Album Review

Wolf Alice laat zijn eigen smoel zien op verrassend coherent Visions Of A Life


10 oktober 2017

Wie positief is ingesteld zou het twee jaar oude debuut van Wolf Alice – My Love Is Cool – een gevarieerde plaat kunnen noemen. Wie wat cynischer in elkaar zit, hoort eerder een rommelige plaat, waarop de charmante, jonge band van genre naar genre (poprock! punk! folk!) springt, zonder enig gevoel van samenhang of identiteit. Absoluut geen slecht album, maar ook niet echt een beklijvende. Nu is daar opvolger Visions Of A Life, een uitstekende kans voor de dame en heren van Wolf Alice om hun eigen smoel te laten zien.  

Wat dat betreft beloofden de eerste voortekenen weinig goeds. Single nummer een Yuk Foo was een felle punktrack, à la You’re A Germ van het debuut, maar dan nog een tandje harder. Werd Wolf Alice dan een échte punkband? Nee, want single nummer twee Don’t Delete The Kisses was vervolgens weer een puur popnummer met duidelijke stadionambities. Allebei prima nummers en door de kenmerkende zang van Ellie Roswell ook nog wel herkenbaar als Wolf Alice, maar enige vorm van samenhang ontbrak opnieuw. Ook single nummer drie, de vrij flauwe Britpop-exercitie Beautifully Unconventional had zo van een andere (en wat minder goede) band kunnen komen. Is Visions Of A Live dan wéér een charmant rommeltje geworden?  

Wonder boven wonder is het dat niet. Op de drie singles na is dit een behoorlijke coherente plaat geworden, waarop na een paar luisterbeurten zelfs die op het oog zo verschillende nummers op hun plaats vallen. De sleutel hiervoor zit hem in de schaal. Waar My Love Is Cool nog een vrij bescheiden album was, gaat Wolf Alice op deze tweede worp met volle overtuiging voor het grote gebaar en doet de band officieel een gooi naar stadions en hoge spots op festival-affiches. In dat kader is de variatie van het album een stuk beter te plaatsen. Waar de verscheidenheid in genres op het debuut aanvoelde als een gevolg van jeugdig overenthousiasme, voelt het op deze plaat aan als een cv. Kijk eens, dit kunnen we allemaal.  

Yuk Foo en Beautifully Uncoventional blijven een beetje vreemde eenden in de bijt – zo allesverzengend als eerstgenoemde of zo springerig als laatstgenoemde wordt het verder nergens –, maar op de overige tien nummers horen we duidelijk Wolf Alice, stadion-act. Soms overschreeuwt de band zich hiermee een beetje: opener Heavenward is een gevalletje veel geblaat, weinig wol. Over het algemeen zitten de songs echter uitstekend in elkaar. Neem bijvoorbeeld Space & Time, een onvervalste nineties-meeschreeuwer met een heerlijke hard-zacht structuur en een lekker zeurderige gitaarlijn die met geen mogelijkheid uit je hoofd is te krijgen. Ook het gestaag naar een overdonderende climax opbouwende Planet Hunter en het naar shoegaze neigende St. Purple & Green behoren tot de hoogtepunten.  

Het ambitieuze acht minuten durende titelnummer dat de plaat afsluit, laat het beste de groei van de band zien. Een heus progrock-epos dat haast uit zijn voegen barst van de tempowisselingen, waarmee Roswell en haar kompanen laten zien dat ze het definitief verdienen om serieus genomen te worden. Ook vormt het nummer het moment waarop de band officieel zijn eigen identiteit laat zien, dat van een stel gretige jonge rockers die zichzelf allerhande invloeden met het grootste gemak eigen kunnen maken. Hoewel de Britse pers natuurlijk hard op zijn loftrompet loopt te blazen, is Visions Of A Life niet het meesterwerk van Wolf Alice en gaat het ook niet eigenhandig de (Brit)rock redden. Wel is het bewijs dat de band zo’n plaat misschien wel in zich heeft, en daar nu weer een stapje dichterbij is.