Wie dacht alles van The National al gehoord te hebben, heeft het duidelijk mis. Met Light Years wordt even afscheid genomen van de vertrouwde drums en gitaren: de band gaat verder op zoektocht binnen zichzelf. We krijgen een wondermooie piano-ballad te horen, die het statement dat we de vorige keer maken alleen maar onderschrijft, namelijk dat de band alweer zijn muzikale horizon verbreedt.

Onze verwachtingen bij The National zijn altijd vrij hoog, maar verder willen we dat niet te veel invullen. You Had Your Soul With You, de eerste single van het nieuwe album I Am Easy To Find dat op 17 mei verschijnt, klonk behoorlijk zomers voor een band waarvan we eerder duistere taferelen gewend zijn. Een tweede single kon dus alle kanten op zonder die typerende The National-factor te verliezen.

Hoewel de piano klinkt als zonnestralen die door het wolkendek breken en zachtjes de kamer binnenvallen, voelen we de pijn van Matt Berninger. ‘You could’ve been right there next to me, and I’d have never known’. Breekbaar, vooral wanneer Berninger bijgestaan wordt door vrouwelijke vocalen in het refrein. De vocalen draaien om elkaar heen, om dan weer rust te vinden. Stilaan breken strijkers door in het geheel en dat is het moment waarop je beseft: The National flikt het opnieuw, we worden weer helemaal meegezogen in de demonenwereld van Matt Berninger.

Bij het album hoort ditmaal ook een 24 minuten durende film met Oscar-winnares Alicia Vikander in de hoofdrol, waarbij de regie in handen was van Mike Mills. Na de teaser die we samen met de release van You Had Your Soul With You kregen, volgt nu een volwaardige clip. Dat in hele video kleur ontbreekt, maakt het geheel alleen sterker en laat de muziek helemaal tot zijn recht komen. “When you photograph people in color, you photograph their clothes. But when you photograph people in black and white, you photograph their souls”, zoals Ted Grant ooit eens zei. Dat is ook precies het gevoel dat achterblijft na het bekijken van de video. Alsof je even mee kan kijken in iemands diepste gedachten.


Hoe The National verder moet na Sleep Well Beast uit 2017 vroegen we ons anderhalf jaar geleden al af. Het voelde alsof de cirkel voor de band wel rond was. De plotselinge uitbarstingen – gepaard met hemeltergend geschreeuw van frontman Matt Berninger – die vanaf Boxer (2007) langzaam uit het muzikale universum van de band verdwenen, kwamen in nummers als Turtleneck en I Will Destroy You in aangepaste vorm terug, nu dikwijls aangekleed in een spannend, nieuw elektronisch jasje.

Toen verwachtten we daar over een jaar of vier wel uitsluitsel over te krijgen. Nu blijkt dat de band ons veel vlugger al nieuw werk voorschotelt. Album nummer acht, I Am Easy To Find, komt 17 mei al uit. Een verrassend snelle turnaround voor een band die normaal altijd wel de tijd neemt. Als eerste single You Had Your Soul With You echter enige indicatie is, wordt I Am Easy To Find gelukkig allesbehalve een gehaast tussendoortje. 

The National verbreedt namelijk doodleuk opnieuw zijn muzikale horizon. Waar Sleep Well Beast een trage, naargeestige herfstplaat bij uitstek was, klinkt dit eerste voorproefje van de nieuwe plaat bijna zomers. Bijna natuurlijk, want we hebben het hier nog wel over The National. Matt Berninger is nog steeds in een allesbehalve goede bui – “I got it worse than anyone else and I just can’t find a way to forgive myself”– maar de rest van de band lijkt de lente wel in de bol te hebben.

De glitcherige effecten aan het begin en het einde van het nummer laten nog zien in welk muzikaal vaarwater de band zich anderhalf jaar geleden begaf. De speels tokkelende gitaar en de haast vrolijke, zachtjes zoemende, strijkers geven aan dat de band de grauwheid die op Sleep Well Beast soms de overhand had ver achter zich gelaten heeft.

