Interview

De georganiseerde chaos van Afterpartees: “Niet te veel lullen en gewoon doen wat goed voelt”


16 februari 2018

Afterpartees
Donderdag 22 februari
Locatie: Blue Collar Hotel


De leukste gitaarband van Limburg en omstreken, zo werd Afterpartees ten tijde van hun doorbraak doorgaans beschreven. Met het geslaagde debuut Glitter Lizard op zak speelde het vrolijke vijftal de afgelopen jaren ieder Nederlands festival en poppodium plat. Nu zijn Niek Nellen & co. terug met hun tweede album, Life Is Easy. Een moeilijke opvolger? Hun volwassen album? Nee, dat is deze heuse hitparade niet: “Door het tweede album volwassen te noemen, suggereer je eigenlijk twee dingen: dat het eerste album onnozel was én dat het tweede album saai is.” Maar er is wel degelijk wat veranderd voor de heren uit Horst.

“Onze drummer heeft een kind gekregen, we hebben allemaal een vriendin en zijn klaar met onze opleidingen”, vat frontman Niek Nellen samen. Broer Bas, naast hem op de bank, heeft net een huis gehuurd in Horst. “De wereld is voor ons ook veranderd, dat hoor je terug.” We treffen de gebroeders Niek en Bas Nellen de vrijdag voor carnaval losbarst op een locatie waar je tweevijfde van Afterpartees nooit zou verwachten: een Amsterdams vijfsterrenhotel. Er is een soort superluxe open haard, kunst in de vorm van piemels en een tafel vol bruiswater. Wat wil een mens nog meer? Life’s Easy, inderdaad. Toch is blijkt dat al snel te kort door de bocht. Afterpartees relativeert het leven op zijn tweede plaat, maar schrikt ook niet terug voor sarcasme.

Onder de oppervlakte ligt een cynische laag op de loer, stemt Niek Nellen in. Niet voor niets schrijven de bandleden dat het album niet bedoeld is voor diepgaand luistergedrag, maar dat degene die zich wel verdiept in Life Is Easy wellicht op waardevolle lessen zal stuiten. “Het album heeft beide gezichten. Het leven is namelijk niet makkelijk, het is super complex. De plaat gaat dan ook niet alleen maar over de leuke en makkelijke dingen, maar ook over de moeilijke dingen.” De broers zijn zich ervan bewust dat ze het als succesvolle Nederlandse muzikanten relatief makkelijk hebben. “We zijn allemaal in de middenstand geboren en hebben een goede jeugd gehad. Maar er zijn altijd dingen in het leven waar iedereen mee bezig is.”

Daarvan getuigt ook de Dick Bruna-achtige tekening op de albumhoes, net als de cover van Glitter Lizard eigendom van gitarist Sjors Driessen. Als een soort Zwaard van Damocles balanceert een vlijmscherp mes op een vingertop: zelfs in tijden van ogenschijnlijke voorspoed hangt ons allen altijd ellende boven het hoofd. “Ik weet niet of Sjors het Zwaard van Damocles kent”, lacht Niek. “Maar dat gevoel heeft iedereen op dit moment wel, door de oorlogen in het Midden-Oosten, de president van Amerika en het populisme in Europa. Van dag tot dag raakt dat je niet, maar het houdt je wel bezig.”

 

“Wie kan het een reet schelen wat ik van Donald Trump vind?”
Toch is Life Is Easy geen politieke plaat geworden. Niet dat we anders hadden verwacht van Afterpartees, hoor. Maatschappijkritiek is nou eenmaal niet op het lichaam van deze Limburgers geschreven: Ultimate Worriers zijn ze – zoals de openingstrack doet vermoeden – niet. “Natuurlijk zijn er grote thema’s waar je het over kunt hebben, van Donald Trump tot de manier waarop we in Nederland met vluchtelingen omgaan”, vertelt Bas. “Ik vind dat artiesten hun best moeten doen om politiek geëngageerd te zijn, maar ik vraag mij tegelijkertijd af wie het een reet kan schelen wat ik van Donald Trump vind.”

Politiek is belangrijk, zo lijkt de band te denken, maar alleen als je uitlatingen daarover kunt baseren op je persoonlijke ervaringen. “Oude hardcorebands die écht boos zijn, dat vind ik cool”, vertelt Niek. “Of Protomartyr bijvoorbeeld: boze man op podium. Het moet vanuit jezelf komen en niet als een verplichting voelen. Soms geloof ik maatschappijkritische artiesten niet. Dan voelt het alsof het niet oprecht is, protest om protest. Je moet vooral over politiek schrijven als je die neiging hebt, maar wij hebben dat nooit gehad. Natuurlijk vind ik het belangrijk dat mensen protesteren als ze ergens boos over zijn, maar zo’n band zijn wij gewoon niet. We waren laatst in Groningen toen mensen aan het protesteren waren tegen de aardgaswinningen. Toen realiseerden we ons dat we gewoon nog nooit een protest in het echt hadden gezien. Was fucking prachtig.”

“Het heeft ook te maken met onze leeftijd”, vervolgt Bas. “Onze generatie protesteert niet echt meer. Er is zo’n totale overload aan informatie en dingen waar je je druk over kunt maken, dat iets je écht persoonlijk moet raken voor je op de bres gaat staan.”

