Interview

Interview Bill Ryder-Jones: “Muziek is een manier om mij aan mezelf uit te leggen”


11 mei 2017

Vestrock
2 – 3 – 4 juni

Jaren geleden leek Bill Ryder-Jones hard op weg om een rockster te worden. In 1996, richt de dan vijftienjarige Ryder-Jones samen met wat schoolgenootjes The Coral op. Als de band vijf jaar later zijn eerste single Shadows Fall uitbrengt, wordt het collectief uit Liverpool wordt als vaandeldrager van de Britse rockrevival.

Het loopt anders: Ryder-Jones is geen rockster en wil dat ook niet zijn. Gepijnigd door paniekaanvallen en andere problemen met zijn gezondheid, ontslaat hij zichzelf uit The Coral en ontvlucht hij de muziekwereld. Hoe het komt dat de Brit nu tóch toewerkt naar de release van zijn vierde soloplaat en ondertussen filmsoundtracks heeft geschreven én uitgebreid heeft gewerkt met het Arctic Monkeys-kamp, vertelt hij The Daily Indie gedurende een opvallend openhartig gesprek.

“Ik ben veel blijer nu ik niet meer in een band zit”
Om die vraag te beantwoorden moeten we echter eerst – of Bill dat nu leuk vindt of niet – terug naar het verleden. Naar 2005 bijvoorbeeld, als Ryder-Jones voor het eerst een pauze neemt van zijn betrokkenheid bij de band die hij heeft opgericht. Hij stopt met touren en zijn bandgenoten schrijven voor het eind van het jaar een nieuw album, The Curse of Love. Voor de plaat wordt uitgebracht, overtuigen ze Bill terug te keren en begint het geheel samen te schrijven voor een volgend album. In augustus brengt de band dat album, Roots & Echoes, uit, nadat het vijftal een zomer lang heeft gespeeld met Arctic Monkeys. Die tour treft Ryder-Jones: hij heeft paniekaanvallen voor de liveshows en besluit in januari 2008 definitief uit de band te stappen.

“Het is een van de weinige beslissingen in mijn leven waar ik geen spijt van heb”, vertelt hij anno 2017. “Ik heb veel dingen fout gedaan, maar dat was de juiste keuze. Ik ben veel blijer nu ik niet meer in een band zit.” Hij benadrukt vervolgens vlug dat dat niet bedoeld is als belediging van zijn oude bandgenoten. Zij hebben inmiddels nog drie albums uitgebracht, waarvan het vorig jaar verschenen Distance Inbetween de meest recente is. “Dat is helemaal prima”, meent Ryder-Jones. “Ik had niet anders verwacht dan dat de band door zou gaan. Het voelde destijds alsof ik de band vertraagde. De jongens zijn nog steeds goede vrienden van mij en ik spreek ze regelmatig. Ik kwam Nick (Power, multi-instrumentalist, red.) toevallig gisteren nog tegen.”

 

 

No hard feelings daar dus, maar Ryder-Jones had het wel moeilijk met zichzelf. “Ik ging niet bepaald uit de band om een solocarrière na te streven”, bekent Bill. “Ik wilde niets meer te maken hebben met de muziekwereld.” Wat wel zijn plannen waren? “Ik was van plan te gaan studeren aan de universiteit, maar ik kwam er al snel achter dat de stress mij niet veel goeds zou doen.” Anderhalf jaar nadat hij The Coral verlaten heeft, verlaat Bill Ryder-Jones de universiteit en gaat hij op zoek naar een baan om brood op de plank te kunnen brengen. Die baan dient zich sneller aan dan verwacht. “Ik kreeg een telefoontje van Laurence Bell, de baas van Domino Records”, herinnert de Brit zich. “Hij had wat demo’s gehoord op mijn MySpace en wilde mij spreken.” Een simpele, vrijblijvende vraag, maar voor Ryder-Jones was het op dat moment nogal wat. “Ik had al een hele tijd geen gitaar meer gespeeld en had eigenlijk totaal geen zin me weer in de bekende kringen te begeven”, vertelt hij. “Maar ik had geen geld en geen diploma’s, dus eigenlijk moest ik wel.”