Geholpen door een gastbijdrage van zangeres Gail Ann Dorsey – die, onder andere, vaste kracht was in de band van David Bowie – gaat You Had Your Soul With You langzaam naar een toch weer vrij hartverscheurende climax. Hierdoor is het nummer de ideale soundtrack voor zowel een gezellige lentepicknick als een late night huilsessie. Zeker dat eerste is toch nieuw terrein voor The National. Wij zijn in ieder geval zeer benieuwd hoe ze hun horizon nog meer gaan verbreden op de 16 tracks die I Am Easy To Find rijk is. Van een van die nieuwe nummers – Rylan, die de band ook al speelde op Best Kept Secret – is al een glimp te horen in de trailer voor een korte film die bij het album hoort. 

Wat krijg je als je een aantal sadrock-titanen bij elkaar in de studio stopt? Alles wat je wilt of in dit geval: All I Want. Met The National-frontman Matt Berninger, Julien Baker en filmcomponist Stephan Altman voel je hem al aankomen: dat gaat bloedmooi worden.

Dat blijkt ook wel als je op play drukt en de minor-akkoorden zachtjes aanspoelen, met Berninger en Baker die als golfjes over de maanverlichte grijze zee zingen. Met niets meer dan een bescheiden drumpartij en een dunne viool die oplost tussen de piano-akkoorden van Altman.

Oorspronkelijk schreven Berninger en Altman het nummer All I Want voor de politieke documentaire American Chaos, maar de song nam een volgens de twee ‘een nieuwe gedaante’ aan toen het als duet ingezonden werd door Berninger en Baker. Met teksten die in het verse jaar meer betekenis lijken te hebben dan ooit.

I know I dance around the things I should come clean to,
I don’t mean to.
Nobody should ever have to go around anywhere at all with their head down
I wouldn’t dream to.


Just to meet you in the morning light,
just to find an easy place.
Just to be a little less hard on everything,
just to see you face to face.

Planned Parenthood
Alle opbrengsten van de single gaan naar de nonprofit-organisatie Planned Parenthood, die zich inzet voor gezondheidszorg en voorlichting op het gebied van seks en voortplanting. Luister hieronder naar het nieuwe liedjes All I Want, het nieuwe deel in deze reeks 7-inches for Planned Parenthood waar eerder onder meer Chvrches, St. Vincent, Mitski, Bon Iver, Sleater-Kinney, Foo Fighters, Arca en Sharon Van Etten liedjes voor schreven.


De nieuwe roman Na Mattias van journalist en schrijver Peter Zantingh is een ode aan de muziek. De lezer krijgt bij aankoop niet alleen een intrigerend boek maar ook een playlist aangereikt met nummers die specifiek aansluiten op de verschillende hoofdstukken. Zantingh: “Mijn boeken zijn eigenlijk distributiekanalen voor het delen van muziek die ik goed vind.” Let wel op, boekenwurm: dit artikel kan spoilers bevatten.

Muziek en literatuur, het zijn twee kunstvormen die lastig te combineren zijn en daarom ook zelden samen voorkomen. Hoeveel echt goede romans zijn er nou geschreven waarin de liefde voor muziek de boventoon voert? Nick Hornby’s High Fidelity is misschien nog wel het beste voorbeeld. Toch gaat Peter Zantingh (1983) met zijn derde boek Na Mattias nog een stap verder. Hij reikt de lezer niet alleen een boek vol leuke muzikale verwijzingen aan, maar ook nog eens een playlist met nummers die de hoofdstukken moeten versterken.

De roman neemt een interessant gedachte-experiment als uitgangspunt. Wat zou er gebeuren als je ineens van deze wereld zou verdwijnen? Op welke manier zou dat de levens van anderen beïnvloeden? Aan de hand van acht portretten blijkt hoe het leven van familieleden, vrienden en vage kennissen verandert door de dood van hoofdpersoon Mattias. Wat er met hem gebeurd is, leert de lezer vervolgens door de ogen van deze mensen.

