Afgelopen vrijdag kwam What Do You Mean ‘You Need A Colour TV’ uit, het tweede album van Roel Vermeer, oftewel GOSTO. Hij sluit met dit album perfect aan bij de golf van smaakvolle indie- en synthpop die de laatste jaren zo populair is geworden. We zijn bij The Daily Indie zo gecharmeerd van deze Amsterdammer, dat we de komende tijd maar liefst vijf shows van GOSTO presenteren.

Wil je naar een van deze shows van GOSTO? Word dan lid van The Daily Indie, wat je al bent voor een tientje per jaar…!

GOSTO deelt een aantal typerende eigenschappen met bands als Warhaus, Faces on TV en Klangstof: strakke producties, waarbij de vocalen in je oor fluisteren, gepolijste synthbassen die af en toe venijnig uithalen en synthesizers die een klein liedje uit het niets de ruimte in schieten. En dan die samples die in je oor kruipen omdat je de herkomst niet helemaal kunt plaatsen. Het is een genre dat in veel opzichten onweerstaanbaar is.

Verfrissende stap
Dit betekent natuurlijk niet dat al deze bands hetzelfde doen: GOSTO zijn muziek is geen herhaling van zetten, maar een verfrissende stap. In zijn cleane productie heeft Vermeer een spanning gevonden die de luisteraar bezighoudt. Wie denkt dat dat eenvoudig is, wordt voor de gek gehouden. Het outro van Best Of Me geeft een high five aan James Blake door een synthesizer te laten ontsporen. In Cigarette (check het interview dat we deden voor de première van dit nummer hier) duwt Vermeer je in het intro de ene richting in, om je na een paar seconden volledig op het verkeerde been te zetten. Ten slotte laat hij met The Great Unknown horen dat hij ook door heel andere muziekstijlen beïnvloed wordt en niet bang is hier elementen uit te lenen: in het nummer klinkt naast pure pop ook een gospelkoortje door. 

Liefhebbers van scheurende gitaren gaan niet veel voldoening halen uit What Do You Mean ‘You Need A Colour TV’, maar voor luisteraars in de synth- en indiepophoek is dit album zeker interessant om te checken. We zijn daarnaast ook erg benieuwd om te zien wat GOSTO live gaat laten zien en daar is genoeg kans toe: we presenteren de komende tijd maar liefst vijf shows van de tour die hem door zo’n beetje heel het land voert.


Ergens tussen James Blake en Chet Faker, met een vleugje Oscar And The Wolf, bevindt zich GOSTO. De Nederlandse artiest circuleert al ruime tijd op onze radar. Naar aanleiding van zijn nieuwe album dat op 5 april verschijnt, brengen we vandaag de nieuwe single plus videoclip Cigarette in première.

In 2017 bracht Roel Vermeer, ofwel GOSTO, voor ons verslag uit van zijn avonturen in Japan. Inmiddels is de man heel veel shows verder en ligt de tweede plaat klaar om op de wereld afgevuurd te worden. In de vorm van Cigarette krijgen we niet alleen een nieuwe single, maar ook een bijbehorende videoclip.

De nieuwe single vraagt om trage, sensuele dansmoves in een donkere kamer. De rokerige vocalen van Vermeer komen helemaal tot zijn recht in Cigarette. Heerlijk toepasselijk dit. Bij momenten doet de sound een beetje denken aan Warhola, het elektropop-project van Oliver Symons die tevens de toetsen voor zijn rekening neemt bij Bazart. GOSTO klinkt warm en vertrouwd en blijft daarmee in de lijn van eerder verschenen nummers.

Het is nog even wachten op de opvolger van Memory Ivy, maar op basis van de reeds verschenen nummers kunnen we alvast zeggen dat GOSTO doet waar hij goed in is. En omdat het leuker is om sommige dingen uit de mond van Vermeer zelf te horen, stelden we hem enkele vraagjes. Onder meer over het bijzondere verhaal van de in Rusland opgenomen videoclip.

