Vandaag weer eens een lekker obscuur bandje voor je niet te stillen muzikale lintworm. Het zestal van N0V3L, een Canadese band die je in de gaten wilt houden als je houdt van springerige en rauwepostpunkfunk en die in februari nog eens uitgebreid naar Nederland komt voor een aantal shows.

Mocht je nu al denken: N0V3L, dat is écht oud nieuws! Dan moet je misschien eens overwegen om lid te worden van onze redactie, want deze band is nog zo vers (en social media-schuw) dat er niet bijster veel over te vinden is. We weten dat twee bandleden worden gedeeld met Crack Cloud, de band die vorige maand nog tijdens Le Guess Who? speelde. Daarnaast weten we dat de band vooral twee dubbele singles uit heeft gebracht die stuiteren van de springerige gitaren, energieke drums en lyrics die hete onderwerpen niet onder stoelen of banken schuiven.

De band omschrijft het zelf als: ‘N0V3L is an engine of entertainment and social criticism weaponizing rhythm and melody against the unsound powers that be. Rigid new-wave, angular funk, polyrhythmic disco and intellectual punk together approximate a radical new sound that forms a principal means of ideological circulation.’

N0V3L is de tweede signing van het DIY-label Meat Machine, dat half februari de debuut-EP NOVEL van de band uitbrengt. Qua referenties/related artists kun je de band prima plaatsen in een playlist vol met Talking Heads, Parquet Courts, Lithics, Preoccupations, Omni en Bodega. Vooral de singles Natural en To Whom It May Concern lijken uit hun velletje te springen.

Wat je zo’n beetje kunt verwachten op de band zijn eerste EP: ‘Their eight-track debut EP, is a fluorescent, freshly-scorched declaration of intent, a martial, brutalist slab of nimble melodics and group-yelped anti-capitalist mantras.’ Hieronder een voorproefje van hoe dat ongeveer klinkt.

N0V3L live zien? De band speelt 8 februari tijdens Grauzone in Den Haag, op 9 februari via Subbacultcha in De Nieuwe Anita en EKKO op 10 februari.

Hallo, ben je toevallig verliefd? Zo ja, dan ga je waarschijnlijk helemaal tollen van het nieuwe nummer van Homeshake. Zo nee, dan gaat Nothing Could Be Better je terugbrengen naar de laatste keer dat je dat wel was. Of misschien voel je je wel even tweeënhalve minuut verliefd.

Peter Sagar weet ons met zijn lofi R&B-nummers al jaren warm te krijgen, maar deze nieuwe single is van al zijn nummers wel de zoetste die we hebben geproefd. Probeer dat maar te ontkennen als je Sagar met zijn zachte kopstem ‘nothing could be better than you’ hoort zingen.

Op instrumentaal vlak is het misschien wat minder experimenteel dan gebruikelijk en speelt hij wat minder met ritmes. Toch laat hij in zijn eerder uitgebrachte single Like Mariah zien dat hij ook daar nog thuis in is. Tot nu toe lijkt het erop dat hij op het album Helium, dat op 16 februari verschijnt, het ons allemaal gaat geven. Intussen mogen we ons op Nothing Could Be Better gewoon even onbeschaamd fijn en melancholisch voelen. Deze gaat ons de winter doorkrijgen.

Galmzang, een allesvernietigende baslijn, drums die je fataal kunnen worden en achterbaks gnuivende gitaarnoise. Zo weet het Canadese postpunk-viertal HSY met hun sludgerock het begrip horror knap te definiëren in geluid. Aan gruwelijk lawaai zou ieder normaal mens waarschijnlijk graag willen ontsnappen, maar als het zó gespeeld wordt wellicht nóg grager eigenlijk niet.

Dat de band zijn thuisbasis Toronto deelt met de band Metz zal geen verassing zijn, te horen aan de intense luidheid die de twee bands gemeenschappelijk hebben. Zangeres Anna Mayberry omschrijft de song in een interview met NME: ‘Dit gaat over gedeelde waarden. Je bent uit geld gemaakt en dat geld is waardeloos. Plezier is werk. Eet je baan op. Helpt dit? Goed hoor! Soms krijg ik honger wanneer jij eet. Laat me voeden zodat je niet tegen me kunt praten.’

