hookworms betekent meegesleurd worden in een rollercoaster van emoties. De band kan namelijk ongenadig fel van leer trekken (zoals in opener The Impasse en Radio Tokyo) om vervolgens naadloos over te gaan in nummers die meer op sfeer leunen (On Leaving, Off Screen). Net als ‘Pearl Mystic’ bevat dit album zes nummers, aangevuld met enkele ambient-achtige intermezzo’s die het album voorzien van een extra onheilspellende sfeer. Persoonlijk vind ik Hookworms het best uit de verf komen tijdens hun wat tragere songs. Het duistere Off Screen is wat mij betreft hét hoogtepunt van dit album, klinkend als een huwelijk tussen Spectrum en The Velvet Underground.

‘The Hum’ is wederom een plaat die veel indruk maakt. Hookworms toont zich heer en meester in het maken van een album dat echt ‘af’ is. Alle nummers kloppen en vloeien in elkaar over en vormen daarmee een onafscheidelijk geheel. Mocht er ooit een best-off van Hookworms op de markt komen, dan heeft de samensteller een onmogelijke taak.
Julian Klaassen

 

Ariel Pink – pom pom
Ariel fucking Pink. Voor de mensen die niet weten wie hij is heb ik hier een aantal steekwoorden ter verklaring: white trash, Michael Jackson-outfit, roze haar, androgyn en zelfverklaard seksueel atleet. Met nummers over Nostradamus, het niet kunnen horen van zijn ogen en dinosaurus Care Bears is meneer Pink tamelijk bizar. Als je nu nog niet hard aan het wegrennen bent, bravo. Je hoort bij een kleine minderheid aan vage hipsters en muziekrecensenten. 

Niet te vroeg juichen, want na twee gematigdere platen, ‘Before Today’ en ‘Mature Themes’, keert Ariel nu op ‘pom pom’ terug naar de ludieke nummers van zijn vroegere werk. Hoewel Ariel Pink nu weer officieel zonder zijn Haunted Graffiti’s is, heeft deze plaat bizar genoeg meer artiesten erop dan elke plaat hiervoor. Onder andere niemand minder dan Kim Fowley doet mee in de orgastische vreugde van ‘pom pom’.

‘Zeventien nummers en 69 minuten aan ongefilterde Ariel’, verklaart het persbericht van 4AD. Na drie-en-een-halve minuut is het al duidelijk, ‘pom pom’ is Ariel’s magnum opus. Een magnum opus bestaande uit ‘scuzz-punk face-melters’ en ‘carnival dub psychedelia’. Toch is het luisteren naar Ariel Pink een haat-liefde verhouding. De nummers zijn aan de ene kant ontzettend catchy, aan de andere kant bloedstollend irritant door de eindeloze plotselinge intermezzo’s en stompzinnige bombardementen van het woord Jell-O. Toch overwint de liefde het uiteindelijk aangezien zelfs de meest pijnlijk irritante deuntjes oneindig in je hoofd blijven zitten.

Wat een fucking idiote held is het toch.
Domenico Mangione