Interview

Interview Lewsberg: “Rotterdam vind ik niet echt een gitaarstad, allesbehalve eigenlijk”


2 juli 2018

Metropolis Festival
Zondag 8 juli

 

Als er op het moment één Rotterdamse band is die we met veel plezier volgen, dan is het Lewsberg – de band die in april een sterk debuutalbum uitbracht en op een verfrissende manier zijn eigen gang gaat. Met succes, want het leidt onder meer tot een optreden op de heilige thuisgrond van Metropolis dit weekend. The Daily Indie wil de Rotterdammers graag wat beter leren kennen en zoekt de band op. 

Na een korte wandeling door het strakke centrum van Rotterdam, staan we voor de deur van Arie van Vliet zijn kantoor: Arie’s Knakenpaleis. De lange Lewsberg-frontman verwelkomt ons in zijn minimalistische Mad Men-achtige kantoor met smalle, lichtbruine Scandinavische meubels plus zelfgemaakt behang van snackbar-zakjes. Om de zanger hangt een oase van rust: hij zet een kopje thee; het leven in deze werkruimte is overzichtelijk en in balans.

Ondertussen drupt Shalita Dietrich binnen, die bas- en zangpartijen voor haar rekening neemt binnen de band. Net als Arie is Shalita een bekende in de Rotterdamse muziekscene met een verleden en heden in bands als Boring Pop, Naive Set en Venus Tropicaux. We lopen na de binnenkomst van onze fotograaf naar het dak door het trappenhuis dat eruitziet als de dag na een Berlijnse rave. Peuken, glas, waterschade, stukken hout die door het plafond steken. Op het dak is het heet en de felle zon straalt op Arie’s toch al verbrandde voorhoofd.

Na een rooftop-fotoshoot vervolgen we ons thee-moment, om eens wat meer te weten te komen over deze band. Lewsberg kreeg de laatste maanden namelijk de ene na de andere jubelende recensie in kranten en op blogs, recensies die nagenoeg allemaal hetzelfde verhaal vertellen. ‘Klinkt als Velvet Underground’, ‘Rotterdams’, ‘nonchalante praatzang’, ‘de Rotterdamse schrijvers Vaandrager en Loesberg’ en met ‘leden van die en die band.’ Maar goed, er is vast meer te vertellen over deze band. Eens beginnen met een tijdlijn.

Arie: “Met Michiel (Klein, red.) ben ik ergens halverwege 2016 begonnen aan Lewsberg, dat gebeurde doordat ik nog wat oude ideeën had liggen die ik niet zo leuk meer vond. Michiel keek er toen eens naar en haalde die liedjes helemaal uit elkaar, waardoor er soms niets meer van overbleef behalve een ritme of een gitaarloopje. Na alles op te bouwen en in te vullen hebben we een aantal demo’s opgenomen die we op 1 januari 2017 op cassette uit hebben gebracht.”

 

In beweging blijven
Voor Arie was de tijd rijp voor een ‘Lewsberg’, een band waar hij al een tijdje op zat te wachten. “Ik had al een tijdje niet meer in een band gespeeld en dat wilde ik weer gaan doen. Dat bezig zijn met een band of onderweg zijn naar een show, dat vind ik leuk. Dus hebben we Shalita en Joris Frowein (ex-Rats On Rafts, red.) erbij gevraagd. Tot Joris besloot te stoppen met drummen en Dico (Kruijsse, red) zijn plaats in nam. Daardoor kregen de oudere nummers een ander gevoel, waardoor ze in beweging blijven. Dat kwam dan weer goed uit. ”

Met een stapel uit te werken nummers ging de band aan de slag en hadden ze al snel het gevoel dat ze hun sound te pakken hadden. Voor de rafelrandjes zochten ze echter de confrontatie op in de studio.
Arie: “Onze muziek is rechttoe-rechtaan naar mijn idee, zonder al te veel effecten. En dat is ook de bedoeling, dus toen we voor ons debuutalbum in de studio bij Jan Schenk in Amsterdam zaten, kwamen we er tijdens het mixen al snel achter dat het allemaal veel te mooi klonk en dat was niet de kant die we op wilden gaan”, vertelt hij. “Een van de redenen om daar op te nemen nemen was om een spanningsveld te creëren met iemand die muzikaal juist niet helemaal één-op-één aansloot. Je komt van twee totaal verschillende kanten en die botsing vonden wij juist wel interessant.”

 

“Veel labels hebben altijd grootse plannen waar uiteindelijk weinig tot niks van terechtkomt. Daar zitten we niet zo op te wachten”

 

Lewsberg zoekt op creatief vlak graag naar dat soort kruisbestuivingen, aan de zakelijke kant houdt de band alles echter het liefst onder controle. Zo brengt de band zijn muziek bewust in eigen beheer uit.
Arie: “Veel labels hebben altijd grootse plannen waar uiteindelijk weinig tot niks van terechtkomt. Daar zitten we niet zo op te wachten.”
Shalita: “En wij kennen elkaar inmiddels al zo lang dat we naadloos samenwerken. We weten wat we aan elkaar hebben.”
Arie: “We hebben het er wel over gehad om met een label samen te werken, want muziek uitgeven is leuk, maar best veel werk om allemaal zelf te doen.”
Shalita: “Aan de andere kant is Nederland niet zo groot, dus het is goed te doen.”
Arie: “En toch zie je in Nederland nog veel labels die vooral hun eigen kringen bedienen, ik vind dat nogal voorspelbaar wat dat betreft.”

