We zijn al weer bijna vergeten hoe teleurgesteld we waren toen onze favoriete zuiderburen Balthazar bekend maakten even op hiatus te gaan. Sindsdien zijn we namelijk enorm verwend met allemaal fijne zijprojecten. Frontman Maarten Devoldere ging de barokke kant op met Warhaus, bassist Simon Casier de lo-fi gitaarkant met Zimmerman en nu is daar dan J. Bernardt, het soloproject van de andere frontman, Jinte Deprez.  

Welke kant hij daar precies mee opging bleef lang onduidelijk, de vooruitgeschoven singles wezen afwisselend op triphop, white soul en R&B. Al deze stijlen (en meer!) zitten inderdaad in zijn debuutalbum Running Days verwerkt, maar het voelt geen moment als een samengeraapt zooitje. Een van de eerste tekenen dat we hier met een heel bijzondere plaat te maken hebben.

Running Days schiet dan wel alle kanten op, maar door de koele productie en Deprez zijn kenmerkende stem voelt het toch aan als een uiterst smaakvol geheel. Zo zou de naar dancehall (!) neigende instrumentatie van The Question in de handen van een mindere artiest makkelijk wanstaltig kunnen uitpakken, maar J. Bernardt maakt er een heerlijk zwoel en meeslepend popnummer van. ‘Zwoel en meeslepend’ is in feite een accurate beschrijving van de hele plaat, reken er bijvoorbeeld maar op dat On Fire de soundtrack van heel wat warme zomernachten gaat vormen.

 

 

Op papier is J. Bernardt zonder twijfel het album wat het meest van de formule van Balthazar afwijkt, het bevat in ieder geval stukken minder gitaar, maar in praktijk blijkt vaak toch wel waar Deprez ook al weer zijn sporen heeft verdiend. Sterker nog, het met onweerstaanbare blazers aangeklede The Other Man, het onbetwiste hoogtepunt van deze plaat, had niet misstaan op Balthazar’s debuut Applause (2010). Dat kan je een zwaktebod vinden, maar wat ons betreft is deze mix van verkend en onverkend terrein juist precies wat Running Days zo spannend maakt.

Zo worden de elektronische en R&B elementen moeiteloos afgewisseld met poprefreintjes waar je u tegen zegt, zoals bijvoorbeeld in het heerlijke The Direction. Grootste kritiekpunt is de speelduur, met slechts tien nummers smaakt Running Days uiteindelijk vooral naar meer. Idealiter horen we van alle drie de soloprojecten meer in de toekomst, maar als er maar een van de drie een vervolg moet krijgen, weten wij na deze plaat wel wie we zouden kiezen.

 

Metropolis Festival
zondag 2 juli

 

Juni is alweer halverwege en dat betekent dat Metropolis Festival staat te popelen in onze redactieagenda. Op zondag 2 juli komen er weer tienduizenden bezoekers naar het Zuiderpark in Rotterdam om nieuw, muzikaal talent te ontdekken op het gratis festival. Om nog dieper in het festival te duiken – dat bands als The xx, The Strokes, Thee Oh Sees, The Black Keys en Kurt Vile al vroeg in de smiezen had – gingen we in gesprek met festivalprogrammeur Joey Ruchtie.

Vorige week las je al een interview met een van de acts waar we onwijs naar uitkijken: IDLES. Deze week zijn ook de laatste namen aangekondigd. Met dit interview blikken we vooruit met niemand minder dan de programmeur van het festival: Joey Ruchtie. Hij zorgt ervoor dat al deze bands naar Rotterdam komen. De programmeur (o.a. ook verantwoordelijk voor de programmering van De Oosterpoort, ESNS, Paaspop en Noorderzon) schijnt voor ons een licht op de achterzijde van het festival, dat alweer sinds 1988 wordt georganiseerd in de Maasstad.