“Ik wilde niet beoordeeld worden”
Inmiddels is Bill Ryder-Jones maar wat blij om terug van weggeweest te zijn. “Ik had niet om meer dan dit kunnen vragen. Ik werk aan mijn vierde album, heb hondstrouwe fans en een platenmaatschappij die vierkant achter mij staat. Het was een uitdaging om weer mijn plek te vinden in de popindustrie, maar nu ben ik er blij mee dat het me gelukt is. Dat had ik nooit verwacht.” Die plek vindt Ryder-Jones in eerste instantie vooral door zich te focussen op filmsoundtracks. Domino heeft net een soundtrackcompilatie uitgebracht als Ryder-Jones tekent, en dat inspireert. “Ik wilde geen commerciële carrière, ik wilde niet zingen, liever niet live spelen en was altijd al geïnteresseerd geweest in film.” Het lijkt Laurence Bell dan ook een goed idee om Bills talent om strijkersarrangementen te schrijven tentoon te spreiden. Het enige probleem: er is nog geen film die de diensten van de Brit vereist.

Het duurt niet lang voor Bill en Bell daar een oplossing voor bedenken: Ryder-Jones begint een soundtrack te schrijven voor een boek. If On A Winter’s Night A Traveler van de Italiaanse schrijver Italo Calvino, om precies te zijn. Een postmodern verhaal uit 1979, dat vertelt over een lezer die het bewuste boek probeert te lezen. “Ik vond het een interessant boek”, zegt de Brit. “Het gaat over de manier waarop we alles interpreteren. Het boek heeft daardoor geen vaste betekenis, maar bevat als het ware heel veel geheimen, die iedere lezer individueel kan ontdekken. Zo wilde ik ook weleens muziek maken, want dat kon nooit toen ik nog teksten schreef.” In november 2011 brengt Bill Ryder-Jones If…, dat muzikaal gebaseerd is op onder meer Nick Cave en Syd Barrett, uiteindelijk uit en begint hij zijn solocarrière.

De Brit is nog altijd gevestigd in West Kirby, het dorpje waar hij getogen is. In figuurlijke zin bracht die solocarrière Bill Ryder-Jones echter naar plaatsen waarvan hij dacht die nooit meer te bezoeken. “Ik weet niet zeker hoe ik weer begonnen ben met zingen”, bekent hij. “Ik voelde mij destijds erg slecht, en mijn herinnering aan die periode is niet zo goed.” Opnieuw blijkt Laurence Bell het sleutelfiguur. Ryder-Jones heeft hem wat demo’s laten horen uit de periode voor hij The Coral verliet, en die bevallen Bell wel. “Dat waren best goede liedjes, hoor. Maar het was nooit mijn bedoeling om die het levenslicht te laten zien.” Uiteindelijk ziet de Brit zich gedwongen dat wel te doen. Zijn soundtracks leveren hem nog niet genoeg werk op en een conceptalbum met composities over de grootste rivieren ter wereld loopt ook niet lekker. Ryder-Jones pakt de gitaar definitief weer op, begint weer met zingen en schrijft met Hanging Song en A Bad Wind Blows in My Heart de eerste nummers voor zijn tweede album, dat de naam van die tweede als titel gaat dragen. “Ik wist dat ik het album uit moest brengen, maar ik heb alle plannen een keer of drie geschrapt”, herinnert de zanger zich. “Ik wilde niet live spelen, ik wilde niet beoordeeld worden.” Het is – hoe kan het ook anders – Laurence Bell die hem opnieuw over de streep trekt. “Laurence is een van mijn favoriete mensen op de wereld. Ik heb alles aan hem te danken”, toont Ryder-Jones zich daar bewust van.

 


Alles, dat is nogal wat, want Ryder-Jones krijgt de smaak vanaf 2013 te pakken. Nadat hij in dat jaar het op Bill Calahan gebaseerde A Bad Wind Blows in My Heart uitbrengt, begint Bill andermans albums te produceren. Hij werkt onder meer met The Wytches, Milburn en Hooton Tennis Club. “Ik produceer mijn eigen muziek ook, dus een grote omslag is dat niet voor mij”, vertelt de Brit. “Voor mij is het vaak de sound die een nummer maakt. Het is soms alsof ik achterstevoren werk: ik heb de productie vaak al af voor ik het nummer klaar heb.” Die aanpak benut Bill daarentegen niet als hij met anderen werkt. Dan is hij juist kieskeurig wat betreft de bands met wie  hij de studio in duikt. “Ik vind het belangrijk dat de artiesten zelf al een soort sound hebben”, legt hij uit. “Ik vind het niets als zij alleen een beetje met een akoestische gitaar gaan zitten pielen en verwachten dat ik de rest doe. Dat wil niet zeggen dat ik het niet leuk vind om bands te helpen bij het vinden van dat geluid. Produceren heeft van mij ook een betere muzikant gemaakt.”