En voorspelbaar kun je Lewsberg absoluut niet noemen. Je weet dan ook vaak niet waar de vier mee bezig zijn. De band heeft alleen een website met een aantal video’s, een link naar Bandcamp en contactgegevens. Verder verschijnt er weinig dagelijks nieuws uit Kamp Lewsberg.
Arie: “We zitten niet met de band op social media en dat vind ik zeer rustgevend. Het verhaal dat rondom de band ontstaat kun je dan ook niet sturen.”
Shalita: “Plus het feit dat je veel persoonlijker contact hebt met mensen.”
Arie: “Privé hebben we ook allemaal geen Facebook-account. Daardoor heb je misschien wel minder contacten, maar ze zijn naar mijn mening wel beter. Zowel in het echt als online. Af en toe sturen mensen e-mails om te zeggen dat ze onze muziek leuk vinden, dan heb je veel persoonlijker contact dan wanneer mensen alleen een bericht hoeven te liken.”

Loesberg en literatuur
De oorsprong van de bandnaam – van de Rotterdamse schrijver Loesberg die in 1974 het boek Enige Defecten uitbracht – is inmiddels vaak genoemd maar wat voor soort boek is dat eigenlijk en is het nog te verkrijgen?
Shalita: “Ik zag hem laatst nog ergens gratis liggen (lachend).”
Arie: “Een paar jaar geleden is er wel een nieuwe uitgave verschenen, alleen de nieuwe omslag is een stuk lelijker dan het origineel. Het is een boek over een misantropische man, een soort stadskluizenaar. Echt een eenling in een grote stad, maar tegelijkertijd wel een onderdeel van de stad. In het boek staan zeven verhalen over verschillende levensfases van een hoofdfiguur en het komt er eigenlijk op neer dat hij in al die fases de mensen en de wereld om zich heen haat. Het zijn niet zozeer depressieve verhalen, het gaat er meer over dat niet altijd alles maar leuk hoeft te zijn, dat vind ik boeiend.”

 

“Ik heb het gevoel dat de populariteit van de muziekscene vooral parallel loopt aan de populariteit van de stad. Op het moment dat buitenstaanders het leuk beginnen te vinden, is het eigenlijk al over zijn hoogtepunt heen”

 

Arie vervolgt: “Ik haal wel aardig wat inspiratie uit boeken en Loesberg is slechts een van de vele Rotterdamse schrijvers die ik interessant vind. Als je een beetje graaft is er veel te vinden. Ik hou van die Rotterdamse schrijfstijl, het is niet poëtisch, meer prozaïsch en registrerend. Ze lijken ook nooit voor een publiek te schrijven, maar puur voor zichzelf. Er waren hier veel van dat soort schrijvers. Tegenwoordig zie je die niet meer, ik heb het idee dat tegenwoordige schrijvers meer bezig zijn om een bepaald publiek voor zich te winnen. Er moet een spelletje gespeeld worden om in de aandacht te komen, alleen dat levert niet per se interessante literatuur op.”

Want van de literatuur naar de muziek: hoe spannend is die ‘hippe Rotterdamse muziekscene’ op het moment nou eigenlijk?
Arie: “Het ligt eraan waar je kijkt. Zo vind ik Rotterdam niet echt een gitaarstad, allesbehalve eigenlijk. Maar ik heb het gevoel dat de populariteit van de muziekscene vooral parallel loopt aan de populariteit van de stad. Op het moment dat buitenstaanders het leuk beginnen te vinden, is het eigenlijk al over zijn hoogtepunt heen.”

 

Een dure APK
Zo zeilt de band met een aangenaam windje in de rug naar nieuwe bestemmingen, doet het niet mee aan de uitgestippelde muziekindustrie-routes, speelt Lewsberg een rits aan mooie shows en wordt het vizier op de buurlanden gericht.
Shalita: “We vinden het leuk om in het buitenland te spelen, zo gaan we graag naar Duitsland en Engeland. Er komt een leuker publiek op af.”

En precies op dat moment wordt Arie gebeld: “Deze moet ik echt even nemen”, zegt hij.

Shalita voelt al aan dat het geen goed nieuws gaat worden, want het gaat vast over de APK. Met het autootje van Arie kruist de band door het land heen en trekt het ver over de grenzen. Arie komt terug aan tafel: “Ja, dat wordt weer een paar honderd euro erbij. En ik had er al flink wat ingestoken de laatste maanden, maar ja… die auto wordt ook flink gepijnigd met al die kilometers.”

Onafhankelijkheid kost je soms wat, maar kan je ook van alles opleveren. Als voorlopige kers op de taart is Lewsberg komende zondag uitgenodigd om te komen spelen op Metropolis. Dat is wel een momentje, toch?
Arie: “We staan op dezelfde poster als Kraantje Pappie, dat vind ik leuk.”
Shalita: “Ja, dat is leuk.”


 

WEBSITE METROPOLIS | FACEBOOK-EVENT | METROPOLIS IS GRATIS TOEGANKELIJK