New Music

Low: “Als je leert, breek je muren open”


14 september 2021

De telefoon gaat over, het beeld wordt zwart en opeens zijn we in Duluth, in de huiskamer van Alan Sparhawk en Mimi Parker van Low. Beide dragen een beanie. Aan een groene muur hangen ingelijste zwart-wit-foto’s. Het lijken mistige bossen. Af en toe lopen hun pubers door het beeld. “Ik help wel even”, fluistert Mimi. Ze staat op en verdwijnt in de keuken.

Op een keukenkast ligt een verdorde bos bloemen. Het kan best de bos bloemen van Secret Name zijn, het vierde album van Low, uit 1999. We praten vandaag over plaat nummer dertien: Hey What, een bruut experiment, waarin de grenzen van de bands zogenaamde ‘slowcore’ opgerekt worden. Nog verder opgerekt, want Low is daar al zo’n dertig jaar mee bezig.

De carrière van Low is een interessante. Elk album is anders, maar het sterk vervormde Double Negative uit 2018, was radicaal anders. De plaat, een reactie op Trumps Amerika, werd wereldwijd gezien als een hoogtepunt, een magnum opus. Met Hey What begon Low weer opnieuw. “Muziek maken is moeilijk”, zegt Alan, die tegenwoordig wel iets weg heeft van Robert Plant. “Ongeacht hoeveel ervaring je hebt: je begint met niets. Je probeert iets te vinden dat nog niet bestaat. Meestal vind je dat niet. Schrijven is de meeste tijd falen.”

Hey What is een stekelige plaat, vol contrasten en ontregeling. Een album dat niet op een ander album wilt lijken en daar uitstekend in slaagt. “We houden van onze fans”, vervolgt Alan. “Onze fans…” Hij zoekt even naar woorden. Mimi maakt zijn zin af: “Onze fans volgen ons door allerlei fasen en tijdens rare experimenten. Volgens mij vinden ze dat leuk. Low heeft nooit een hit gehad. We kennen het gevoel niet dat mensen iets van ons verwachten.”

Wanneer is een Low plaat de moeite waard om uit de brengen?
Alan: “Dat weet ik niet zo goed. Als we een tournee beëindigen stellen we wat doelen. We spreken af dat we de komende maanden gaan schrijven. Daarna reserveren we een studio, vaak vier à vijf maanden later. Alleen… wanneer heb je genoeg liedjes?”

Mimi: “Uiteindelijk is dát de vraag. Je kunt liedjes constant herschrijven. Opnieuw organiseren en gemaakte beslissingen weer in twijfel trekken. Soms moet je gewoon een knoop doorhakken. Jij vindt dat heel makkelijk, toch?”

Alan: “Dat vind ik heel makkelijk, ja. Negen van de tien keer zie je een liedje wel vooruit gaan. Ik weet niet of dat een gevoel is?”

Mimi: “Ik zou zeker zeggen dat je daar gevoel voor hebt.”

Wat voor gevoel is dat?
Alan: “Elk liedje heeft een ziel. Een klein lichtje dat brandt. Het is een kwestie van dat lichtje volgen. Dat leidt je. Opeens heb je een punt bereikt waarvan je denkt: ja, dít is het. Meestal als een liedje niet werkt, komt dat omdat het punt niet bereikt is. Het is vrij zeldzaam voor Low dat we dat punt niet bereiken.”

Iedere Low-plaat verschilt van de vorige. In hoeverre is verandering noodzakelijk om muziek interessant te houden? 
Alan: “Je evolueert. Als je iets ontdekt hebt, dan ken je het wel. Wat is het volgende mysterie? Als je leert, breek je muren open. Wat is het volgende dat je wilt ontdekken? Om stil te zitten en tevreden te zijn met wat je al gemaakt hebt: ik vind dat niet productief.”

Mimi: “We werken met verschillende mensen in de hoop dat ze ons uitdagen in nieuwe mogelijkheden te denken. Het is een natuurlijk proces, maar wel een proces dat vooruit gaat.”

Waarin verschilt Hey What van Double Negative?
Alan: “Hey What komt zeker voort uit Double Negative. Met Double Negative ontdekten we een nieuwe vocabulaire aan geluid. Soms is een deur intrappen de eerste stap. Dat wisten we nu. We wisten het begin, maar niet het einde. De toon van de liedjes is anders geworden. Vooral de vocale benadering.”

Mimi: “We hebben zeker de zang nu meer centraal gesteld.”

Alan: “Met Double Negative ‘bewogen’ de stemmen meer. Soms ver weg en soms duidelijk dichtbij. Hey What is abstracter.”

