Interview

Jaakko Eino Kalevi: “Het is treurig als mensen zich door politiek laten verlammen”


27 november 2018

Niet van deze planeet. Etherisch. Een ware droomwereld. Als je tracks als Deeper Shadows, Lullaby en Ikuinen Purkautumaton Jännite hoort en een eerste glimps opvangt van Jaakko Eino Kalevi, lang gezicht en lokken tot ver over de schouders, zou je haast denken dat je hier te maken hebt met de excentrieke voorganger van een New Age cultbeweging. Maar Kalevi zelf zal de eerste zijn om je vertellen dat hij helemaal niet zo’n dromer is. En het is zijn haast schrijnende pragmatiek waardoor niets op de laatste plaat Out of Touch is wat het lijkt.

 

Troubadour
We spreken de Fin in het slaapvertrek van het Amsterdamse OT301, een uurtje voordat hij aldaar het podium op gaat. Aan de andere kant van de kamer tikt drummer Ben uit Nieuw-Zeeland alvast zijn sticks warm op een trommeltje. Gisteravond speelden de twee nog aan de andere kant van Europa; op de release-party in Helsinki. Of ze niet verschrikkelijk moe zijn. “Mwoah, not really,” antwoordt Kalevi kalmpjes, al kijkt hij er wel een beetje tegenop om de volgende ochtend weer zevenhonderd kilometer oostwaarts te moeten reizen naar Berlijn, sinds enkele jaren zijn thuisbasis.

 

“Ik denk dat het goed is om je bewust te zijn van wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren, maar dat je je niet laat… verlammen”

 

Kalevi was een vreemdeling toen hij voor het eerst in Berlijn kwam en dat beviel ‘m. “Het is wat vreemd om in een andere cultuur te leven, waar je niet begrijpt waar de mensen in de metro het over hebben, maar dat is ook fijn. I like it. Het is op een of andere manier heel intens om daar te leven. Ik ben mij veel bewuster van alles,” vertelde hij The Quietus in 2015. Die taalbarrière is er nog steeds – “Ik ken een paar woordjes,” is zijn antwoord op onze vraag of hij inmiddels als Duits spreekt – en in een bepaald opzicht is dat voor Kalevi een dubbele hindernis. Hij worstelt nog vaak genoeg met het Engels. Dat blijkt uit zijn stevige doch vrolijk makende accent, maar ook uit bijvoorbeeld de tropische stand-out-track van Out of Touch, Conceptual Mediterranean. “Het idee achter die track, achter die titel, ontstond toen ik in Londen op bezoek was. Het waren twee woorden die ik steeds maar niet kon uitspreken en daardoor bleven hangen. The English language is funny like that. Er zijn geen regels, je moet het gewoon weten. In het Fins wordt elke letter uitgesproken en altijd op dezelfde manier. Het is allemaal wat logischer.” Makkelijk praten natuurlijk, voor iemand wiens moedertaal één van de moeilijkste talen ter wereld is.

Nog zo’n lastige taal: Grieks. Kalevi bracht tussen het vorige, titelloze album en Out of Touch flink wat tijd door bij vrienden in Athene met het idee daar aan z’n songteksten te werken: “En ik heb er wel aan gedacht, maar uiteindelijk niets aan gedaan…” Hij lacht schaapachtig en dan, alsof hij zich verplicht voelt het goed te praten: “Maar dat is ook belangrijk. Om die tijd te hebben, thinking time, ook al heb ik niets nieuws gecreëerd.” Op een meer of minder letterlijke wijze is Athene wel degelijk aanwezig op Out of Touch, al blijft het met Kalevi’s zeer spaarzame gebruik van woorden gissen naar de details. China Eddie, the kind stranger en de titelfiguur uit de openingstrack, leidde Kalevi na een lange avond in de kroeg naar huis door de wirwar die nachtelijk Athene heet – een mooie anekdote waar wat Kalevi betreft geen verdere analyse van nodig is: “Ik wil er verder niets over vertellen. Het gaat gewoon over onvoorwaardelijke vriendelijkheid.”

 

Politiek
Die zoek-er-niet-te-veel-achter-retoriek komt vaker terug, zoals wanneer we het over This World hebben. In de bijbehorende karaoke-video zingt Kalevi met enig gevoel voor drama over een tragedie waarmee alles en iedereen verbonden is, en dan het langgerekte refrein: “Everybody seems to be doubting this world.” We moeten het toch vragen: is dit Jaakko Eino Kalevi op z’n politiekst? “Hmm, het is niet echt politiek..” Dan, na een korte stilte: “Al is eigenlijk alles politiek. Conceptual Mediterranean: ook héél politiek.” Hij buldert even van het lachen, maar het blijkt een half grapje. Op de vraag wat er dan politiek aan zou zijn stamelt hij even, maar besluit dan resoluut dat het expliciet níét over politiek zingen, zoals op Conceptual Mediterranean en eigenlijk iedere Jaakko Eino Kalevi-song, óók politiek is: “Je manifesteert toch een soort levensstijl. Het is treurig als mensen met politiek bezig zijn en zich daardoor voortdurend zorgen maken. Ik denk dat het goed is om je bewust te zijn van wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren, maar dat je je niet laat… verlammen.”