Feeder is te vinden op het via Buzz Records uitgebrachte debuutalbum ‘Bask’.

Luister Feeder hier op Soundcloud!

I’m no longer afraid to die tonight, ‘cause that is all that I have left.

Yes.

Yes!

 

 

Op 18 september komt de nieuwe plaat ‘Sun Coming Down’ van de Canadese band uit, nadat we vorig jaar al werden verwend met een onwijs sterk debuutalbum en ook nog eens een EP om het nog eens even mee af te troeven. Luister hierboven naar de krachtige en meeslepende nieuwe single Beautiful Blue Sky.

 

 

Een halfjaar geleden kwam Claire Boucher, AKA. Grimes, met een liedje genaamd Go om de hoek turen. Deze was bedoeld voor wereldster Rihanna maar haar management bedankte vriendelijk. Their loss. Grimes besloot het zelf uit te brengen en beloofde een vijfde album. Go bleek een donker, gecompliceerd, R&B nummer te zijn. Even andere koek dan het album ‘Visions’, dat in 2012 het licht zag. 

De fans waren niet aan te slepen, evenals de negatieve reacties op het nummer. Door de haatmails in haar inbox besloot Boucher bij naderinzien dus toch maar niet haar album uit te brengen “because it sucks.”  Haar plan is dus – zacht gezegd – geflopt. Toch is hier, afkomstig van dit mysterieuze album, de single REALiTi met bijpassende videoclip. Het nummer is niet compleet afgemixt en klinkt hierdoor wat hazy, maar hij is dan ook slechts opgenomen als bedankje voor haar Aziatische fans die naar haar gigs zijn gekomen. De wegwerpcamera-kwaliteit van haar videoclip sluit hier perfect bij aan.

Grimes verwelkomt ons in REALiTi in de realiteit. Het elektro-elfje met de rode manen neemt ons mee langs de vele aspecten die onze wereld ons te bieden heeft. De natuur, de grote stad, stille plekken, drukke plekken… Dat allemaal begeleid door haar lichte stem in een vlot, pakkend popnummertje. Een vakantie van ruim vier minuten terug naar het ‘Visions’ tijdperk. Maar of haar vijfde album nog een keer onze oren bereikt? Surprise, surprise.

 

london calling

 

Daily Indie-schrijvers Ronald van Berkel en Yoram van Hees trekken op 9 & 10 mei naar Paradiso om verslag te doen van de eerste London Calling van 2014. Het duo doet allerlei ontdekkingen, waarvan je die van de eerste dag hier kunt lezen! Het verslag van de tweede dag vind je hieronder, waarbij de foto’s wederom afkomstig zijn van Remco Brinkhuis. Enjoy!

 

Dag twee van London Calling begint vroeg. Zo vroeg zelfs dat sommige mensen nog liggen te slapen. Matthew Daniel Siskin komt de kleine zaal namelijk ingesnelt in een versgekreukt pak en met de semi-akoestische gitaar in de hand. Hij verontschuldigt zich voor zijn chaotische opkomst want tot vijf minuten geleden lag hij nog te slapen. Met zijn warrige haar, gekreukte colbert en innemende voorkomen steekt de veelgemaakte vergelijking met Bob Dylan de kop op. Gelukkig weet hij dit zelf ook en om het commentaar maar voor te zijn, doet hij tussen neus en lippen door een kleine imitatie van zijn grote voorganger. Ook hij maakt gebruik van een pseudoniem, want waar Siskin in real life een behoorlijk succesvol, New Yorks marketingmannetje is, schreef hij onder de naam Gambles een intens ontroerend album (‘Trust’) over het verlies van een ongeboren kind en de vernietiging die het verdriet daarover met zich meebrengt. Zwaar? Absoluut, maar Siskin laat tussen de nummers door gelukkig wel de gesjeesde yup zien en weet er voor te zorgen de boel met zijn vlotte babbel aan elkaar te lijmen. Het leeuwendeel van het publiek is echter nog niet helemaal klaar voor het festival en Siskin verspilt de sfeer van zijn eigen optreden een beetje door steeds te vervallen in licht geïrriteerde opmerkingen over het gebabbel achter in de zaal. (YvH)