Ryder-Jones is inmiddels inderdaad een gewaardeerde muzikant. Al in zijn tijd bij The Coral werd hij met enige regelmaat bedolven onder lof van Oasis’ Noel Gallagher, nu is de Brit vooral een graag geziene gast in het kamp van Arctic Monkeys. Hij speelt gitaar op The Last Shadow Puppets’ Gas Dance, Alex Turners Submarine EP en op Fireside van AM, het meest recente studioalbum van de band uit Sheffield. “Ik ken die jongens al sinds ik een jaar of twintig was”, vertelt Ryder-Jones, die met Monkeys-gitarist Jamie Cook zelfs zijn geboorteplaats deelt. “Alex is wat mij betreft een van de beste songwriters die Groot-Brittannië ooit heeft voortgebracht. Hij is iemand in wiens gezelschap je altijd zou willen zijn.” Dat hij daarmee op moet passen, realiseert Ryder-Jones zich al hij na de release van AM met Arctic Monkeys op tour gaat. “Die band is zo groot dat hij alles om zich heen opslokt”, vertelt hij. “Ik wilde koste wat koste voorkomen dat het leek alsof ik daar alleen maar was omdat ik hen kende. Ik merkte dat mensen die mij begonnen te volgen dat alleen deden omdat ze doorhadden dat ik Alex kende. Dat wilde ik niet.”

“Het is zeldzaam dat ik trots ben op mezelf”
Na zijn avonturen met Arctic Monkeys trekt Bill Ryder-Jones zich weer terug in zijn kluizenaarsrol. In het huis waarin hij opgroeit, schrijft hij zijn derde soloplaat West Kirby Primary County, dat vorig jaar verscheen. Ryder-Jones zelf ziet niet veel verschillen tussen zijn tweede en derde, maar beschouwt West Kirby als een zwaardere variant van A Bad Wind. “Mensen zeggen altijd dat die albums veel van elkaar verschillen. Dat maakt mij nieuwsgierig wat ze van mijn volgende zullen vinden, haha.” Die volgende, die is grotendeels klaar. Net als zijn eerste soloplaten heeft Ryder-Jones niet alleen een inspiratiebron in zichzelf, maar ook in andere artiesten. Onder de naam Pepe Bobo heeft hij een playlist aangelegd met muzikale voorbeelden: van Wilco tot Angel Olsen en van Slowdive tot Cigarettes After Sex.

 

 

“Het voelt niet alsof alle puzzelstukjes al op hun plaats gevallen zijn, maar ik zou zeggen dat ongeveer tachtig procent van het schrijfproces achter de rug is”, vertelt Ryder-Jones enigszins opgelucht. “Op dit moment ben ik een beetje gefrustreerd. Ik zit in mijn studio, maar het wil gewoon niet lukken vandaag. Het wordt bijvoorbeeld steeds lastiger voor mij om interessante onderwerpen te bedenken. Ik heb al geschreven over alles dat ik heb meegemaakt. Vroeger ging ik elk weekend op stap en kon ik nummers schrijven over de dingen die ik mij herinnerde. Nu doe ik dat niet langer en neem ik geen drugs meer, want ik heb een fantastische partner en twee kinderen. Ik ben best saai geworden eigenlijk.”

Geestelijke toestand
Daar klaagt hij nu wellicht over, maar die saaiheid – of rust, beter gezegd – is iets waar de Brit lang naar heeft moeten zoeken. Als hij eerder dit jaar in zijn eentje naar New York vliegt, schrijft hij een lange Facebookpost over de verbetering van zijn geestelijke toestand en de manier waarop zijn muziek hem daarbij geholpen heeft.

 

 

 

“Ik worstel al ongeveer dertien jaar met mentale problemen”, vertelt de Brit. “Dat heeft mijn leven lange tijd stilgezet, maar nu lukte het mij voor het eerst om in mijn eentje te vliegen. Ik ben normaal gesproken niet iemand die dat op Facebook zou zetten, maar het is zeldzaam dat ik trots op mezelf ben.” Ryder-Jones wil door middel van zulke verhalen ook dienen als een soort inspiratiebron, al is hij zelf te nederig om dergelijke woorden in de mond te nemen. “Het ergste aan de worsteling met mentale problemen is dat je overal op zoek gaat naar hoop, naar verhalen van mensen die beter zijn geworden, maar die nergens lijkt te kunnen vinden. Als iemand mijn verhaal vindt, is dat het de schaamte die ik voel als ik het schrijf meer dan waard.”

