Deze week kwam de nieuwe videoclip van L’Épée uit. We schreven al eerder over de samenwerking tussen Anton Newcombe van The Brian Jonestown Massacre, garageduo The Limiñanas en zangeres-actrice Emmanuelle Seigner. De clip hoort bij het nummer Ghost-Rider, de zesde track op de succesvolle debuutplaat Diabolique die begin september uitkwam. We vonden het een mooi excuus om weer eens af te spreken met onze favoriete psychrockkoning Anton Newcombe, die het album produceerde.

Tekst Mick Vierbergen
Foto’s Thomas Girard

De clip bij Ghost-Rider is tegelijkertijd uncanny, door de schimmige zwart-wit beelden van zangeres-actrice Emmanuelle die doen denken aan een jarendertig horrorfilm, en psychedelisch, door het kleurrijke LSD-achtige beeld. ‘Yes I’m Dead’, zingt Seigner duister. We spraken af met Newcombe om te praten over de samenwerking . En omdat hij ten tijde van The Brian Jonestown Massacre aardig tegen de muziekindustrie aan het schoppen was, wilden we van de gelegenheid gebruikmaken om hem te vragen hoe hij terugblikt op deze periode en wat hij vindt van de hedendaagse muziekindustrie. Het korte antwoord? “Artiesten zijn screwed”.

Het is woensdagochtend. Nog bijkomend van het concert van POND de avond ervoor, werk ik mijn ontbijt naar binnen en maak ik me klaar voor het interview. Via Skype toets ik het Duitse nummer in, en na een aantal keer overgaan hoor ik een ‘Hello?’. Newcombe’s stem klinkt bekend van The Brian Jonestown Massacre-platen en van de documentaire die ik recentelijk heb gezien. “Good morning!” zeg ik. “Good morning to you!” hoor ik Newcombe antwoorden. Ik vraag hem hoe het project L’Épée is begonnen en hoe hij Seigner, Lionel en Marie Limiñana heeft ontmoet.

Supergroep
“Een tijd geleden heb ik het symfonische album Music For Film Imagined gemaakt, waarop de zangeres/actrice SoKo een van de nummers zingt. Ik was toen in Parijs voor een persconferentie en interviews en haar management gaf me een aantal CD’s van The Limiñanas. Dus ongeveer een maand later toen ik in de auto zat en ik de CD’s opzette dacht ik: holy cow, dit is geweldig! Ik heb Lionel en Marie toen gevraagd om een show voor The Brian Jonestown Massacre te openen in Parijs. Maar het was best lastig, ze waren toen nog niet zo bekend buiten de garagescene. Maar ik vond het echt next level en het publiek vond het ook gaaf. Hierna werkte ik samen met het op hun laatste album, Shadow People, waardoor ik Emmanuelle ontmoette. Zij wilde een soloplaat opnemen met The Limiñanas. Toen we dat waren begonnen, stelde ik voor om er een supergroep van te maken.”

Diabolique is deels opgenomen in de studio van Lionel en Marie Limiñana in Frankrijk, waar het framework van het album is neergezet, en verder is geproduceerd in Newcombe’s studio in Berlijn. “Dit soort platen steken simpel in elkaar: het repeteert een interessante baslijn en heeft een duidelijke gitaarstijl. Wij probeerden er een ambience aan te geven, wat veel belangrijker is. Dat is zo ongeveer het proces. We schetsen eerst een outline met de opnames van bas, gitaar en drums en daarna zetten we het geheel in elkaar.”

“De beste ideeën komen als je aan het lopen of aan het fietsen bent, en soms ook als je slaapt”

De bandnaam ‘L’Épée’, wat het Franse woord voor ‘zwaard’ is, bedacht Newcombe in een droom. Hij legt uit: “Als ik namen of titels verzin, probeer ik openminded te zijn. De beste ideeën komen als je aan het lopen of aan het fietsen bent, en soms ook als je slaapt. Niet als je tegen een muur aan het staren bent en op een idee moet komen. Dus ik lag te slapen en ik was toen op zoek naar iets met ambigue betekenissen. Maar wel iets dat een specifieke toepassing zou kunnen hebben en iets dat fonetisch goed klinkt. Dus ja, ik werd wakker en ik zag ‘het zwaard,’ en ik was benieuwd hoe dat zou klinken in het Frans. Dus ik zocht het op en ik vond de flow van het woord wel goed. Het was geen fantastisch visioen, zoals The Lady of the Lake die mij het zwaard overhandigt ofzo, maar ik kwam er gewoon op toen ik sliep.”