 

Aan Telegram de eer om de grote zaal op de zaterdag te openen. De vier heren uit Londen en Caerphilly komen lichtelijk nonchalant op en rommelen nog wat met hun instrumenten. Frontman Matt Saunders heet ons welkom met een dikke tongval besmeerde “Hello. Hello. We’re Telegram” en vanaf dat moment is het 35 minuten lang rocken geblazen. Telegram zwaait van shoegaze naar krautrock en dan weer naar psychedelica en dat alles met een vette flanger op de gitaar van Matt Wood en een dikke chorus op de zang van Matt Saunders. Ook in de ritmesectie gaat het voor de wind. Bassist Oli Paget-Moon (die soms doet denken aan Joey Ramone) en drummer Jordan Cook lijsten de gitarenmuren van Saunders en Wood perfect in. Cook is trouwens fantastisch om naar te kijken. De diameter van de Brit zijn polsen is haast gelijk aan die van zijn drumstokken, maar wat komt een kracht uit dat fragile lichaam. Hoogtepunten zijn Under The Night Time, Follow en het twee maanden geleden uitgebrachte Rule Number One.

We begrepen van Paradiso ingewijden dat ze weer snel weg moesten, dus vandaar deze vroege speelpositie voor een band die de zaal kapot had gespeeld als ze iets later op de affiche stonden. Hoe dan ook, Telegram maakt alle verwachtingen meer dan waar. Met deze band zit het helemaal snor (pun intended). (RvB)

 

 

Telegram

Telegram

 

 

Mocht je je ergeren aan de theatrale rocksterposes van Telegram, dan is er voor jou The Bohicas. Gewone gasten uit Noord-Engeland, benaderbaar, down to earth, ja ook wel een leren jackie aan. Oh, en ook is dit (samen met Telegram) de meest typische London-Calling-hitband van deze festivaleditie. The Bohicas klinkt opzwepend en opwindend. Alsof de Arctic Monkeys van nu hun songs schrijven met de energie van de Arctic Monkeys van eerst. Vanaf de eerste noot wordt het gaspedaal vol ingedrukt, heerlijk smerige gitaarsolo’s worden eruit geperst en nergens gaat de energie ook maar even omlaag. In tegenstelling tot Telegram is wel ieder nummer een schot in de roos; stuk voor stuk festivalstampers voor de komende maanden. (YvH)

 

 

Een set openen met je eerste en meest succesvolle single? Childhood is niet bang en doet het gewoon met Blue Velvet. Deze strategische keuze is wel link in de zin dat na zo’n groot wapenfeit de rest ook nog wel moet blijven boeien. Childhood is druk bezig geweest met het opnemen van hun debuutalbum, dat deze zomer ergens uit moet komen, en is vast besloten om ons er van te overtuigen dat hun nieuwe nummers net zo goed zijn als eerder werk uit 2010. We wisten al dat Chilhood goed was in dromerige surf pop, waarbij de verslavende melodieën je om de oren vliegen. Deze lijn is adequaat doorgezet met nummers als Falls Away, waarin weer zo’n sterk muzikaal thema zit en waarin heerlijk repetitief wordt gegrooved door drummer Chris O’Driscoll. Of Pinballs, een zes minuten durend epos dat ergens zweeft tussen surf en shoegaze en waarbinnen zes keer op de gekste plekken van tempo wordt verwisseld. Door dit soort trucjes blijft Childhood verrassen en komt het live ook goed uit de verf. (RvB)

 

 

Childhood

Childhood

 

 