Wat houdt je op het moment allemaal bezig?
“Het album is af. De afgelopen maanden waren behoorlijk hard knokken om het allemaal op tijd af te krijgen. Ik hoopte wat rust te vinden als het album af was, maar nu staat de tour alweer voor de deur. Ik heb sinds kort de testpersing van het vinyl in handen en dat is echt een waanzinnig gevoel. Naast het muzikale leven ontstaat er nu wel weer wat ruimte voor mijn privéleven. Ik ga graag naar de film en drink hier en daar wat met vrienden. Daarnaast geef ik les, doe ik een muziekeducatie-opleiding en heb ik een aantal bijbaantjes. Echt stilzitten zit er dus niet bij. Ik denk ook dat dat gewoon niet in mijn aard zit.”

Waar gaat deze track Cigarette over voor jou?
“Cigarette weerspiegelt het gevangen gevoel van een obsessie.”

Hoe kwam de video daarbij tot stand?
“Door een plotse reeks van Instagram #gosto-tags waarin Russische meisjes allemaal dezelfde dans op Tell Me What You’re Made Of deden ben ik op zoek gegaan naar de choreograaf. Dat bleek Nastya te zijn en zodoende zocht ik contact met de vraag of ze een dans voor Cigarette wilde maken. De sensuele stijl van deze Russische high heel stiletto-dans leek de perfecte metafoor voor de queen of spades.”

“De tekst schetst een eenzijdige liefde voor een femme fatale. Ik zocht op het internet een toffe ruimte in Moskou op waar ze haar dans zou kunnen opnemen en vond zo een oude Russische loods die nu als filmset verhuurd wordt. Voor een paar tientjes kon zij daar een dag draaien. Een week later had ik de opnames in mijn mailbox. In de tussentijd had ik het idee gekregen om met filmaker Max Westendorp nog beelden van mezelf te schieten. Ik heb Nastya overigens nog steeds niet in het echt ontmoet.”

Kun je ons wat meer vertellen over het maken van jouw nieuwe album?
“Met mijn vorige album had ik hulp van Will Knox met de teksten en van Benny Sings met songwriten om mijn nummers te finetunen. Toen ik ongeveer een jaar geleden met Will Knox in een Amsterdams café zat hadden we het over het soms eenzame bestaan als songwriter. Ik zag er tegenop om mezelf weer op te sluiten om zo maandenlang aan nieuwe muziek te gaan werken. Toen stelde Will juist vanaf het begin samen te werken.”

“Dit resulteerde erin dat ik in de studio van Benny from scratch ging componeren, waarna Will en Benny mij richting gaven. Ik probeerde gewoon van alles uit en als er iets bruikbaars voorbij kwam riep Benny ‘JA!’. Hij maakte daar dan een beat bij en met Will schreef ik dan gelijk een tekst. We bleken een gruwelijke klik te hebben en zo maakten we in drie weken tijd tal van demo’s die ik vervolgens zelf uitgewerkt heb tot volwaardige songs. Omdat nu de basis van het liedje al zo duidelijk was, kon ik vrij gemakkelijk met frisse oren de song afschrijven en produceren. Dit was echt een fantastisch fijn proces.”

Wat zijn de plannen voor de komende maanden?
“In april en mei gaan ik met mijn band touren. Dat staat nu voornamelijk op de planning. Repetities, promo’s etc. Hopelijk staan we deze zomer dan op wat toffe festivals. In de tussentijd blijf ik gewoon doorgaan met het schrijven van en experimenteren met nieuwe muziek.”


Gisteren kon je het verslag lezen van de eerste plakkerige Sniesterdag al lezen, met hoogtepunten als Pip Blom en Double Veterans. Ook op de tweede dag staan we weer met pen en papier voor alle podia die het festival rijk is en landen we aan het begin van de avond in hartje Den Haag op de Grote Markt. Eens kijken wat Sniester ons vandaag allemaal te bieden heeft.