Low creëert onder hun eigen voorwaarden. Sinds 2015 werkt de groep met een soort studio-bandlid, BJ Burton, de vaste producer van Bon Iver. Onder zijn mentorschap werkt Low nu met elektronica. Op het nieuwe album worden de liedjes over elkaar gevouwen met zingende synths en vervormde texturen. Opener White Horses eindigt met een hard tikkende drone. Wat volgt klinkt muzikaal gebroken, vervormd en afstandelijk. Als de vaak tweestemmige samenzang van Alan Sparhawk en Mini Parker de kern niet bij elkaar hield, zou de boel uit elkaar spatten.

Hoe hebben jullie BJ Burton in eerste instantie ontmoet?
Alan: “Hij nam contact met ons op. Hij heeft een studio in Eau Claire, dat is twee uur reizen voor ons. Hij stuurde iets als: ‘Hallo, ik ben BJ, ik werk nu met Justin en we denken dat jullie eens onze studio moeten checken. Jullie kunnen daar werken.’ Van het een kwam het ander. BJ en ik werkten aan wat projecten en zo leerden we elkaar beter kennen. We besloten welke benadering interessant kon zijn en luisterden naar platen. Zo begon het. We hebben geluk. Zo gaat het vaak: mensen sturen ons wel vaker berichten met een verzoek tot samenwerking.” 

Welke producers staan nog op jullie wensenlijst?
Alan: “We zijn heel gelukkig met BJ. Hij is een van de meest vooruitstrevende producers uit het veld. Low draait nu al lang mee, we hebben veel gezien. Maar er zijn wat klassieke wensen. Het lijkt ons leuk om met Rick Rubin te werken. We hebben Brian Eno ooit ontmoet op een festival. Ik fluisterde tegen Mimi: zal ik het vragen? Werken met Brian Eno lijkt me wild. Waarom niet?. Er zijn tijden… zelf met BJ, waarin we opeens denken: wow, hoe krijgen we Brian Eno hier? Alleen dan zeggen we BJ af voor een paar dagen.”

Mimi: “Haha, dat doen we echt!”

Alan: “BJ verlegt de grens van wat mogelijk is. Hij en Justin Vernon maken interessante platen. Dat is het belangrijkste.”

De plaat kwam in januari en februari 2021 tot stand. Lastig, met de wereld in corona-lockdown. “Als je een stip aan de horizon hebt, zoals een aanstaande tournee, is het prettig werken”, blikt Alan terug. “Die stip was er niet meer. Je vertelt jezelf graag dat je gedisciplineerd en gemotiveerd bent, maar zonder externe impulsen kan dat toch bijzonder moeilijk zijn.” Alan en Mimi hebben wel meer doorstaan. Ze steunen elkaar door dik en dun. In de begindagen was Low een tijdje failliet. Ook de combinatie tussen muziek en de levensstijl van de Mormoonse religie eiste zijn tol. De mentale worstelingen van Alan werden door VPRO vastgelegd in deze interessante documentaire.

Jullie zijn sinds jullie zeventiende getrouwd las ik. Dat is een lange tijd.
Alan: “Zeventiende?”

Mimi: “Nee. Dat klopt niet.”

Alan: “Hoe oud waren we?”

Mimi: “Eenentwintig, tweeëntwintig.”

Alan: “We kennen elkaar lang. We waren negen.”

Mimi: “Negen!”

Dat is nog steeds meer dan dertig jaar. Hebben jullie tips voor een lang huwelijk?
Mimi, kijkt lachend naar Alan: “Uuuuhm.”

Alan: “Eternal perspective…”

Mimi: “No no, je moet bereid zijn compromissen te sluiten. Elkaars perspectief proberen te begrijpen. Uiteindelijk moet je verschillen accepteren. Want iedereen is anders, iedereen doet anders.”

Alan: “Het is hard werken, maar je kan… je kan verschillen laten werken.”

Mimi: “Je moet toegewijd zijn! Zeker. Veel mensen stappen in het huwelijksbootje met het idee: weet je, als het niet werkt, dan scheiden we. Ik denk dat dat de eerste vergissing is. Je moet toegewijd zijn en werken aan de relatie. Omdat er moeilijke tijden kunnen komen. En die moeilijke tijden kunnen een tijdje blijven.”

Is het aan te raden om in een band te spelen met je partner?
Mimi: “Niet voor iedereen.”

Alan: “Niet voor iedereen, nee.”

Mimi: “Sommige huwelijken houden stand omdat mensen niet samenwerken.”

Alan: “Weet je, we komen uit een religieuze traditie waarin het idee onderwezen wordt dat we na dit leven doorleven. We geloven dat onze familie bijeen blijft. Als je één bent met iemand, dan is dat potentieel een eeuwige verbintenis. Het verandert je perspectief op wat gaande is en wat een huwelijk is. Het is meer dan geduld vragen in moeilijke tijden. Je kijkt anders naar elkaar, als je weet dat… dit eeuwig is. De dingen waar we nu aan werken, nu mee worstelen, helpen ons gelukkig te zijn. Forever… together… hopefully.”