Blank canvas
Een vraag die bij ons al snel omhoog komt: met ál die honderden toffe bands die er rondlopen, waar begin je? “Ja, waar begin je? Je hebt een blank tijdschema voor je en die moet gevuld worden”, lacht de programmeur. “Zo rond november, december begin ik in mijn hoofd met het festival en ik heb er natuurlijk wel een bepaald idee bij. Al heb ik van tevoren echt geen idee waar het schip gaat stranden. Vaak begin ik gewoon door een band of vier, vijf uit te nodigen waarvan er één of twee kunnen, en op die manier is er alvast een muzikale richting. Dan heb ik bijvoorbeeld twee gitaarbands binnen en dan ga ik op zoek naar iets dat ik daar tegenover kan zetten. Naar iets folks of iets werelds om maar iets te noemen, om dat contrast en die breedte op te zoeken. En zo vormt dat programma zich dan heel geleidelijk.”

 

“Je moet proberen een verhaal te vertellen met het aantal beschikbare plekken dat je hebt. Dat kunnen dus absoluut geen fillers zijn, elke band moet spot-on zijn.”

 

De wildgroei aan festivals van de laatste jaren, is wel te merken volgens Ruchtie. “Het begint steeds vroeger en omdat wij een relatief klein festival zijn, moeten we tegen een hoop grotere festivals opboksen. Niet alleen in die periode, maar zelfs al in dat weekend. Van Roskilde, Main Square tot Rock Werchter, en iedereen zit in dezelfde vijver te vissen. Je moet dus echt heel scherp zijn en een goed verhaal hebben, maar dat maakt het wel een mooie uitdaging.”

Je moet in principe dus gewoon een glazen bol hebben. “Dat klopt, maar je voelt ook wel of een band iets gaat worden en hoe zich dat ongeveer gaat ontwikkelen. Die zijn natuurlijk ook met dingen achter de schermen bezig en plannen aan het maken. Maar goed, er moeten altijd alsnog een hoop lastige keuzes worden gemaakt”, vertelt de programmeur. “Je probeert elk jaar een verhaal te vertellen met het aantal beschikbare plekken dat je in het programma hebt. Dat kunnen dus absoluut geen fillers zijn, elke band moet spot-on zijn.”

Relevant en urgent
Waar moeten die bands dan allemaal aan voldoen om op Metropolis te mogen spelen? “Het zijn een beetje van die holle termen, maar de acts moeten vooral urgent en relevant zijn. Ze moeten er nú toe doen”, vertelt Ruchtie. “Een gedeelte van het publiek komt naar het festival toe zonder dat ze acts van tevoren al kennen en het is natuurlijk de kunst om ook die te overrompelen. Het is niet alleen een breed, maar ook een gratis festival. Dus ik probeer een divers en tegelijkertijd vernieuwend programma neer te zetten, maar ook met de indeling van het terrein te spelen en elementen aan het festival toe te voegen.”

 

“Ik kijk vooral vanuit de kleuren van het festival. Door welke andere act zou een band als Priests nog beter tot zijn recht komen, bijvoorbeeld?

 

“De laatste twee jaar hadden we bijvoorbeeld een soundsystemarea gemaakt voor Masego Soundsystem, en dit jaar willen we ook graag weer zoiets organiseren. Zodat er ook een plek is om de hele dag los te gaan op reggae, Afrikaanse klanken, rocksteady en dub. Dat wisselt ook lekker af met alle bands die de hele dag spelen.” Uiteindelijk gaat het vooral om het zoeken naar het juiste evenwicht volgens Ruchtie. “Ik kijk vooral vanuit de kleuren van het festival. Door welke andere act zou een band als Priests nog beter tot zijn recht komen, bijvoorbeeld? Het gaat om het creëren van een mooi palet aan toffe bands die elkaar versterken.”

