Le Guess Who?
7 t/m 10 november, Utrecht

Begin november staat Le Guess Who? met een – de rest van ons leven blokkerend grote rode cirkel – in onze agenda. Daarom beginnen we nu al met het aftellen naar het Utrechtse festival, door elke twee weken de deksel van de schatkist te openen en een act op de snijtafel te leggen.

We beginnen deze reeks met Oorutaichi, een artiest die we hebben geselecteerd uit het gecureerde programma van Jenny Hval. De Noorse muzikante speelt haar eigen show Jenny Hval’s Practice of Love en heeft naast de eerdergenoemde en ondefinieerbare Japanse muzikant, gekozen voor Felicia Atkinson, Haco, Lasse Marhaug, DNA? AND?, Lolina, Lone Taxidermist presents BodyVice, Moon Relay, Richard Youngs, Sarah Davachi, Sofia Jernberg, Vilde Tuv, Vivian Wang en Zia Anger’s My First Film. Aan de hand van vier thema’s ontleden we deze Japanner en zijn muziek.


Wie is Oorutaichi?
Jenny Hval gaat ons begin november flink in het diepe gooien met haar programma en met Oorutaichi hebben we een van de opvallendste en zonder meer kleurrijkste keuzes uitgekozen. Sinds 1999 is Taichi Moriguchi uit Osaka bezig met het maken van muziek, daartoe in eerste instantie aangezet door artiesten als The Doors, Aphex Twin en The Residents. Gemengd met de intensiteit van dancehall, begint hij te improviseren met taal en laat hij de melodieën uit zijn onderbewuste de vrije loop gaan.

Hij is onder meer frontman van de band Urichipangoon, wat je zeker eens moet checken als je het tof vindt wat Moriguchi solo doet, want onder de naam Oorutaichi debuteert hij in 2003 met het album Yori Yoyo. Het luisteren naar zijn soloproject is een beetje, ja, hoe leg je dat uit… Alsof hij geluiden heeft gemaakt bij het ronddraaiende wieltje als je Mac vastloopt. Zet bijvoorbeeld Futurelina maar eens op terwijl je ernaar kijkt en dan spreken we je zo dadelijk weer!

Drifting My Folklore
Mocht je inmiddels terug zijn op aarde, dan vertellen we je nog iets meer over deze soort van Japanse versie van Animal Collective gemengd met Flying Lotus. Want na zijn debuut volgde de plaat en goede Oorutaichi-gateway Drifting My Folklore die een paar jaar geleden nog opnieuw door Drag City uit is gebracht, met daarop een aantal tracks die op zijn debuut stonden plus een compositie van zijn Misen Gymanstic-EP.

Een album dat mogelijk het best samen is gevat in een reactie op Norman Records: ‘I’m not at all surprised that I just spent a good five minutes trying to work out what RPM Oorutaichi’s Drifting My Folklore should be played at. This is the kind of record that doesn’t really feel changed by speed: it’s too frantic, chaotic and endlessly colourful for you to be able to notice increments of anything, because everything is happening at once.’ Precies dat! Alsof je bent verloren in een eindeloze loop van Mario Kart’s Rainbow Road.

Genre- en grenzeloos
De muziek is eerder weleens beschreven als een soort ‘goedbedoelde buitenaardse invasie met hyperarcade-geluiden’. Maar echt uit te leggen, je had het inmiddels al een beetje door, is Oorutaichi niet. Daarvoor moet je er eigenlijk gewoon eens in duiken en het ervaren. In een mooie documentaire van Japan Society NY wordt Moriguchi tijdens een show gefilmd en interviewen ze tussendoor de genre- en grenzeloze muzikant. Daarin vertelt hij onder meer: ‘Als ik muziek maak, dan wil ik altijd voorbij bestaande genres gaan en iets maken wat niet gecategoriseerd kan worden.’

Andere projecten
Naast de muziek die hij als Oorutaichi maakt, heeft Moriguchi onder meer remixes geproduceerd van Shugo Tokumaru en I Am Robot And Proud. Dit jaar bracht hij met de bekende Japanse muzikante Wednesday Campanella het schitterende album YAKUSHIMA TREASURE uit. Een plaat die klinkt als het moment dat de aarde ontstond uit de Chaos en waar YouTube overigens een hele mooie documentaire over heeft gemaakt, inclusief Engelse ondertiteling.

Eerder maakte Moriguchi overigens ook nog eens muziek voor anime-films en muziek voor Masako Yasumoto, een Japanse danser in de voorhoede van de contemporaine dans. Het is een van de redenen waarom de muzikaliteit van Oorutaichi zo breed als de horizon op volle zee is. Moriguchi ziet wel waar zijn schip zal stranden.