Begin december is L’Épée live te zien in Paradiso Noord en op Upon The My-O-My in Doornroosje. Ik vraag Newcombe wat we kunnen verwachten van de shows. “De goede nummers zijn echt fucking goed live,” lacht hij. In iets serieuzere toon: “Ik denk dat je het een goede show gaat vinden als je onze muziek leuk vindt. Emmanuelle en The Limiñanas weten hoe ze moeten spelen en ik vind het ook leuk om te doen. We kunnen een hoop lawaai maken!”

Berlijn
Ongeveer tien jaar geleden vertrok Newcombe naar Berlijn, waar hij nu met zijn vrouw Katy en zijn zoon Wolfgang woont. Hij bouwde zijn eigen studio en richtte het label A Recordings op. “Situaties veranderen, weet je? Voordat ik mijn eigen studio had was ik veel aan het reizen om muziek te maken. Nu is mijn studio op een plek, wat ik erg prettig vind. Ik vind Duitsland erg rustgevend. Iedereen houdt van Berlijn.” Ik vraag hem of hij op een andere manier is gaan werken nu hij zijn eigen studio heeft: “Ja, het enige echte verschil tussen wanneer je een eigen studio hebt en wanneer je – weet je wel – naar een andere studio moet gaan, is dat je dan gepusht wordt om hard te werken. Je hebt die ruimte en tools nodig om je doel te bereiken. Als je je eigen studio hebt en je bent niet aan het werk dan voelt dat soms alsof je een shit person bent. Je hebt alles wat je nodig hebt om iets op te nemen, maar je bent maar gewoon aan het relaxen of zo? Op zo’n moment moet ik me opnieuw focussen op hoe ik denk over mijn leven. Want ik ben productief geweest, maar het is belangrijk om ook een beetje te leven. Wanneer je niet een studio hebt, heb je ook niet het probleem dat je naar jezelf kijkt met het idee ‘waarom gebruik ik dit niet?’ Een hoop mensen dromen van een situatie waarin ze net dat ene zouden willen hebben om een goede plaat op te kunnen nemen. Maar ik heb al die apparatuur, dus geef ik mezelf een schop onder mijn kont en werk ik harder!”

“Dat is crazy shit. Dat is fucking mental.”

Als het gaat over de verschillen tussen de muziekscene in Europa en de VS, reageert Newcombe wat geagiteerder: “Ik kan me niet bezighouden met whatever er allemaal speelt in de wereld. Je moet je eigen cultuur creëren. Omdat wanneer je te veel in een richting luistert, denk je dat de wereld op die manier in elkaar steekt. Ik dacht daar net aan. Hoe irrelevant alles is, muzikaal gezien. Er was een Schotse jongen die een nummer een hit had in Schotland en twee maanden geleden werd het nummer één Amerika. En dit is gewoon een goofy gozer! Wat betekent dat? Het maakt me niks uit dat hij een nummer één hit had. Het is gewoon een silly guy met slechte muziek. Volgens mij heette hij Lewis Capaldi, maar ik heb niks tegen hem. Of als ik kijk naar grime in de UK, dat spreekt me compleet niet aan, het is de manier waarop het helemaal wired up is, alsof het aan de methamphetamine is of some shit… Weet je, twitchy and all that stuff, het spreekt me echt niet aan, maar ja: ik denk dus dat het belangrijk is om je eigen cultuur te maken.”