 

 

Talent Stage
Een van de onderdelen van Metropolis is de Talent Stage (powered by Popunie), waar vijf acts met leden onder de achttien jaar hun opwachting maken voor de Lekker Bezig Bokaal. Ruchtie is telkens verbaasd over al het jonge talent dat er in de regio rondloopt. “Dat zijn voor mij ook elke keer compleet nieuwe namen en het valt mij op wat voor muzikale kwaliteit er in van die piepjonge lui zit van een jaar of vijftien, zestien. Dat is echt bizar bij sommige acts”, vertelt hij. “Het is tof om te zien hoe bands van vorige edities nu zo goed bezig zijn, om The Tambles maar als voorbeeld te nemen. Door hun Metropolis-optreden konden die jongens de band van Jerry Hormone worden en nu spelen ze samen door het hele land de ene na de andere show.”

 

“En dat de jongens er zin in hebben is duidelijk, want die show was echt binnen een kwartier bevestigd, dat was echt de snelste boeking van het jaar”

 

Uiteraard kijkt de programmeur uit naar alle acts op 2 juli, toch is er wel een band waar hij bijzonder naar uitkijkt. “Waar ik zelf echt enthousiast over ben, is een band die ik vorig jaar in Austin op SXSW zag spelen: Joseph. Dat zijn drie zusjes die folk maken en ik vond het echt direct van uitzonderlijke kwaliteit. Ik ben dus wel heel nieuwsgierig hoe zij het nu gaan doen op Metropolis, ik verwacht dat ze alleen maar beter zijn geworden natuurlijk!” IDLES is een andere favoriet van de Ruchtie. “Naar verluidt vindt de band Rotterdam erg tof en ik vind ook zeker dat die gasten hier een nog breder publieker verdienen. Het was ook de eerste band die we dit jaar bevestigd hebben, dat was net na Eurosonic, waar de band toen ook speelde. En dat de jongens er zin in hebben is duidelijk, want die show was echt binnen een kwartier bevestigd, dat was echt de snelste boeking van het jaar”, vertelt de programmeur enthousiast.

Rotterdam
De toegenomen populariteit van de stad kan ook geen kwaad: “De situatie is wel even wat anders dan toen ik hier begon. Rotterdam is nu ineens erkend als ‘coole stad’ en artiesten voelen dat ook, waardoor ze misschien net iets sneller naar een festival als Metropolis komen”, vertelt Ruchtie. “Niet dat artiesten nou koste wat het kost in Rotterdam willen spelen of zo, maar het maakt mijn werk wel makkelijker, laat ik het zo zeggen. Ik hoef niet meer uit te leggen dat het een toffe stad en dat het booming is, dat weten ze al.”

 

WEBSITE METROPOLIS FESTIVAL | FACEBOOK-EVENT

foto van Metropolis Festival.

 

Metropolis Festival
zondag 2 juli

 

IDLES, Priests, Beach Slang, The Orwells, Jo Goes Hunting, Altin Gün en meer stonden al genoteerd, en nu heeft Metropolis Festival met toevoeging van een laatste scheut namen de line-up compleet. Neem het van ons aan dat je dit niet wil en mág missen. Het is tenslotte gratis! 

Nieuw in het programma van Metropolis, zondag 2 juli in het Rotterdamse Zuiderpark, zijn J. Bernardt, Yungblud en Naaz op de hoofdpodia, en The Brightt, Beyond The Moon, The Spvrk, Hearing Dogs For Deaf People en SpeakEasy op de Talent Stage. We zullen ze even voor je uitlichten!

J. Bernardt heeft inmiddels al een flinke ronde gemaakt door het Neerlandsch clubcircuit. Nu gaat Jinte Deprez, voorman van Belgisch trots Balthazar, met zijn soloproject ook de festivals trotseren. De plaat, Running Days genaamd, verschijnt aanstaande vrijdag. Genoeg tijd om de snikhete triphop à la Chet Faker uit je kop te leren! Houd onze site ook in de gaten voor een speciaal interview met Deprez.

 

Dompel de Arctic Monkeys onder in een hiphopbadje en het resultaat is Yungblud. De nieuwste hype uit Engeland muziekland kent duidelijk zijn oorsprong in de gitaarwereld, maar zoekt en passeert actief de grenzen van het genre. Vissend in dezelfde vijver als RAT BOY is de muziek van Yungblud fel, dynamisch en oeeerrrrr-Brits.