Na een kleine, gezellige wandeling door de Hofstad, slaan we de hoek om en lopen we een volle Grote Markt op. Was het tijdens de openingsdag snikheet, is het vandaag tropisch en wordt er hier lekker uitgepuft onder een zee van parasollen. Eindeloze terrassen vol mensen, gezelligheid, drankjes en cafeetjes. Links en rechts wordt er al gesoundcheckt en buiten spelen bands als Trio Escobar, Baptiste W. Hamon en Mooon sessies op het plein. Na een hapje eten onder het motto “bodempje  leggen”, zijn we er klaar voor. Halte 1: Altın Gün.Van Grasnapolsky tot Motel Mozaique, wie kent deze nieuwe festivalhit inmiddels niet vraag je je af? De band heeft vandaag de dubieuze eer gekregen om de dag te openen, waardoor (je las ’t net al van dat lekkere terras net) het even duurt voor het allemaal op gang komt. Het festival that is, want het zestal uit Amsterdam kijkt niet op of om en staat moeiteloos lekker te swingen in de Kleine Zaal van Paard. Ook vanavond wordt de Turkse psychrock (wij kregen laatst daar een lesje in van de band zelf)  weer vakkundig nieuw leven ingeblazen. Percussie voert de toon, Erdinç Ecevit Yildiz staat te shredden op zijn saz terwijl Jasper Verhulst nonstop staat te glijden en te grooven op zijn bas. Al werkt deze band ook heel goed om 1 uur ’s nachts met een losgeslagen, dansende zaal; een kleurrijker begin van je festival kun je haast niet wensen.

Via-via lopen we toch nog even door naar de drie guitige stonerheren van Tony Clifton uit Velsen in het Paardcafé. Deze heren hebben een prima recept samengesteld: goede liedjes, lekker doorstampen en grooven zonder gelul. Bij het zien van deze medium rare hardrockers weet je ook ongeveer wat je kunt verwachten. Gitarist Merlijn Breedland ziet eruit alsof hij zo uit de bandbus van The Lemon Twigs is komen rollen en staat nonchalant dikke riffs te rammen op zijn duivelse Gibson SG. Bassist Lenny Kamsma springt en schreeuwt de longen uit zijn lijf alsof ‘ie in AC/DC speelt, terwijl drummer én zanger Mees Kamsma zonder shirt met een lekker geknepen stemmetje de boel aan elkaar zingt. Nee, zo zie je ze niet vaak meer.

Met droge ogen van de gigantische plafondventilatoren, zoeken we de Blauwe Kamer (dat is ‘ie ook echt) op voor een muzikaal intermezzo. Daar staat Pyke op het programma, een singer-songwriter die wordt omschreven als een tengere troubadour (hij is zeker niet dik in ieder geval), die simpele en eerlijke liedjes zou maken in de lijn van Patrick Watson (klopt ook). De Haagse Pijke de Grood staat nog wat te hannesen met zijn gitaar, tot hij plots inzet en ons direct overrompelt met een waanzinnig diepe stem. Gedachten van Bon Iver in zijn blokhutperiode schieten voorbij, terwijl Pyke alle registers opentrekt en van hoog tot laag zijn loepzuivere stem laat galmen door de bovenkamer. Terwijl zijn snaar breekt tijdens het tweede nummer Broke (oh, de ironie…) blijft hij onverstoorbaar en trekt binnen no-time zijn roestbruine stem weer uit het vat. Terwijl de Sniesterkat achter hem bliksemschichten schiet op het publiek, vuurt De Grood het ene wonderschone liedje na het andere op de verzamelde liefhebbers van een goede songsmid. Ergens in de verte horen we nog een beetje het cocky Britse van Miles Kane en een beetje veel PALMSY, die we gisteren nog zagen op Sniester. Goede afwisseling tussen alle metershoge versterkers en kilometers aan kabels naar synthesizers en effectpedalen: soms heb je niet meer nodig dan een gitaar en een goede stem.