WEBSITE LE GUESS WHO? | FACEBOOK-EVENT | TICKETS

Acid Mothers Temple
Dinsdag 23 oktober

Acid Mothers Temple landt volgende week dinsdag in Patronaat. Voor deze psychrock/gaze-formatie zijn muziek komt spelen in Haarlem, duiken wij alvast in het bijzonder veelkleurige universum van de groep. Want dat er is eentje waar je heerlijk in kunt verdwalen. 

Wie voor het eerst in deze band duikt, kan de hoeveelheid materiaal tegelijkertijd ook nogal overweldigend zijn. Vier verschillende groepsnamen, tal van verschillende bezettingen en meer dan honderd albums. Tja, waar begin je dan? Dat vroegen ook wij ons af en dus zochten wij het uit!

Geestelijk vader Kawabata Makoto
De oprichter van AMT is de in Osaka geboren Kawabata Makoto, die al sinds de jaren zeventig in tal van bands speelt. De bekendste daarvan is de noiserock-band Mainliner, die in 1995 werd opgericht door Makoto en bassist Asahito Nanjo.

Foto: Kawabata Makoto

 

De droom
Makoto zijn wil om muziek te maken ontstond in een droom die hij had op tienjarige leeftijd. Hij zag en hoorde in zijn droom een orkest op mythische instrumenten spelen. Een geluid dat zo prachtig was: dat had de jonge Makoto nog nooit gehoord. Het waren geluiden die hij naar eigen zeggen uit de kosmos oppikte en hij was er dan ook van overtuigd dat buitenaards leven met hem probeerde te communiceren.

Dat onverklaarbare wat hij in zijn hoofd hoorde, herkende hij later in de muziek van de Duitse elektronica componist Karlheinz Stockhausen. Ook was Makoto toen al een groot rockfan, zijn ultieme droom was dan ook om die twee stijlen – het experimentele van Stockhausen en het rockactige van Deep Purple – te combineren met elkaar. Hij richtte in 1978 daarom zijn eerste band op: Ankoku Kakumei Kyodotai, wat Het Duistere Revolutionaire Collectief betekent. Net als in zijn droom, creëerde hij zelf instrumenten. Niet omdat dat het nou het makkelijk was, maar omdat het heel lastig was om aan instrumenten te komen. Alles om de geluiden te maken die hij oppikte uit de kosmos, want dat is hem tot de dag van vandaag nog niet gelukt. In een interview met Pitchfork beloofde hij dat als ’t hem lukt, hij zal stoppen met het maken van muziek.

De geboorte van Acid Mothers Temple
Laten we hopen dat dat laatste niet gaat gaat gebeuren. Het is namelijk een van de redenen dat Acid Mothers Temple werd geboren. Het was het jaar 1995, nog geen jaar na de oprichting van Mainliner, kwam Makoto samen met een groep vrienden, muzikanten, vissers en andere mensen met een bijzonder talent in zijn geboorteplaats. Naast het oppikken van geluiden uit de kosmos, was het ook Makoto’s doel om artiesten een plek te geven die normaliter niet op een album zouden verschijnen. Dat blijkt ook wel als je de credits op het allereerste album, een zelfgetitelde release van Acid Mothers Temple & The Melting Paraiso U.F.O. bekijkt. Mensen werden genoemd voor het bespelen van een ‘kosmische ring modulator’ of het ‘leveren van een erotische basis’.

Acid Mothers Temple in 1997

 

Een verzameling van zielen
Je zou de band dan ook eerder een collectief noemen, maar ook dat is het niet volgens Makoto, zo verklaarde hij aan de website Important Records. Wat is het dan wel? “Een beschrijving van de zielen die zich verzameld hebben onder onze slogan en een levenshouding. Acid Mothers Temple is een plek om te vluchten, een thuishaven voor allen die buitengesloten zijn door de mainstream maatschappij en die zich geroepen voelen door de slogan: ‘Doe wat je wilt doen, doe niet wat je niet wilt doen'”, aldus de frontman. Door dat motto hebben ze volgens hun eigen website veel geld verloren alsmede het vertrouwen in de maatschappij als geheel, maar hebben ze daar veel vrijheid voor terug gekregen.

Naast het doel om dus kosmische muziek te maken met een collectief aan getalenteerde mensen, is een ander doel van de muziek om zichzelf, maar ook zeker de luisteraar, te laten trippen zonder de in de naam verwerkte drug. Daar doet Makoto namelijk niet aan. Het allereerste album werd volgens hem de extreme tripmuziek waar hij altijd al van droomde. De ‘soul collective’  bestaat volgens de band zijn website uit ongeveer dertig leden van beroemde en onbekende artiesten, boeren en dansers. Een officiële line-up heeft de band ook nooit gehad.

 

Bandnamen
De groep heeft meerdere toevoegingen aan zijn naam gehad door de jaren heen. De toevoeging zegt wat over de bezetting en de stijl. Iedere toevoeging heeft dan ook ieder weer zijn eigen albums.