 

Ze heeft Koerdische roots, maar voor Naaz is dit festival een thuiswedstrijd. Na een lange aanloop is de muziekcarrière van de 19-jarige singer-songwriter eindelijk op stoom. The Line Of Best Fit en The Fader waren reeds lovend over de verstilde dreampop op haar eerste singles. Als dat geen stamp of approval is, weten wij het ook allemaal niet meer.

 

En dan zijn er nog de Benjamins, de broekies of – iets minder kleinerend – de beloftes van de toekomst. Op de Talent Stage strijden zoals ook de afgelopen jaren vijf bands om de vermaarde Lekker Bezig-bokaal en een royaal prijzenpakket. Wij zetten ons geld in op de plezierige pokkeherrie van Hearing Dogs For Deaf People. 

 

Op 6 april kun je in het Deventer genieten van de voorlopig enige Nederlandse clubshow van Warhaus. Het optreden is ook nog eens het begin van een lange gloedvolle samenwerking tussen het Burgerweeshuis en The Daily Indie – tenminste, als het aan ons ligt. Reden genoeg om eens te bellen met het brein achter het prachtige We Fucked A Flame Into Being van vorig jaar.

 

Op 6 april speelt Warhaus samen met Tamino op een The Daily Indie Presents-show in Het Burgerweeshuis. Onze leden krijgen korting, word hier lid!

 

Maarten Devoldere klinkt opgewekt, maar is lang niet altijd verstaanbaar. Uit het achtergrondgeluid onderscheiden we vooral wind, ruis en af en toe een kinderstem. Daarbij slikt Devoldere, al ware hij een Vlaamse Groninger, af en toe het laatste gedeelte van zijn woorden in. Vervelend, maar de vrolijke Vlaming vergoedt een hoop met zijn tomeloze beleefdheid. Devoldere geniet met Warhaus nog even van een maand verlof. Hij blijkt net uit het zwembad geklommen en wandelt terwijl we bellen door zijn woonplaats Gent.

 

 

Je bent nu halverwege de sabbatical van Balthazar, de band waar je al sinds 2004 in zit. Ben je al gewend geraakt aan het zijn van Warhaus?
“Ja, om eerlijk te zijn, went alles heel rap. Het is wel een gekke situatie, want Warhaus ben ik eigenlijk maar heel kort. Binnenkort duiken we weer de studio in met Balthazar en ik denk dat dat echt weer wennen wordt. Jinte zijn soloplaat moet nog uitkomen, daar wachten we nog op (Balthazar-zanger en gitarist Jinte Deprez startte soloproject J. Bernardt – red.). Als alle soloplaten zijn uitgekomen, beginnen we weer aan Balthazar.”

Voelt een show met geesteskind Warhaus nog anders dan een Balthazar-show?
“Ondertussen valt dat wel mee. Ook omdat we toch wel wat getourd hebben nu, door Europa. Op een duur kun je er wel mee werken, want het went. Maar in het begin was ik wel echt heel zenuwachtig. Ze verwachten dat je uw ervaring vanuit Balthazar meeneemt, maar zo werkt het niet. Het eerste Warhaus-optreden voelde ik me echt weer zeventien jaar. Ik had een throwback naar de eerste keer dat ik met Balthazar op het podium stond.”

Wat zijn tot nu toe de hoogtepunten van de tour geweest, waar ben je het meest trots op?
“Oost-Europa was heel speciaal. We hebben in Oekraïne gespeeld, in Kiev. Het was heel raar om daar te zijn. Er was best wel veel publiek, terwijl we dachten dat er niemand zou zijn door de omstandigheden en omdat niemand ons kent. Maar iedereen was ontzettend enthousiast, dat was ook in Polen en Tsjechië zo. Oost-Europeanen zijn net iets uitbundiger.”