Desperate Journalist op het podium van de kleine zaal doet denken aan de jaren tachtig. Zangeres Jo Bevan met kort blond haar en opgeknoopte blouse, bassist Simon Drowner met zwarte oogschaduw en blazer inclusief een paar oude punk-buttons, gitarist Rob Hardly compleet in het zwart en drumster Caz Hellbent in een blauw-wit gestipte polka dress. Ook muzikaal past dit goed in het einde van de jaren tachtig. Het werk van Desperate Journalist is muzikaal niet bijzonder ingewikkeld, maar is door de vele scherpe randjes, een flinke bak pit en het hoekige drumspel van Hellbent wel bijzonder interessant. Drowner staart het hele optreden – de reus die hij is – onafgebroken de zaal in, Hardly laat zien waar de term shoegaze vandaan komt en Bevan is de ideale frontvrouw. Ze zingt alsof haar leven ervan af hangt, maar schiet nergens uit de bocht. Tussen beukplaten Chrisina, Kitten en Organ zoekt Desperate Journalist even de rust op in de vorm van Wait. Bevan zingt bijna het hele nummer met haar ogen dicht en de verleiding is groot om niet hetzelfde te doen; even onszelf laten hypnotiseren. “We all make mistakes”, verkondigt Bevan dan in afsluiter Mistakes, maar wat ons betreft is Desperate Journalist de uitzondering op de regel. (RvB)

 

 

03 - Desperate Journalist

 

 

Samen met Jungle gisteren is de grootste naam van deze editie van London Calling waarschijnlijk wel Royal Blood. Dat niet alleen, het is ook de hardste band van het festival. Drummer Ben Thatcher en zanger/bassist Mike Kerr zijn maar met z’n tweeën, maar maken herrie voor tien. Sinds het optreden van Blood Red Shoes in de kleine zaal is een duo hier niet meer zo’n meedogenloos vette bak herrie over het publiek uitgestort. Waar Kerr’s stem nogal eens te wensen overlaat in de eerder uitgebrachte nummers, wordt dit live volkomen gecompenseerd door de moddervette sound van dit tweekoppig monster. Kerr wurgt liefkozend allerlei gitaarakkoorden én baspartijen uit zijn basgitaar en met bij ieder contact tussen drumstok en –vel lijkt Paradiso op zijn grondvesten te schudden. Royal Blood biedt even een luid momentje om je oergevoelens te uiten. De fysiotherapeut gaat het morgen druk krijgen met alle nekklachten. (YvH)

 

 

Solids

Solids

 

 

Is Solids dan de Royal Blood van de toekomst? Of misschien de nieuwe Japandroids of Death From Above 1979? Dit Canadese duo speelt namelijk ook een gruizig potje noiserock, maar waar Royal Blood zwaar leunt op blues en groove, ontbreekt het bij Solids aan dynamiek. Misschien is het publiek verwend of simpelweg murw gebeukt, maar Solids weet op een tijdstip dat de meeste mensen wel te porren zijn voor een feestje, de kleine zaal haast leeg te spelen. Iets wat The Fat White Family doet in de grote zaal. Zij hebben de twijfelachtige eer om het livegebeuren hier af te sluiten, maar een gedeelte van het publiek dat lijkt te zijn gekomen voor de afterparty, kan overduidelijk niks met de muziek van deze jongens. Het is psychedelische punk met Horror-orgeltjes en western elementen. Schreeuwerig en lelijk. En heerlijk. Het is altijd fijn om nieuwe bands te zien die de missie van Sex Pistols voortzetten: verschillende nummers lijken een variatie op ‘Boredom’, maar vooral de presentatie van halfnaakt over het podium paraderende straatschoffies is een lust voor het oog. Het zal hun dus ook in de laatste plaats een rotzorg wezen dat Shaniqa en haar vriendinnen niks met de muziek kunnen. (YvH)

 

Fat White Family

Fat White Family

PUP band

 

PUP’s Reservoir met haar muziekvideo zal in het woordenboek naast de uitdrukking ‘een videoclip zegt meer dan duizend woorden’ staan (ja, die bestaat vanaf nu). We wagen toch een poging het in woorden uit te drukken. Laten we beginnen bij het beginnen: PUP bestaat uit jonge, enthousiaste, Canadese puppy’s. PUP staat ook op Groezrock en Pukkelpop. België was ons voor.