“Ik stond in oktober 2015 op de luchthaven van Dublin en vroeg me af: wat zou er gebeuren als mijn vliegtuig neerstort? Wie zouden, los van de directe familie, vrienden en mijn vriendin, mijn afwezigheid merken?”, vertelt Zantingh in het Amsterdamse eetcafé De Brakke Grond. “De huisarts, waar ik de volgende dag een afspraak had en die dan pas zou merken dat ik er niet ben. Mijn voetbalteam zou het ineens met een speler minder moeten doe. En het aantal verhuurde OV-fietsen zou zeker afnemen.”

 

“Wie zou mijn afwezigheid merken als mijn vliegtuig neerstort?”

 

Hij werkte het idee uit tot een verhaal. Een verhaal over negen mensen die in ieder geval twee dingen gemeen hebben: ze kenden Mattias en ze hebben allen op hun eigen manier iets met muziek. Zo is zijn vriendin Amber celliste, is Quentin een fervent hardloper die tijdens zijn rondjes luistert naar The National en werkt Mattias zelf voor een boekingskantoor en begeleidt hij bands.

Bovendien wil Mattias samen met Quentin een koffiebar beginnen waar ze bezoekers achterop hun bonnetje aanreiken welke muziek ze hoorden tijdens hun bezoek. Ter inspiratie. Om de liefde voor muziek door te geven. Het is precies wat Zantingh ook doet met zijn roman. Wie het boek koopt, krijgt er een playlist bij. Eén nummer per hoofdstuk, passend bij het beschreven personage. Denk aan artiesten als: Death Cab For Cutie, Songs:Ohia, Spinvis en Wir Sind Helden.

Sommige nummers of platen sluiten naadloos aan bij de thematiek van het boek, zoals de twee songs van Carrie & Lowell, het album waarmee Sufjan Stevens de dood van zijn moeder verwerkte. Ze zijn gekoppeld aan Amber. “Het mooie aan die plaat en Amber is dat ze de dood zien als iets dat gebeurd is maar ook alweer voorzichtig kijken naar een leven daarna. Het is niet gitzwart, er glinstert ergens weer een nieuwe toekomst. Stevens weet dat op zijn plaat prachtig in muziek en tekst te vatten.”

 

Want, zo zegt Zantingh, er spreekt uit de personages ook iets van hoop. “Ze zijn aan het eind van elk hoofdstuk verder dan aan het begin.” Zo krijgt Tirra Distant Sky van Nick Cave mee. Zoals de Australische zanger de dood van zijn zoontje verwerkte, moet Tirra dealen met het handelen van haar zoon, die in het boek iets verschrikkelijks doet. “Het is niet de bedoeling dat we onze kinderen en onze dromen overleven. Maar dat gebeurt wel bij Cave en Tirra.” Toch gloort er ook in haar leven ergens een toekomst, of zoals de zanger het bezingt: ‘Let us go now/ my only companion/ set out for the distant skies/ Soon the children will be rising, will be rising.’

Niet elk nummer leende zich overigens voor een personage, hoe mooi het qua thematiek ook leek te passen. “Mount Eerie maakte vorig jaar een prachtige plaat over rouwverwerking. Die zat echter nog zo dicht op de dood van zijn vrouw dat elk woord wanhoop ademt. Mijn personages zijn net een stap verder.”

Inspiratie uit muzikale voorbeelden
Voor het verhaal zelf haalde Zantingh veel inspiratie uit concrete voorbeelden uit de muziekwereld.  Het gesprek komt bijvoorbeeld op Overcome, het nummer van Live dat na 11 september een hit werd. “U2 trad na de aanslag in de Bataclan op in Parijs. Dat kwam toen heel sentimenteel over, maar na zo’n aanslag mag dat ook. Bono is heel goed in het zeggen dat we elkaar moeten liefhebben. Als je dat niet kan zeggen zo kort na zoiets verschrikkelijks, wanneer dan wel?”

