Interview

INTERVIEW: All We Are


20 februari 2015

All We Are is Brits, maar toch ook niet. De drie bandleden komen uit Ierland, Brazilië en Noorwegen, maar hebben alle drie hun thuisland verruild voor Liverpool: de stad van The Beatles. Hun eigen Lucy in the Sky-momentje beleefden ze toen producer Dan Carey ze hun debuutplaat liet opnemen onder een hemel van rook, stroboscoop- en laserverlichting. Verwacht trouwens geen sixties beatpop à la The Fab Four; All We Are omschrijft zijn muziek liever als ‘Bee Gees on diazepam’. Juist, ja.

Dat de Bee Gees nog eens een invloed zouden zijn voor jonge, alternatieve muzikanten? We hadden het tien jaar geleden niet van de daken durven schreeuwen. Toch, disco is de afgelopen jaren terug van weggeweest; Chics Nile Rodgers lijkt opeens de coolste gitarist van het westelijk halfrond te zijn, sterproducer Mark Ronson verruilde de soul voor de disco en dankzij twee ‘retro-robots’ zijn we massaal up all night to get lucky. Ook het trio All We Are houdt van funk en disco, maar weet zijn disco-invloeden subtiel te combineren met ingetogen, lichtelijk zweverige art-pop en folktronica. Klinkt dus als: Stààààyin’ Alìììììììve. Inderdaad, Bee Gees aan de valium.

The Daily Indie spreekt de band op Eurosonic in Groningen, aan een tafeltje in de artist lounge. Als journalist mag je je daar eigenlijk niet begeven, maar van regeltjes houdt het team van All We Are niet zo. Ondergetekende krijgt gewoon een artiestenbandje toegeschoven. “Doe die maar om en zeg maar dat je bij de band hoort”, verzekert hun manager. “Dat hebben ze toch niet door.” Inderdaad, ze hebben het niet door. Nu nog niet, maar de band timmert aardig aan de weg: later op de avond vormt er zich een meterslange rij voor De Beurs, waar hun concert plaatsvindt. Die buzz heeft het trio, dat in 2011 werd opgericht, wel zelf moeten opbouwen – met vallen en opstaan. “In de beginjaren reden we voor een onbetaald optreden nog gemakkelijk naar Londen,” herinnert drummer Richard O’Flynn. “Vier uur heen en vier uur terug.”

LIPA
Een reisje Londen? Het drietal is wel meer gewend. Gitarist Luis Santos komt uit Brazilië, bassiste Guro Gikling is Noors en O’Flynn is Iers. Ze verruilen allen een kleine tien jaar geleden hun thuislanden voor Liverpool, om te kunnen studeren aan de Liverpool Institute for Performing Arts (LIPA), hier leren ze elkaar kennen.

Voor zijn muziekcarrière studeert Santos nog Publiciteit en Reclame in Brazilië, maar hij komt er al snel achter dat het reclamevak hem niet genoeg kan boeien. “Ik bedacht me dat Engeland de wieg is van veel muziek waar ik naar luister,” blikt de bedachtzame Braziliaan terug. “Dus ik besloot het erop te wagen en naar Engeland te verhuizen.” Hoe groot was de cultuurshock? “Best groot. In Engeland is alles veel gehaaster. Maar als je het mij vraagt, heeft Engeland de beste muziekscène van de wereld. Het is ook een heel compact land. Je reist gemakkelijk van de ene naar de andere muziekstad.” O’Flynns verhuizing vanaf Ierland was een stuk minder ingrijpend: “Ach, het zijn buureilanden. Wist je trouwens dat er in Liverpool historisch gezien veel Ieren wonen? Veel van mijn vrienden zijn nog steeds Iers.”