De documentaire Dig! uit 2004 laat zien hoe The Brian Jonestown Massacre en The Dandy Warhols in dezelfde scene opgroeiden en gaat over de clash tussen kunst en commercie. Terwijl de documentaire aan de ene kant het commerciële succesverhaal vertelt van The Dandy Warhols, die grote recorddeals kregen aangeboden, laat het ook vooral de problematiek en interne struggles binnen Newcombe’s band zien. Zelf heeft hij het uiteindelijke resultaat nooit gezien: “Ik heb in het kantoor van een advocaat een soort permissie moeten ondertekenen voor de film, voor mijn portretrecht. Dus uiteindelijk heb ik wel wat gezien, maar het is niet de film die iedereen heeft gezien. Er is een hoop dat zakelijk en menselijk niet oké was in de manier waarop makers hebben gehandeld en ons hebben neergezet. Dus ik heb hier niet zo veel over te zeggen. Mensen kunnen ervan maken wat ze willen.”

Screwed
Ik vraag hem wat er is veranderd in de muziekindustrie sinds die tijd: “Als je kijkt naar de muziekindustrie nu, zie je dat de mensen die vroeger macht hadden een soort van geïmplodeerd zijn. Ik bedoel, kijk naar wat er is gebeurd met de waarde van muziek. De hele industrie was screwed. Die mensen hebben nu geen baan meer. Dat soort recorddeals en de hele manier waarop ze probeerden je te forceren dingen te doen, bestaat niet meer in die context. Bedenk even dat The Dandy Warhols 500.000 euro kregen om een video te maken. Dat is crazy shit. Dat is fucking mental.”

Het is nu anders: “Ik handel in fysieke uitgaven van muziek. Dus dat is anders dan het hele imago van een artiest bezitten. ‘360 graden’, zoals ze dat noemen: alles van die persoon. Ik ben blij dat ik nu kan uitgeven wat ik wil, kan aannemen waar ik samen mee wil werken en dat we overal kunnen spelen in de wereld. Ik hoef niemand te vragen of overtuigen van iets. Ik kan opnames uitgeven van andere artiesten en ze verspreiden over winkels wereldwijd. Dus ik denk dat dat veel beter is dan werken voor iemand anders.

“Ik vind het interessant om te zien welke pogingen er gedaan worden om de waarde van intellectueel eigendom te monetariseren, en andersom. Ik zie dit niet als een duurzame situatie. Zolang je betaald krijgt voor je werk is het oké, maar het is niet mogelijk om intellectueel eigendom van mensen af te pakken en ze niet te betalen. Ik denk dat we daar naar moeten kijken. Artiesten zijn screwed all over the stuff. Maar ik probeer gewoon door te werken en nieuwe dingen te maken en concerten geven.”

Toch besluit Newcombe op een positieve noot. “Ik denk dat de eerste uitdaging van artiesten is om trouw aan jezelf te blijven en gewoon creatief te zijn. De rest kan je onderweg wel uitzoeken.”

L’Épée live zien? De band speelt 6 december in Tolhuistuin en 7 december tijdens Upon the My-O-My.


Vorige week verscheen Diabolique, de debuutplaat van L’Épée. De band is een samenwerking tussen de Franse filmster Emmanuelle Seigner, rockveteraan Anton Newcombe en garageduo The Limiñanas. De psychedelische drone van The Brian Jonestown Massacre-leider en The Limiñanas met de bilinguistische vocals van Seigner blijken een gouden combinatie te zijn en zorgen voor een psychedelisch jarenzeventig-aura: het album is een instant classic.

Tekst Mick Vierbergen

Emmanuelle Seigner begon haar carrière als actrice in de jaren tachtig. Ze speelde onder andere tegenover Harrison Ford in Frantic en Hugh Grant in Bitter Moon de rol van mysterieuze Franse verleidster. In deze films is Seigner een powerwoman die situaties, en de wil van haar minnaars, naar haar hand weet te zetten. Ze trouwde in 1989 met de Poolse regisseur Roman Polanski, die een groot deel van de films waar zij in speelt regisseerde.

Ondanks het succes van haar filmcarrière, heeft Seigner ook van jongs af aan aspiraties gehad in de muziek. In een interview met The Guardian zegt ze: “I come from a theatre background, but I grew up loving Lou Reed, the Stooges and the Rolling Stones. I always wanted to be in a band like this [l’Épée], but I started modelling at 14 and my life took a different path.”