In het boek komt de fictieve, wat ingekakte popband Lamentors met het nummer Black Feathers, dat op dezelfde manier omarmd wordt. Black Feathers vormt standaard de afsluiter bij de concerten van de formatie.  Het zorgt bij de fans voor een mengeling van extase en collectieve rouw. Zantingh had bij het schrijven van zijn ‘troostnummer’ vooral het Belgische Balthazar in gedachte.  “Die sluiten hun concerten altijd af met Blood Like Wine, wat muzikaal dan helemaal wordt uitgesponnen.  Het is een collectief moment van ontlading, een nummer dat een verandering in het gemoed teweegbrengt. Dat is wat een goed concert met je kan doen. Je kunt het niet uitleggen, het is iets ongrijpbaars.”

 

“Als je na iets verschrikkelijks niet mag zeggen dat we elkaar moeten liefhebben, wanneer dan wel?”

 

Na Mattias is daarmee een ode aan de muziek, voornamelijk aan de bands die Zantingh zelf erg kan waarderen. “Ik heb weleens het idee dat ik boeken schrijf zodat ik aan mensen kan laten zien welke muziek ik goed vind en waarom. Zo speelden The Beatles een prominente rol in mijn tweede roman. Boeken zijn eigenlijk distributiekanalen voor het verspreiden van muziek. Daarnaast heb ik er gewoon heel veel lol in gehad om bijvoorbeeld albumtitels te verzinnen voor de Lamentors.”

De liefde voor muziek kan hij daarbij naar eigen zeggen veel beter kwijt in een roman dan in een artikel of recensie. Zelf had Zantingh de website Lowlove, over Lowlands, en schreef hij voor Festivalinfo en 8weekly. Nu is hij redacteur bij NRC, maar schrijft hij zelden nog over muziek. “Fulltime muziekjournalist zijn zou me te eenzijdig worden. Schrijven over muziek is als dansen op een schilderij: je legt twee kunstvormen over elkaar. Muziek is vaak iets dat je moet beleven. Daarom ben ik zo blij met dit boek: daarin kun je er veel meer het gevoel kwijt dat muziek kan oproepen zonder dat je het direct hoeft te benoemen.”

Na Mattias van Peter Zantingh is woensdag 7 maart verschenen bij uitgeverij Das Mag. Mocht je dit boek willen lezen? Goed nieuws: we hebben een actie voor nieuwe leden online staan! 

Als band het roer muzikaal compleet omgooien, je moet er maar zin in hebben. Sommige bands doen het met verve (iets met een radio en een hoofd), anderen slagen er iets minder in (iemand die de dance-albums van Bloc Party en Franz Ferdinand nog wel eens op zet?). Aan The National leek het in ieder geval niet besteed. Nadat de band met Boxer (2007) zijn succesformule had gevonden, borduurden de heren Berninger, Dessner en Devendorf daar met twee net zo succesvolle platen rustig op voort. Vanaf het eerste voorproefje op Sleep Well Beast, het zevende album van de band, voelde het alsof daar verandering in kwam.  

Eerste single The System Only Dreams In Total Darkness was een heus rocknummer, dat eindigde met een grootse gitaarsolo. Niet dat de band opeens op de stadiontoer ging, want het nummer kende ook vele bevreemdende geluidjes op de achtergrond. Geluiden die op later vrijgegeven tracks zichzelf steeds meer naar de voorgrond drongen. Aan de basis van de nummers was op zich weinig veranderd: Matt Berninger klonk nog altijd op een prachtige manier mistroostig en de instrumentatie was statig als vanouds, maar toch straalden ze een andere sfeer uit dan de nummers van de vorige drie albums. Kaler qua sound, maar tegelijkertijd rijker aan details. Beleeft The National met Sleep Well Beast dan zijn Kid A-moment?  