Sir Paul
De LIPA is een co-initiatief van Paul McCartney, die vroeger in hetzelfde pand op de middelbare school zat. Wie is dus de onontkoombare Beatlesfan in de band? “Dat ben ik”, lacht Gikling, die zich als Noor al de nodige droge Britse humor heeft toegeëigend. “Eigenlijk hebben zij ervoor gezorgd dat ik van Noorwegen naar Liverpool vertrok. Liverpool was een soort magische stad voor mij, dus ik heb altijd geweten dat ik daar ooit heen wilde. Toen ik klaar was met de middelbare school dacht ik: ‘fuck it, ik doe het gewoon’.” Op de LIPA krijgen ze songwritinglessen van niemand minder dan Paul McCartney. Gikling raakt met hem aan de praat en floept er opeens uit dat niet Paul, maar George Harrison haar favoriete Beatle is. Sir Paul kan de openhartigheid wel waarderen en bij wijze van ludieke verrassing stuurt hij even later Giklings moeder in Noorwegen een verjaardagskaartje. “Ik kan je verzekeren dat ik haar favoriete kind dat jaar was”, zegt Gikling.

Dan Carey
Na hun tijd aan de LIPA willen de drie bandleden, die inmiddels goede vrienden zijn, niet meer terug naar hun thuislanden. Ze besluiten samen een band op te richten en in Liverpool te blijven. Op natuurlijke wijze ontstaat zo het brede, internationale All We Are. Zo tovert Santos zijn Braziliaanse invloeden om tot zonnig gitaarwerk en zijn de minimalistische drumpatronen van O’Flynn te herleiden uit zijn voorliefde voor jaren ’90-hiphop. De funky baslijnen? Die vloeien voort uit Giklings interesse in funk en disco.

Door de studie aan de LIPA is All We Are inmiddels een bekende in de Liverpoolse muziekscène. Na veel optredens besluiten de bandleden in 2014 dat het tijd is voor een langspeler. De groep reist opnieuw naar Londen, maar dit keer om op te nemen in de thuisstudio van de befaamde indieproducer Dan Carey (Franz Ferdinand, Childhood). “De studio was tegelijkertijd de controlekamer”, zegt O’Flynn. “Door de beperkte ruimte ontstond een bijzondere sfeer tussen ons vieren. Hij vulde de lucht met rook, laser- en stroboscoopverlichting, waardoor het ontzettend trippy werd.” Net als… The Bee Gees op diazepam? O’Flynn lacht: “Jij begrijpt het.”

Bee Gees on diazepam?
All We are omschrijft zijn muziek als ‘Bee Gees on diazepam’. Hoe komt het eigenlijk tot die pakkende omschrijving? “Onze vriend Joe Wills heeft die zin bedacht,” zegt Richard O’Flynn. “Met hem namen we onze eerste single Utmost Good op. Uit het niets kwam hij met die zin aanzetten: Bee Gees on diazepam. Het klopte helemaal bij het nummer. De hoge vocalen, de groove en het heeft dat duizelige, diazepam-achtige gevoel.” Het zinnetje groeide uit tot hun catchfrase: zowel Noisey, The Guardian als Stereogum vielen voor de discovergelijking. O’Flynn: “Dat was erg handig, al is onze muziek natuurlijk wel veelomvattender dan Bee Gees on diazepam.”

Good old Liverpool
Wie aan Liverpool denkt, denkt aan The Beatles. Maar het is 2015. Wat zijn de beste Liverpoolse muzieknamen van nu? Circa Waves is gediskwalificeerd; hun nummers kunnen we inmiddels wel dromen. “Ken je Låpsley?”, vraagt Richard O’Flynn. “Zij maakt elektronische singer-songwriterpop. Erg goed.” Guro Gikling: “Mijn tip? Stealing Sheep!” Een meisjestrio dat meerstemmige jaren zestig pop maakt. Warpaint, maar dan op zijn Liverpools. O’Flynn: “En schrijf ook Forest Swords op. Hij heeft net de muziek gemaakt voor computergame Assassin’s Creed.” Allerminst moordmuziek, trouwens; Forest Swords maakt atmosferische geluidscollages.