Seigners muzikale ambities begonnen vorm te krijgen toen ze in 2007 de leadzangeres werd van de softpopgroep Ultra Orange. Deze samenwerking resulteerde in het album Ultra Orange & Emmanuelle. Het nummer Don’t Kiss Me Goodbye werd gebruikt in de film The Diving Bell and the Butterfly, waarin Seigner een hoofdrol speelt. Hierna bracht ze twee soloalbums uit: Dingue (2010) en Distant Lover (2014).

In 2016 hoorde Seigner het nummer Down Underground van de The Limiñanas en werd verliefd op hun de stuwende percussie en simpele garagegeluid van het Franse koppel. Ze besloot contact op te nemen met Lionel en Marie Limiñana over een mogelijke samenwerking. Als gevolg verscheen ze als gastartiest op het volgende album van The Limiñanas, Shadow People. Die plaat werd geproduceerd door Anton Newcombe en opgenomen in zijn studio in Berlijn.

Het samenspel tussen Seigner, The Limiñanas en Newcombe voelde zo goed aan dat ze besloten een band te vormen. Het resultaat is L’Épée, een ware psychrock-supergroep met Hollywood starpower. De naam van de band, die letterlijk ‘het zwaard’ betekent, zou tot Newcombe zijn gekomen in een droom. Eerder dit jaar bracht de band zijn eerste single Dreams uit.

Diabolique
En nu is er dus een volledige plaat: Diabolique. Op het album zijn verwijzingen naar de filmwereld niet schaars: de titel knipoogt naar de Mario Bava’s cult classic Danger: Diabolik uit 1968. De lyrics, grotendeels door Lionel Limiñana, zijn geschreven als muzikale verhalen in de geest van de Italiaanse regisseur Dino Risi. De gedeeltelijk Franse teksten van Emmanuelle Seigner zorgen voor intimiteit die de luisteraar verleidt: het is duidelijk dat Seigner de art de la séduction op 53-jarige leeftijd nog niet verleerd. Toch zingt ‘The Queen of Furs’ – zoals ze zichzelf in het eerste nummer noemt – ook met een air, die zegt dat ze zich van niemand iets aantrekt. Ze behoudt afstand, die haar onaanraakbaar maakt. Ze is een femme fatale voor de luisteraar: verleidelijk en gevaarlijk.

Seigner vocaliseert de teksten over een pulsende drone van echoënde gitaren en een tamboerijn, die doen denken aan de beginjaren van The Velvet Underground. Deze duistere mix van shoegaze en garage is herkenbaar uit de eerdere samenwerking tussen The Limiñanas en Newcombe. Het grootste deel van het album in opgenomen in de studio van The Limiñanas in Cabestany, Zuid-Frankrijk. Hierna toog het collectief naar de studio van Newcombe waar hij verdere instrumentatie toevoegde en de tracks produceerde. Over Newcombe’s productiekunsten zegt Emmanuelle: “When we sent the songs to him they were good, but they were nothing like how it ended up. He’s so talented, like a genius. He made the whole thing darker, more interesting and more psychedelic.”

L’Épée is vrijdag 6 december te zien in Paradiso Noord en Upon the My-O-My op zaterdag 7 december in Doornroosje Nijmegen, samen met acts als Fat White Family, Trupa Trupa en Altın Gün.

The KVB brengt met Violet Noon misschien wel zijn meest shoegaze-y track uit van zijn hele carrière. Het elektronische Britse duo bestaande uit Nicholas Wood en Kat Day laat een mist van synths achter in deze track vol mysterieuze vibes.

Wat bijdraagt aan die sfeer zijn de nonchalant klinkende stemmen van Wood en Day. De synthlijnen, de zang en de melodieuze gitaartjes zweven mooi subliem elkaar heen. Een track die recht uit het straatje van Slowdive en My Bloody Valentine lijkt te komen. Echter doet The KVB met (minder dan) de helft van de leden. Deze track is te vinden op de nieuwe album van de band: Only Now Forever, een plaat met nog veel meer steengoede nummers. Het duo van The KVB is ook visuele kunstenaars en het enige dat we dan ook nog echt missen bij deze track, is een clip die de sound mooi in beelden zou kunnen vatten. Dat deden ze wel voor een ander nummer van het album: Above Us.

Wil je de band live zien? Op 6 november speelt de band in Sugar Factory