Nog een Haags onderonsje is te vinden in de Beergarden naast de Sint-Jacobskerk om de hoek van de Grote Markt: daar speelt Every Kid Knows. Frontman John Turner, een Engelsman die tussen Londen en Den Haag pendelt, maakt met twee bekende scene-Hagenezen Sebas Simoen (WOOT) en Joeri Gordijn (hoofdredacteur 3voor12 Den Haag), een hedendaagse variant op de geliefde Madchester-periode met bands als Happy Mondays en The Stone Roses. Althans, op plaat dan. Publiek zonder oordoppen vliegt al snel weer terug naar de bar om een speciaalbiertje in te laten schenken met een zakdoekje op het voorhoofd, want het gaat hárd in de kelder. Dat komt ook wel door de brei van geluid die deze zaal veroorzaakt, waardoor de band wel tof klinkt, maar niet tot zijn recht komt. Door de continue brom horen we wel veel lekker Strokes-achtige drumpartijtjes, stonergrooves uit de bas en losjes gespeelde gitaarsolo’s die onwijs nonchalant uit de mouw worden geschud door Turner. Halverwege de set is het zweten geblazen in het volle keldertje en terwijl we happen naar adem, schroeft de band het distortionniveau terug, waardoor er ineens een Feelies en Talking Heads-achtig geluid omhoog komt borrelen in de Beergarden. De sterkte van de liedjes is plots scherp te horen en de Haagse belofte rinkelt ons gehoor in. Zonder twijfel een band die veel goede liedjes en dito sound in zich heeft, maar nog een beetje in and out of focus is.

We pakken nog even een paar knallende nummers mee van garagesensatie Ron Gallo, die gisteren op London Calling nog met een koffer zijn gitaar stond te misbruiken. Vandaag wordt al bij het tweede nummer een kleerhanger tevoorschijn getoverd om krankzinnige solo’s door De Zwarte Ruiter te blazen.

 

Om de veelzijdigheid van Sniester nog maar eens te benadrukken, kiezen wij er even later voor om ook nog even naar de Rootz te lopen voor GOSTO. De elektronische eindbaas Roel Vermeer meldt zich hier laat op de avond voor wat ongetwijfeld een bedwelmende set gaat worden. Twee minuten voor de show staat de band nog te kloten met kabeltjes, monitoren en soundcheckperikelen, maar om elf uur vinden ze het wel prima en wordt er gewoon gespeeld. Op een bewonderenswaardige manier gaat de band vanaf de eerste maat volledig kopje onder in de muziek en raakt Vermeer al snel in een diepe trance door zijn eigen geluid. De band speelt nummers van zijn laatste plaat Memory Ivy, die door een flink aantal fans mee worden gezongen op de eerste paar rijen. De subtiel georkestreerde liedjes komen prima tot zijn recht in de volle en intieme kroeg en het woord ‘magisch’ hangt in de lucht. Het is mysterieus, spannend, goed uitgevoerd en fascinerend om naar te kijken tot de allerlaatste noot. Ergens tussen de elektronische puntigheid van Klangstof en de jazzy vibes van Homeshake bewijst de band zijn geheimzinnige eigenzinnigheid die gemakkelijk in de grotere zalen van het festival had kunnen staan, maar juist hier helemaal op zijn plek is vanavond.

GOSTO amsterdam band

 

SOHN, Flying Lotus, Chet Faker, ze hebben allemaal één ding gemeen: ze maken verdomd lekkere muziek in hetzelfde straatje. Dat er toch nog ruimte is voor kwalitatief goede producers naast deze drie ‘legendes’ bewijst GOSTO, die gekscherend al de ‘Amsterdamse James Blake’ wordt genoemd.

 

Soul voor de hele familie
SOLD is de eerste single van de aankomende EP, tevens ‘GOSTO’ genaamd. SOLD doet inderdaad denken aan bovengenoemde producers, maar heeft ook een eigen sound. Het is soul voor de hele familie, het is dub voor je eenzame vrijdagavond, het is pop voor in de auto: SOLD is eigenlijk alles wat een goed nummer nodig heeft.