Acid Mothers Temple & The Melting paraiso U.F.O.
Dit was het eerste project dat Makato oprichtte met Acid Mothers Temple erin. Opgericht in hetzelfde jaar als AMT (1995) werd deze variant van AMT opgericht met als doel om toekomstmuziek te maken. Er werd in deze samenstelling in 1996 een zelfgetitelde cassette uitgebracht (die tevens genoteerd staat als het eerste AMT-album), waarna het meer dan tien jaar zou duren voordat de opvolger zou komen. Zoals Pitchfork het eerder ook al benoemde: het kan best lastig zijn om AMT en de adjectieven uit elkaar te houden. Volgens het medium bereikt Makoto en co. in deze samenstelling het hoogste niveau van improvisatie. In 2016 werd het nog eens een tandje complexer gemaakt, door de toevoeging ‘next generation’, die aangeeft dat het hier gaat om een nieuw hoofdstuk met nieuwe leden.

Acid Mothers Temple SWR
Dit smaakje van SWR (Stone, Women & Records) ontstond in 1996 met de toevoeging van bassist Tsuyama Atsushi van de Japanse band Ruins. Naast die toevoeging weten we dat SWR betekent dat  het ‘soul collective’ meer jazzy klinkt in deze samenstelling. Luister hier het album SWR.

Acid Mothers Temple & The Cosmic Inferno
Makoto wilde iets veel zwaarders creëren dan Acid Mothers Temple & The Melting Paraiso U.F.O. en richtte daarom in 2005, tien jaar na de oprichting van AMT, de band Acid Mothers Temple & The Cosmic Inferno op. The Melting Paraiso U.F.O. was volgens de frontman teveel hetzelfde geworden als AMT. Het was in dat jaar dat deze band ontstond en dat Makoto vond dat de vrije gemeenschap van zielen verloren was gegaan door het intensieve touren en muziekmaken.

Er was geen balans en het was tijd om de ‘dinosaurus’ die AMT was geworden weer tot leven te wekken. Om het interview met Important Records nog maar eens aan te halen: “Ik had iets nodig dat tegen die overleden dinosaurus van Acid Mothers Temple & The Melting Paraiso U.F.O kon opboksen. Iets dat het weer zou doen leven. Alles in het universum  bestaat uit twee elementen. Zoals de oude Chinese yin-yang vijf elementen van filosofie beschrijft, is in alles twee tegengestelde krachten nodig. Zonder de balans tussen deze twee, zou de beweging uit het universum verdwijnen.” Er was meer kracht nodig en dus verving Makoto de originele line-up met (ex-)leden van onder andere de Japanse rockbands The Boredoms, Zeni Geva, Mainliner en Ghost.

Acid Mothers Temple & Space Paranoid
Dit is de meest recente toevoeging aan het AMT-universum. Het bracht een zelfgetiteld album en een livealbum uit. Het ontstond toen AMT het verzoek kreeg van zijn Spaanse boekingsagent om Black Sabbath te coveren en daar zag Makoto wel wat in. Hoewel hij het eerst een ‘one of’ wilde maken, besloot hij de naam te houden, omdat de andere AMT toevoegingen volgens hem voorbij zijn roots zijn gegaan. Het idee was om de Britse blues uit de jaren zeventig te mengen met de psychedelische muziek van AMT. ‘Black Sabbath spelen, maar dan zwaarder en spacier’, aldus Makoto.


 

WEBSITE PATRONAAT | FACEBOOK-EVENT | TICKETS

In de rustiek van de tuinen van Tokyo, zwevend tussen psychedelica en ambient, resideert Kikagaku Moyo. De band bestaat uit vijf langharige jongens met exotische namen als Tomo Katsurada en Daoud Popal die in hun driejarige samenzijn al een indrukwekkende verzameling composities bij elkaar hebben gejamd. Aan die verzameling kan nu Silver Owl worden toegevoegd.

Enerzijds voelt Silver Owl bekend: dit is psychedelische rock á la The Beatles’ Norwegian Wood, rechtstreeks uit de late sixties. Anderzijds zijn dit tien exotische en vervreemdende minuten, waarbij het geluid van kabbelende beekjes en het lichte suizen van de wind net zozeer instrumenten zijn als de fluit en de sitar. Er is weinig fantasie voor nodig om je minutenlang met je blote voeten in het groene gras tussen de zachtroze bloesembomen te wanen.Tweemaal halen de Japanners de luisteraar ruw uit zijn of haar dagdroom. De eerste keer eindigt wederom vredelievend, maar op de zevenminutengrens blijken ook de eerste platen van Black Sabbath de weg naar het land van de rijzende zon te hebben gevonden. Zinderend is de juiste beschrijving voor Silver Owl en daarmee is de toon voor het in mei te verschijnen derde album House In The Tall Grass gezet.