Interview

Tussen Peel en polder: Marlon Williams


11 juli 2022

Ons land is een doorvoerhaven. Niet alleen voor wereldhandel, maar ook artiesten komen en gaan. Sommigen houden het bij een optreden in de grootste zalen en zien vooral vliegvelden, hotelkamers en de hoofdstad, anderen trekken het halve land door en zien het landschap onderweg aan zich voorbijtrekken. Tussen Peel en polder, tussen Waddenzee en Heuvelland. Hoe kijken artiesten tegen hun bezoek aan in ons land?

Tekst Niels Steeghs
Foto’s Tess Janssen

Na zijn bezoek aan de AFAS Live, als support-act voor landgenote Lorde, mag Marlon Williams een paar dagen uitblazen en pauzeren in Amsterdam. Een genot, want hier bivakkeert de Nieuw-Zeelander graag. Naast een serie persgesprekken rondom het nieuwe album My Boy, dat in september verschijnt en weer een volstrekt nieuwe kant van de toch al veelzijdige Williams laat horen, heeft hij de tijd aan zichzelf. Even uit de sleur van de tourbus, zonder tikkende klok op zoek naar kunst, cultuur en culinair genot. Hartelijk en geduldig schakelt de inmiddels ook acterende zanger (A Star is Born, The Beautiful Lie en recent nog in de nieuwe Netflix-serie Sweet Tooth) in via Zoom, net nadat hij met fotografe Tess Janssen foto’s schoot bij de pont over het IJ, bij het voeren van de duiven en in het park. Typische taferelen die meteen een mooi bruggetje vormen naar het respect dat hij hier ervaart.  



“Hier is er een algemeen gevoel van aardigheid en een gebrek aan agressie. Tess nam foto’s waar ik sta op de plek waar de veerpont aankomt, met mijn rug naar de boot terwijl iedereen netjes om mij heen fietst. Midden op zo’n druk punt in Parijs was ik genadeloos omver gereden. Toen ik hier voor het eerst kwam, was het voor mij een soort fairy tale land. Veel oude gebouwen, magie, architectuur, de schattigheid van dingen. In Europa in het algemeen en in Nederland in het bijzonder. Dat is een van de eerste dingen die mij opviel. Duitsland is efficiënt, maar daar zit een bepaalde koudheid in. Nederland voelt warm, ordelijk en makkelijk.”

“Mijn beste vriend op de basisschool was Nederlands, dus in die tijd leerde ik wel wat Nederlandse woorden, at jullie eten. Er wonen veel mensen uit Nederland in Nieuw-Zeeland en natuurlijk zit de Nederlandse invloed letterlijk in de naam. Ik waardeer Nieuw-Zeeland voor wat Nederland niet is. Waarderen is wat je hebt in contrast met andere plekken. Het is opwindend om nu weer te kunnen reizen. Ik geniet ervan. Ik zat voor de pandemie in de wervelwind van toeren. Je raakt verslaafd aan een mallemolen waar het lastig is uit te komen. Het was juist fijn om een tijd alleen te zijn. Nu ik weer op pad ga, zoek ik een nieuwe balans vanuit de stabiliteit van de afgelopen paar jaar. Dat is niet eenvoudig, maar wel belangrijk. Ik ben nu in mijn dertiger jaren en wil mezelf niet voorbij rennen.”



Een man alleen
“De Nederlandse zalen zijn fantastisch. Eergisteravond speelden we in Casino de Paris, dat leek wel op een zaal uit Blue Velvet van David Lynch. Warm en broeierig. De zaal van gisteravond was juist brutalistisch, met al die scherpe hoeken. Hoewel ik meer van Paradiso houd, was het geluid ontzettend goed. Een hele zaal vol mensen die vooral kwamen voor Lorde. Deze tour speel ik helemaal alleen, alleen mijn flatgenoot en geluidsman uit Nieuw-Zeeland is mee. Voor het eerst weer moederziel alleen spelen in Nieuw-Zeeland na de pandemie was heel erg confronterend. Alleen ik en mijn gitaar, proberend een show neer te zetten. Die onzekerheid en verlegenheid van een man alleen op het podium is best heftig. Gisteravond ook weer, al die duizenden mensen, het is eng, maar ook deel van de opwinding. Het publiek wordt steeds meer comfortabel met mij. Of ik met hen. De respons op de nieuwe liedjes is goed, heel bemoedigend. Het is leuk om weer nieuwe muziek te ontdekken en nieuwe manieren van zijn. Ik ging door verschillende fases in de afgelopen periode, wat inderdaad een heel ander geluid heeft opgeleverd. Het gekke is dat veel van de nieuwe liedjes best lastig zijn om als soloartiest te spelen, dus het voelt alsof ik karaokeversies van mijn eigen nummers sta te doen. Dat is lollig en gek. Ik mix het met het folky gitaarspul. Het is improviseren. Ik moet ook niet te comfortabel worden.”