 

“Heel kleine dingen kunnen grote gevolgen hebben”
Op Life Is Easy zoekt Afterpartees de balans tussen het beschrijven van het grote en de gekte van het kleine. Meer dan eens verwondert Niek Nellen zich over het mondaine, Courtney Barnett en Parquet Courts als voorbeelden noemend. De voor de albumrelease al vooruitgesnelde single Call Out Your Name gaat bijvoorbeeld over hoe gek is het om een naam te krijgen. “Dat is het eerste wat er gebeurt als je geboren wordt, maar eigenlijk heb je er niks mee te maken en zit je er voor de rest van je leven aan vast”, vertelt Niek. Het is de naam die op het bordje in de tuin staat als je wordt geboren en de naam die op de steen staat als je doodgaat. Het zijn heel kleine dingen die eigenlijk heel grote gevolgen hebben.”

Nog zoiets kleins dat een grote invloed had op Afterpartees, is hun geboortedorp Horst. De Nellens praten nog altijd met trots over hun afkomst, al speelde Limburg een minder belangrijke rol voor Life Is Easy dan voor Glitter Lizard. “Ten tijde van het eerste album ging ieder gesprek daarover. Uiteindelijk is Horst ook maar gewoon een dorp zoals er zoveel zijn in Nederland. Het belangrijkste is dat we als band heel hecht geworden zijn doordat we uit een klein dorp komen. Als we in Horst aan het repeteren zijn in een varkensschuur op een verlaten vlakte, zijn we alleen maar met de band bezig.”

 

In Horst heerste een scene, die jongeren niet veel andere mogelijkheden bood dan zich aan te sluiten bij een band. “Als je in Horst opgroeide en een klein beetje geïnteresseerd was in alternatieve muziek was er niet zoveel. Er was eigenlijk maar één plek waar iedereen samenkwam. Daar luisterde iedereen rare folkmuziek en rare elektronische muziek. Eén groepje luisterde metal. Dan krijg je een milieu waarin muzikale ontdekking gemotiveerd wordt”, herinnert Niek zich. “Als je dat niet had, ging je gewoon naar de lokale après-ski tent. Ook leuk.”

Hoe vaak het vijftal uit Horst op festivals ook de handen schudt met collega’s als Canshaker Pi en Korfbal, een Nederlandse scene wil maar niet echt van de grond komen. “Ik lees weleens over gemeenschappen die je vroeger had in New York of Detroit”, vertelt Niek. “Hier ontstaan die niet echt, omdat alle steden vrij ver uit elkaar liggen.” Zijn broer sluit zich daarbij aan: “Op festivals als Eurosonic zeggen we steeds tegen elkaar: ‘We moeten meer samen doen!’ Uiteindelijk komt dat er niet van natuurlijk.”

 

“Het album is wel anders, maar ook herkenbaar”
Samenwerken, dat kan het vijftal trouwens ook prima zelf. Van een moeilijk tweede album was geen sprake: de te varen koers voor het album was vrij snel duidelijk. “Bij het eerste album ben je eigenlijk klaar op het moment dat je genoeg liedjes hebt”, legt Niek uit. “Nu hadden we al een precedent. Mensen gaan dan vaak iets heel anders of juist precies hetzelfde doen. Ik denk dat het juist het best is een beetje daar tussenin te zitten. Het album is wel anders, maar ook herkenbaar. We hebben er natuurlijk niet echt over nagedacht wat voor album we wilden maken. Na onze vorige festivalpassage hebben we even pauze genomen, maar we begonnen vrij snel weer met schrijven. Het schoot even niet op, dus toen hebben we een studiodatum geprikt als stok achter de deur. Daarna ging het allemaal best snel.”

Bas: “We hebben niet echt dominante types in de band, dat helpt. Het duurde alleen iets langer omdat we zoveel demo’s hadden. Verder was het vorige album best wel hard en snel. In deze zit wat meer schwung.” Hij kan het weten, want Bas Nellen legde de basis voor het grootste deel van de liedjes op Life Is Easy. Niek schreef één liedje, maar dat werd “natuurlijk” geschrapt. In pre-productie scheidde de band het kaf van het koren met de hulp van Mozes and the Firstborn-drummer Raven Aartsen.

Daarna werd niemand minder dan Rob Barbato ingeschakeld, een producer die eerder platen maakte met The Babies, The Fall en Kevin Morby. “We hadden een lijstje gemaakt met albums die we vet vonden en kwamen daarmee bij Rob uit”, herinnert Niek zich. “We mailden hem als eerste en hij zei ja.” De andere producent die in de race was om zich over Afterpartees te ontfermen was Richard Swift, bekend als bandlid van The Black Keys en producer van onder meer Foxygen. “Dan zouden we naar Amerika moeten”, vertelt Bas. “Dat zou te duur geworden zijn. En het bleek dat hij een enorme alcoholist was.”

Met Barbato klikte het daarentegen direct. De bebaarde, bulderende Amerikaan had meteen door wat voor plaat Life Is Easy moest worden. “We hebben daar eigenlijk niet veel over gepraat”, legt Bas uit. “Niet te veel lullen, gewoon doen wat goed voelt.”

Life Is Easy is vanaf 16 februari uit via Excelsior Recordings, vanavond (17 februari) speelt de band in het Groningse Lola en op donderdag 22 februari wordt de groots gereleased in het Blue Collar Hotel.


 

WEBSITE EFFENAAR | FACEBOOK-EVENT | TICKETS