Het korte antwoord op die vraag is nee. Het uitgebreide antwoord ligt wat genuanceerder. Waar Radiohead op die legendarische plaat de luisteraar zonder enige veiligheidsgordels de elektronische diepte in gooide, pakt The National je juist rustig met beide handen vast en gidst de band je rustig door de nieuwe wateren heen. Zo is openingsnummer Nobody Else Will Be There aan de ene kant een The National-tranentrekker volgens het boekje, maar aan de andere kant klonk de band zelden zó verstild. Het daaropvolgende Day I Die klinkt vervolgens wel 100% herkenbaar: een opzwepende rocker met (natuurlijk) een melancholische ondertoon die haast wel uit moet groeien tot een live-favoriet.  

Zo gaat het er de hele eerste helft van de plaat aan toe. Na ieder ‘moeilijk’ nummer volgt een ‘makkelijk’ nummer. Dus wordt Day I Die opgevolgd door Walk It Back, een bijna zes-minuten durende ballad die voortgestuwd wordt door zachtjes zoemende elektronica. Meest opvallend aan het nummer is een nogal bizar spoken word-intermezzo halverwege, waarin een befaamd citaat van Karl Rove, een van de belangrijkste adviseurs van George W. Bush, wordt voorgedragen. 

Met die wisselwerking van nieuw en wat vertrouwder materiaal is niets mis, maar het zorgt er wel voor dat de eerste helft van Sleep Well Beast nog niet heel erg spannend te noemen is. Daar komt verandering in zodra we aanbelanden bij track nummer 6: Turtleneck. Een hysterische aanklacht tegen Donald Trump – another man in shitty suits everybody’s cheering for – waarop Berninger voor het eerst in jaren weer zo ongeremd klinkt als ten tijde van tweede plaat Sad Songs For Dirty Lovers (2003). Het nummer, dat niet toevallig precies halverwege is geplaatst, is ook definitief het moment waarop de veiligheidsriemen af gaan. De laatste zes nummers behoren namelijk tot het minst toegankelijke werk dat de band ooit uitbracht, en daarmee ook tot het meest gedurfde en spannendste.  

Hoogtepunt wat dat betreft is I’ll Still Destroy You, een grotendeels elektronisch epos van vijf minuten, met een openingsbeat die zo van Radioheads The King of Limbs afgeplukt had kunnen worden. Die beat geeft langzaam ruimte aan een wijd palet aan andere abstracte klanken, om uiteindelijk grandioos te ontsporen in een onvervalste rockclimax. Het eindresultaat is een uiterst meeslepende song, die nooit op een van de vorige platen van de band had gepast. Datzelfde geldt voor het heerlijk voortkabbelende Dark Side Of The Gym, dat eindigt met een enorm filmisch vioolduel. Het afsluitende titelnummer lijkt op te bouwen naar een climax die nooit komt. Hierdoor sluit de plaat enigszins met een sisser af, maar wel een sisser die je als luisteraar met een zekere onderhuidse spanning achterlaat. Evenals een drang om meteen weer opnieuw te luisteren.  

Uiteindelijk voelt het alsof door Sleep Well Beast de cirkel die begon met Sad Songs For Dirty Lovers eindelijk rond is. Op die plaat herpakte de band zich na hun vrij middle of the road debuutplaat met een collectie songs die soms nog wat ongemakkelijk fluctueerden tussen statige klassieke arrangementen en onvervalst schreeuwerige ragrock, maar al zeker een diamant onder de ruwe bolster lieten zien. Na vier platen waarop de band die lijn voortzette, met steeds gepolijster resultaat, voelt het alsof er met deze plaat een eindpunt bereikt is. De klassieke- en de punkinvloeden zijn allebei opnieuw aanwezig, maar hebben voor het eerst gezelschap gekregen van een klankenpalet dat daadwerkelijk afwijkt van dat wat de band sinds die tweede plaat als basis wordt gebruikt.   

