Album Review

Nooit meer eenzaam de nacht in met Kevin Morby’s stadsmuziek


21 juni 2017

De stad in iedere song, zo luidde de doelstelling van Kevin Robert Morby toen hij begon met City Music, een album dat parallel ontstaan is aan voorganger Singing Saw en zodoende een jaar op de plank heeft gelegen voor zijn release. Nu is hij daar: de soundtrack voor menig zomernamiddag alsmede voor vele donkere avonden, een kleurrijke mixtape, City Music genaamd. 

Een mixtape, ja. Meer dan het samenhangende werk van Morby’s bekroonde vorige plaat is dit een palet aan stijlen, invloeden en emoties – allemaal rondom het thema ‘stad’. Op een melodramatische openingstrack volgen een slowrocker (Crybaby) en een uptempo ode aan de Ramones (1234), stadsmuziek op z’n best. Er wordt gemosht, er wordt getwist en geschuifeld. In zijn solocarrière klonk Morby nooit zo opgetogen als op Aboard My Train, nooit zo mistroostig als op Night Time en nimmer zo gewiekst als op de titeltrack, doordrenkt van whisky en van sigarenrook doordrongen. Morby houdt niet aan één narrative vast, meandert en toont alles wat zich in zijn mars bevindt.

 

 

De enige constante is de setting, zoals genoemd. Uit een openstaand raam dringen de geluiden van een vervlogen Manhattan een rokerig appartement binnen. Daar op een fauteuil heeft een jongeman zich gepositioneerd met een elektrische gitaar. Het zijn de jaren zeventig, maar dan alleen hoe iemand die de jaren zeventig nooit heeft meegemaakt (Morby komt uit 1988) het zich zou inbeelden. Geen kleine criminaliteit in iedere gure, vieze steeg, maar grootse schoonheid, zij het met een bitterzoete bijsmaak. Tracks als Dry Your Eyes en Tin Can tonen de verteller vol genot, ondergedompeld in het stadse leven. Maar hoe oorverdovend mooi de muziek soms ook moge zijn, in dat stadse leven schuilt eenzaamheid. Night Time, de evenknie van Morby’s eerdere chef-de-oeuvre Parade, is doorspekt van verwijzingen naar Nina Simone en Bob Dylan en somt de gedachten op van een gedesillusioneerd man, aan de eenzaamheid bezwijkend. Zo triest…

…en zó mooi, want nergens laat Morby het écht donker worden. The bright light in the big city schuilt in de liefde en de virtuositeit van de frontman en zijn liveband, die voor City Music vrij spel kreeg. Met name de betoverende cover van L.A.’s smerigste punkband Germs, Caught In My Eye, toont de gave die Morby bezit. Een track waarvan de romantische lyrics in 1980 bevuild werden door emmers gitaargruis en het verbolgen stemgeluid van Darby Crash, mag hier gerust beschouwd worden als het meest stijlvolle gebaar van de plaat.

Als een ware antithese doet City Music geen seconde aan zijn voorganger denken. Verser in het geheugen lijkt tweede plaat Still Life, wiens soulvolle rock-‘n-roll hier regelmatig herleeft. Het is de conceptuele benadering en de smetteloze executie ervan die City Music naar een nóg hoger niveau tilt. Dit is een plaat die ondanks (of dankzij) zijn uitersten uiterst compact voelt. Enige gewenning is wellicht nodig na de pastorale harmonie van Singing Saw, maar volledige verslaving aan de stadse dynamiek, romantiek en melancholiek die op City Music zo vakkundig wordt geëtaleerd, lijkt onvermijdelijk.

 

Meer weten? Lees hier ons interview met Kevin Morby terug!