“Of daar ook een link met acteren zit? Ik moet een vorm van schaamte houden, maar het wordt wel verslavend. Het moet niet te opzichtig worden, haha. Als ik straks met een hele band kom, dan neemt dat wel een bepaalde druk weg. Ik houd van die dynamiek. Het is zo anders nu ik support-act ben. Je draagt niet het gewicht van de avond. Het maakt dat je moet innoveren.”

“In het najaar kom ik terug om met band te spelen in Paradiso. Ik stond daar eerder op London Calling, dat was fantastisch. Een van de redenen dat ik hier zo graag kom, is dat ik mij hier enorm welkom voel. Dit is de beste plek voor mij om te spelen buiten Nieuw-Zeeland en Australië. In TivoliVredenburg speelde ik de heetste show ooit. Het was vijftig graden denk ik, de sprinklerinstallatie ging aan. Een hele fijne plek. Als je daar een volle zaal hebt dan voelt het elektrisch. En ik heb nooit eerder zoiets meegemaakt als Into the Great Wide Open. Dingen groeien daar op een manier zoals het alleen op een eiland kan. Ik deed een show in een oude legerbarak. Het voelde verlaten, er liepen paarden, de zee heeft er een kleur die wij niet kennen in Nieuw-Zeeland. Daar zie je de duidelijke signatuur van de Nederlandse natuur. Ik had daar een prachttijd. Sowieso is mijn ervaring met Nederland heel erg gebaseerd op het spelen van festivals. Zo moet ook denken aan Best Kept Secret, waar je op safari kon.”



Brutaal
“De komende dagen wil ik vooral even hier zijn. Vrienden bezoeken, etentjes plannen, meanderen en verdwalen, zonder de tijdsdruk van het leven in de tourbus. Ik ben nu met een man of zestig op pad. Van tevoren kende ik alleen Ella (Lorde, red.), maar ondanks de vrije tijd nu heb ik het gevoel dat ik het feestje even mis en ervaar bijna een soort verlatingsangst. Je komt snel tot elkaar als je samen op pad bent. De komende dagen wil ik juist de mooie hoekjes ontdekken in de stad. Ik wil wat kunst gaan bekijken in een aantal galerieën. Nu sta ik vooral even stil. Ik breng al genoeg tijd door in de tourbus. Je speelt je show, slaapt in je bedje in de bus, wordt wakker maar weet amper waar en gaat weer weg.”

“In Australië en Nieuw-Zeeland is overigens veel verwarring tussen Nederland en Duitsland. Dat verdwijnt heel snel als je hier bent en ziet hoe verschillend beide landen zijn. De talen klinken grofweg hetzelfde. Nederlands is half Engels, half Duits, zo’n soort idee. Er zijn vooral veel minder klompen dan mensen denken, maar des te meer windmolens en fietsen. Het duurt even om jullie gevoel voor humor te begrijpen. Wat ik heel erg interessant aan Nederland vind, is wat ik gisteren meemaakte in de gangen van de zaal. Ik vroeg iemand of dat de deur naar de kleedkamers was en hij antwoordde: “Wil je dat je kleedkamer de vriezer is?” Het is die wat brutale retoriek. Bij ons zouden ze zeggen: “Je gaat die kant op.” Het voelt soms bot op het eerste oog, maar het is het niet. Ik kan het nu zelfs terugkaatsen, ook richting het publiek. Hier gaat veel humor op en neer met toeschouwers. Mensen maken verbinding.”