 

 

Is het harder gegaan dan je vooraf gedacht had?
“Ja, eigenlijk wel. Ik had het niet verwacht, anderzijds heb ik er op voorhand ook niet echt in concrete termen over nagedacht. Ik had niet echt een doel voor ogen. Ik wilde gewoon een plaat maken en verder zal het allemaal wel. Balthazar is natuurlijk al succesvol, dus er zat bij mij totaal geen druk. Het voelt echt als een soort hobbyproject en totaal niet iets als wat commercieel moet slagen.”

Warhaus ben je met je meisje Sylvie Kreusch (Soldier’s Heart). Verandert dit de dynamiek van jullie relatie?
“Ze gaat niet altijd mee op tour en dat is maar goed ook. Als we altijd samen op tour zouden zijn, dan komt dat niet goed. Te veel business and love mixed up. Touren met de boys heeft iets charmants. En een koppel in de band is ook niet ideaal voor de andere bandleden.”

Vorig jaar las ik een interview waarin je zei: de beste Warhaus-show komt nog. Heb je het idee dat je nu een perfecte show kunt spelen?
“Het is nog in ontwikkeling en dat is ook heel tof. Het is een luxe om met deze muzikanten te spelen, want die improviseren heel veel. Maar nee, ik denk dat we nog niet aan ons limiet zitten. Je bent nog altijd opzoek naar bepaalde klanken.”

 

 

Een ontwikkeling die stopt zodra Balthazar weer begint. Heeft Warhaus überhaupt een toekomst?
“Misschien wel. Het is nog wel vroeg om het daarover te hebben. Ik bekijk het plaat tot plaat. Het eerste dat ik nu weet, is dat Balthazar weer op mijn agenda komt en dan zal ik wel zien waar ik zin in heb. Maar ik vind het raar om het er zo over te hebben. Ik ben muzikant geworden om vooral niet te veel op voorhand te plannen. Het is wel zo dat ik niet stil kan zitten. Het bezig blijven is gewoon een soort therapie.”

“Ik kijk er ook zeker niet tegenaan om weer aan Balthazar te beginnen. Het plezier zit ‘m in de afwisseling. Nu heb ik vooral zin om verder te gaan met Warhaus, maar dat is ook waar dit jaar voor is. Maar tegen dan zou ik het waarschijnlijk ook weer tijd vinden om iets anders te gaan doen. Te veel routine is dodelijk voor de creativiteit”

Kun je nog elementen uit Warhaus meenemen naar Balthazar?
“Dat moet sowieso wel gaan lukken. Ik denk dat eenieder van ons veel aan het leren is nu. Het interessante is dat Jinte en ik totaal verschillende richtingen op gaan. Hij maakt iets elektronisch, heel modern en ik maak juist iets heel klassieks. We zullen zien welke invloeden er overeind blijven op de volgende plaat.”

Toch niet overeind blijven in de letterlijke zin?
“Nee, we zijn als personen allemaal rustig. We zijn geen Fleetwood Mac-achtige band die veel overhoop ligt. Het is wel redelijk relaxed. Het zou wel kunnen dat we nog meer samen gaan schrijven. We zijn nu allemaal iets voor ons zelf aan het doen, maar het bandproces heeft ook zijn charmes. Daarin moet je samenwerken, elkaar herontdekken.”

 

 

Laatste dingetje: in je teksten ben je erg maatschappijkritisch. Waar ergerde je aan toen je vandaag de krant opensloeg?
“Het soort arrogantie tegenover andere manieren van leven, zoals religie. Het is alsof de weg tussen werelden is verlegd. Ik vind het altijd heel raar dat iedereen gelooft in zijn eigen kleine wereldje.”

Hopelijk niet toevallig de sportpagina opengeslagen?
“Jawel, ik heb het gezien (lachend). Jullie zijn niet zo goed bezig he? Voetbal interesseert me eigenlijk niet zoveel, maar Nederland deed het altijd zoveel beter dan België. Dus voor ons wel een keer leuk dat het anders is.”

 

Meer van dit soort verhalen blijven lezen? Word lid van The Daily Indie (en ga meteen met €3 korting naar Warhaus in het Burgerweeshuis!)