New Music

Melt Yourself Down combineert globale invloeden met een kritische boodschap op 100% Yes


9 april 2020

Terwijl de wereld een adempauze neemt, komt Melt Yourself Down met een duidelijke boodschap: we leven in een globale wereld, waar culturen samenkomen en waar problemen zelden lokaal blijven. Het nieuwe album 100% Yes is het resultaat van het samensmelten van verschillende culturele stijlen en is tegelijkertijd kritisch op de hedendaagse maatschappij.

Bandleider-saxofonist Pete Wareham is altijd al geïnteresseerd geweest in de mix tussen jazz en rock. In 2001 begon hij de band Electric Ladyland, waarmee hij akoestische jazzy herbewerkingen maakte van Jimi Hendrix-songs. Hoewel zijn eerste album vrij rustig is, begon de band al snel te experimenteren met een meer rock-achtige sound: het tweede album incorporeert snelle drumriffs, gitaren met distortion en punk-zanglijnen. Mede door het werk van Wareham kwam er een nieuwe stroming tot stand: punkjazz, waar bands zoals GoGo Penguin inspiratie uit hebben gehaald.

Toen Wareham de Egyptische zanger Ali Hassan Kuban ontdekte: de ‘Godfather van de Nubische muziek’, begon zijn interesse in Noord-Afrikaanse muziek te groeien. Hij besloot een nieuwe band te beginnen die Nubische ritmes combineert met punkjazz: dit werd Melt Yourself Down. Andere invloeden zoals Indiase muziek en elektronica werden aan deze mix toegevoegd. De band stond aan het begin van de bloeiende free jazz-scene van Zuidoost-Londen waar inmiddels regelmatig zweterige jazz jamsessies zijn te vinden. Ex-Melt-Yourself-Down-lid Shabaka Hutchings is inmiddels ook zijn eigen projecten begonnen, waaronder The Comet is Coming, Sons of Kemet en Shabaka and the Ancestors

100% Yes
In vergelijking met de vorige twee albums is 100% Yes minder gebaseerd op Nubische ritmes, maar de punk-attitude is des te meer aanwezig. De energie is vanaf het eerste nummer goed: als luisteraar voel je een groeiende drang om mee springen, alsof je bij een ska-concert staat. Ze noemen het niet voor niets ook wel ‘pogo-jazz’. De repetitieve stuwende saxofoon-thema’s in combinatie met monsterlijke elektronische baslijnen zorgen voor een intense dynamiek. De zangstijl van Kush Gaya doet denken aan Londense punkvoorgangers zoals Sex Pistols en The Clash. Het heeft dezelfde directheid en agressiviteit, maar zonder nihilistische ondertoon. De staccato saxofoon brengt een gevoel van haastigheid en urgentie naar boven dat de zware thema’s van Gaya’s teksten onderstreept. Hiernaast biedt het album ook de ruimte voor psychedelische meanderende saxofoon-improvisaties.

De teksten geven een kritische reflectie op de hedendaagse maatschappij, iets dat we tegenwoordig vaker horen uit de Engelse hoofdstad, denk bijvoorbeeld aan Kate Tempest. Het eerste nummer Boot And Spleen vertelt een verhaal over Brits kolonialisme in India, stelt de hedendaagse Britse identiteit ter discussie en bevraagt hoe we in onze maatschappij omgaan met minderheden. Born in the Manor bekritiseert de gang van zaken rondom de Grenfell Tower-brand in West-Londen waarbij 72 mensen om het leven kwamen in 2017. Zonder pauze te nemen, gaat Gaya over naar het volgende onderwerp: de toxiciteit van social media en onze dagelijkse afhankelijkheid hiervan. Het nummer Crocodile vertelt een verhaal over een angstaanjagende Russische drugsbaron. Het is dan ook een analogie voor de sociale problemen rondom drugsverslaving en een autobiografische verwijzing van Gaya die in het verleden vrienden heeft verloren aan drugs. Het album eindigt op een wat positievere toon: de titeltrack 100% Yes is een instrumentale psychedelische trip met samples van de Indiase Yogi Sadhguru die verklaart: “I’m hundred procent yes to life”.