Steeds opnieuw blijkt hoe belangrijk muziek is voor de mentale gesteldheid van Bill Ryder-Jones. Logischerwijs heeft de Brit zelf veel nagedacht over welke elementen van dat medium nou precies zo’n helende werking op hem lijken te hebben. “Aan de ene kant is dat iets heel wetenschappelijks, denk ik. Geluid is eigenlijk helemaal niet belangrijk. Het is maar een bijproduct van een bepaalde frequentie die we horen. Van sommige frequenties worden mensen automatisch blijer.” Toch is de Brit ook niet te beroerd om een wat diepere betekenis aan de werking van zijn werkzaamheden toe te schrijven. “Aan de andere kant is expressie heel belangrijk”, denkt Ryder-Jones. “Veel mensen, waaronder ikzelf, hebben moeite zichzelf op een gebruikelijke manier uit te drukken en expressie is noodzakelijk om te voorkomen dat je gek wordt. Ik ben blij dat mijn muziek een soort manier is om mij aan mezelf uit te leggen.”

Enge situaties
Dat Bill Ryder-Jones zijn muziek zo hard nodig heeft, zorgt ook voor enge situaties. Wat als het schrijven niet lukt? Stort hij dan met zijn wereld in? Enigszins, zo luidt het verontrustende antwoord. Vlak voor hij begon aan West Kirby Primary County zou Ryder-Jones eigenlijk een ander derde album uitbrengen. Op het laatste nippertje besloot de Brit echter die plaat in de prullenbak te werpen. “Dat was een verschrikkelijk jaar. Ik voelde druk om dat album uit te brengen, maar durfde het uiteindelijk weg te gooien. Daarna schreef ik West Kirby in drie weken.” Op dit moment zit het daarentegen weer tegen. “Dit hele jaar gebeuren dingen niet op een manier die mij gelukkig maken”, bekent Bill. “Het lukt me soms heel lang niet om te schrijven, dat is ontzettend frustrerend. Het is belangrijk je op dat soort momenten te realiseren dat het niet om jou draait, maar om de context. Er zijn zoveel dingen die invloed kunnen hebben op hoe goed je muziek kunt maken. Die omstandigheden kun je niet forceren.”

 

Hoe snel het soms kan gaan als je dat niet doet, bewijst het Twitteraccount van Ryder-Jones. Daarop tweet hij op 28 februari om kwart over drie “can’t write songs anymore” (dat tweette hij in 2014 ook al eens), om een uurtje later alweer te tweeten “hang on… it’s fine”. “Haha, dat weet ik nog. Ik werd die dag helemaal gek, en wat doe je dan? Juist, je gaat op Twitter. Toen ik mijn telefoon had weggelegd schreef ik een nummer. Het was matig, maar in ieder geval een nummer. Je weet gewoon nooit wat er gaat gebeuren. Zo schreef ik Put It Down Before You Break It, een van mijn favoriete nummers, in ongeveer twintig minuten. Als dat gebeurt, is dat het beste dat je kan overkomen. Je bent op zo’n moment alleen maar een doorgeefluik van iets dat door je heen komt en dat jij de wereld in mag duwen. Dat is absolute blijdschap. Ik geniet van die momenten en koester ze met trots.”

Maar goed, zoals gezegd is vandaag niet zo’n dag. “Ik was van plan vandaag veel te doen, dus ik ben vroeg naar de studio gegaan, maar ik denk dat ik zo maar naar huis ga. Ik voel gewoon dat er vandaag iets mis is. Wie weet pak ik thuis mijn gitaar en schrijf ik daar mijn volgende briljante nummer – niet dat mijn nummer bijzonder briljant zijn, hoor.” En anders? “Anders is er morgen weer een dag. Tijd genoeg, want ik ga ervan uit dat ik mijn hele leven met muziek bezig zal moeten blijven. Niet dat ik dat erg vind hoor, want naast voetbal is het mijn favoriete ding ooit. Soms zorgt het voor frustraties, maar het zorgt er ook voor dat ik met mezelf kan leven.”

Bill-Ryder Jones speelt op 3 juni op Vestrock, lees hier verder onze tips.