 

LUID!
Toronto is niet meer de stad van de lekkere limonadesiroop, PUP heeft haar toegeëigend. PUP is hard, PUP is ruig en PUP heeft een rare maar perfecte balans tussen pop en agressie gevonden. Het volume is hard, als in echt HARD. De vocals zijn luid, en daarmee bedoelen we dus echt LUID. Het titelloze debuutalbum is al uit in Canada, en te streamen via Spotify. Klein tipje van de sluier: dit is nog maar het begin. De PUP-mentaliteit: “You’ll like it. Or maybe you won’t. Hate it, love it, whatever. We like it. We love it. Whatever”. Tsja, kijk toch maar even naar de videoclip.

 

 

 

Trust

 

In 2012 leerden we Trust kennen als een duo bestaande uit Robert Alfons en Maya Postepski. Maya is drumster bij Austra, maar ieder moment werd gretig aangegrepen om aan te geven dat het hier om meer dan een side project van Austra ging. Twee jaar later is Trust de solo-act van Alfons, nadat Maya zich vol op Austra ging storten. Capitol is een kennismaking met nieuw Trust-materiaal. En daar worden we blij van!

 

Donkere/lichte Toronto-synhtpop
Ondanks dat het Austra-deel van Trust er niet meer bij is, merk je vanaf het begin meteen dat de Austra-connectie er nog steeds is. De synthpop uit de Toronto-scene heeft inmiddels een goed herkenbare sound ontwikkeld, en Trust past hier dan ook perfect in. De sounds en sferen in het lied wisselen donker en licht subtiel af. Het megafoon-effect en de bak echo over de vocalen geeft Capitol een hoog  gehalte van zweverigheid. Een van de kenmerken van de eerder genoemde Toronto-synhtpop. Veel is er niet veranderd, en dat is misschien maar goed ook.

 

Tweede album ‘Joyland’ verschijnt 4 maart via Arts & Crafts.

 

walrus band halifax

 

Psychedelische muziekmakende en bebaarde Canadezen, dat zijn het! De band Walrus heeft onlangs een nieuwe single uitgebracht: 1990. Een piekfijn nummer met een hoop reverb, een beetje ruis en met een nevelig en op momenten zonovergoten klank. Beginnend als een rustig walsje komt er na een seconde of 38 ineens een lichte versnelling die telkens iets sneller gaat, en nog iets sneller, nog iets sneller en het nummer maar omhoog, omhoog, omhoog en omhoog blijft duwen. Denk een beetje aan The Shins en misschien ook wel het prachtige Yellowbirds. Tegen het einde gaat het instrumentaal nog eens even lekker door en wordt er zelfs een djembé bij betrokken. Hieronder kun je het ook beluisteren, dan heb je mogelijk nog een idee waar ik het nou in godsnaam over heb.

 

[iframe style=”border: 0; width: 100%; height: 120px;” src=”http://bandcamp.com/EmbeddedPlayer/track=2257069730/size=medium/bgcol=ffffff/linkcol=0687f5/transparent=true/” seamless>1990 by Walrus

Poster Paradiso

 

Donderdagavond 23 mei om 23.30 is het zover. Dan gaan de deuren van de Paradiso-kelder open voor jullie: onze volgers en lezers. Samen met jullie gaan we onze eerste jubileumeditie vieren en lanceren! Met onder meer live-muziek van Seapony (US), DJ-sets van The Vagary + Cousins (CAN) en het fameuze Daily Indie DJ-team!

Check de evenementenpagina op Facebook HIER!

Locatie: Paradiso, Kelder
Zaal open: 23:30 – 05:00
Entree: €5,00 incl. daglidmaatschap
Gratis toegang met Paradiso studentenpas
www.paradiso.nl

 

Seapony

The Vagary

 

Cousins