Hoe nu in godsnaam verder? De meest voor de hand liggende optie is om nog verder de diepte in te duiken, maar het zou ook zo maar kunnen dat de band weer teruggrijpt naar oudere successen. Over een jaar of vier hebben Berninger en consorten vast een antwoord voor ons klaar, maar tot die tijd kunnen we dit juweel van een plaat met zijn allen tot op het bot uitpluizen.

Sleep Well Beast is nu uit via 4AD. The National speelt op 25 en 26 oktober in de AFAS Live. 

Fans van The National wachten nu al vier jaar op een opvolger van Trouble Will Find Me (2013), maar aan dat lange wachten komt nu eindelijk een eind. 8 september ligt Sleep Well Beast in de winkel, alweer het zevende album van de indie rock-giganten uit Brooklyn. Eerste single The System Only Dreams In Total Darkness is nu al te beluisteren en daarop klinkt de band even heerlijk mistroostig als altijd.

Op muzikaal gebied lijkt er niet heel veel veranderd te zijn voor The National, totdat in de climax van het nummer de elektrische gitaren de overhand nemen. Daardoor klinkt het nummer al een stuk spannender dan de meeste songs van Trouble Will Find Me, een album dat vooral uit trage, voortkabbelende (maar hele mooie) ballads bestond. Of Sleep Well Beast de lijn van deze single doortrekt weten we pas over een paar maanden, maar deze track houdt ons tot die tijd zonder problemen zoet.

En dat was alweer dag twee van Down The Rabbit Hole! Onze fotograaf baande zich weer een weg door de modderpoelen om de mooiste plaatjes van de vetste bands vast te leggen. Onder andere Woods en Savages werden vereeuwigd! 

 

Woods

Woods

Woods

 

De Staat

De Staat

De Staat

De Staat

 

Glenn Hansard

Glenn Hansard

Glenn Hansard

 

Kelala

Kelela

Kelela

 

My Baby

My Baby

My Baby

My Baby

 

Savages

Savages

Savages

Savages

 

The National

The National

The National

The National

The National

The National

Het is een raadsel waar ze de tijd en inspiratie vandaan halen, maar de makers van The National zijn nu wéér aan een nieuw project begonnen: LNZNDRF. En dat terwijl Matt Berninger’s EL VY net klaar is met toeren en de ‘moederband’ op het punt staat weer aan de bak te gaan.   

De namen achter LNZNDRF zijn die van de broertjes Scott en Bryan Devendorf (respectievelijk bassist en drummer van The National) en Ben Lanz, de glockenspielspeler en trombonist van Beirut. Een killer combo, zo blijkt uit de eerste drie singles die de band eerder deze maand uitbracht. Eén van die singles en veruit de meest indrukwekkende is Mt Storm; muzikale epiek van begin tot eind.

De ouverture is minimalistisch met enkel elektronische drums en een grandioos galmende gitaar. Dan, na pakweg anderhalve minuut, neemt het geweld toe, worden de elektronische drums bruusk afgelost door het echte, pompeuzere werk. Laag voor laag werkt Mt Storm dan toe naar zijn summum met slechts een sporadische adempauze. In het slotstuk nemen de effectenpedalen het werk over, keren de elektronische drums langzaam terug en eindigen we waar we begonnen. Aan de voet van een indrukwekkende compositie.

LNZNDRF valt met de deur in huis en heeft zeker de interesse gewekt voor het naamloze debuutalbum dat op 19 februari verschijnt.

Deerhunter Monomania

De muziek waar we de laatste paar dagen tegen aangelopen zijn is niet mis. Helemaal niet zelfs. Met nieuwe singles van o.a. The National, Mikal Cronin en Deerhunter, een nieuwe clip van John Coffey en bands waar wij nog nooit van gehoord hadden als Magic Milk en Blood Sister. Van alles en nog wat dus, enjoy!


Mikal Cronin – Weight




Blood Sister – Why Would You




SPLASHH – Sun Kissed Bliss




Deerhunter – Monomania




Magic Milk – Black Rolls Royce




The National – Demons




John Coffey – Dirt & Stones