 

Je niet laten verlammen, jezelf niet verliezen in de voortdurende stroom aan nieuwsfeiten en zaken om je zorgen over te maken speelt volgens de beschrijving van het album een belangrijke rol. “To be out of touch can be the most ideal state,” wordt Kalevi gequote. Wanneer het gesprek op die albumtitel, Out of Touch, komt, geeft Kalevi ons echter weer een korreltje zout mee: “Ik ben zelf nóóit, out of touch. Dat is ook niet de volledige betekenis.” Hij denkt even na, waarna hij zijn antwoord vervolgt: “Ik ben ook even vergeten wat de betekenis dan wel is, waarom ik besloot het album Out of Touch te noemen. Maar ik denk dat het goed klinkt en somehow it’s meaningful.” Hij denkt er wel eens aan, hoor; hoe fijn het zou zijn om vaker alleen te zijn met zijn eigen gedachten. Of om de route die hem van zijn geboortestad Jyväskylä (toevallig het Athene van Finland genoemd) via Helsinki naar de miljoenenstad Berlijn bracht om te keren en af te zakken naar het platteland, de rust tegemoet. Misschien als hij wat ouder is.

 

In touch/out of touch
Maar echt out of touch ben je nooit volgens Kalevi – “Als je out of touch bent met iets, dan ben je weer in touch met iets anders. Je kunt niet out of touch zijn met alles in de wereld, net als dat je ook niet met alles in touch kan zijn. Misschien dat het album daar over gaat… Ik had het ook In Touch kunnen noemen.” – en echt out of touch wil Kalevi ook liever niet zijn. Terwijl hij de afgelopen jaren één keer in de week alleen in een Berlijnse studio aan dit album knutselde, móést hij er wel dingen naast doen, zoals meespelen met de Belgische new wave-band Aksak Maboul of het duo dat hij met zijn Finse vriend Long-Sam oprichtte, Man Duo: “Als je te veel met je solo-ding bezig bent… I don’t know, het is heavy om zoveel met jezelf bezig te zijn. Dan is het fijn om niet verantwoordelijk te zijn voor alles, om die gezamenlijke verantwoordelijkheid te hebben. Je kunt met z’n tweeën overleggen over de ideeën die je hebt, waardoor het daarna weer extra fijn is om in je eentje te werken en níét te hoeven communiceren. Het is balanceren.”

Een verrassend feitje in de eerdergenoemde album-bio: tussen zijn solowerk, Man Duo en Aksak Maboul door werkte Kalevi recentelijk ook met niemand minder dan David Byrne aan zijn laatste album American Utopia. En ook dat is niet helemaal wat het lijkt: “Een vriend van me was één van de producers en hun techniek was blijkbaar om heel veel andere producers te vragen. En dus vroegen ze, onder anderen, Ben en ik om reimaginations, eigenlijk een soort remixen van de demo’s te maken.” Kalevi vertelt verder hoe al die tientallen reimaginations op een hoop werden gegooid, waaruit de uiteindelijke tracks bijeengeraapt werden. Ben, nog altijd trommelend, illustreert hoe minutieus die bijdragen werden verwerkt: “Ze hebben de bekken die ik op een bepaalde song speelde wél gebruikt, maar de rest van de drums niet!? Dus in plaats daarvan namen ze drums van een andere drummer uit een ander land, en dan nog een drummer, en nog een drummer…” Het contact met Byrne bleef beperkt tot een bedankmailtje, al is dat achteraf misschien wel goed geweest. Kalevi: “Ik was nooit echt een Talking Heads-fan, maar wel van Tom Tom Club, waar ook een aantal leden van Talking Heads in zaten. Ik dacht dat David Byrne daar één van was, dus als ik hem had ontmoet had ik vast, oh I love Tom Tom Club, gezegd of zoiets. Maar dat blijkt dus helemaal niet zo te zijn.”

 

Hij is het al sinds zijn vertrek uit Helsinki, vijf jaar geleden, niet meer, maar gekscherend noemt Kalevi zichzelf, onder meer op sociale media, nog altijd de zingende trambestuurder uit Finland. Hij is niet de enige trouwens en het interview ontspoort even als Kalevi een gepassioneerd relaas afsteekt over de schlagerzanger Aarne Tenkanen, de “Weird Al” Yankovic van Finland die tevens bij de HKL (Helsinki City Transport) werkzaam is: “Een shout out naar Aarne Tenkanen. Alles goed, kerel?” Eigenlijk is dat trambestuurdersbestaan nog altijd emblematisch voor hoe Kalevi te werk lijkt te gaan in een gesprek en in z’n muziekcarrière. Zonder veel van z’n eigen rails af te wijken van station naar station naar station, armpje uit het raam, in rustig tempo door het alledaagse stadsleven. De volgende halte? Kalevi weet het nog niet zeker. Een easy listening liftmuziek-versie van Out of Touch misschien, of meer Finstalige muziek. En hun versies van de David Byrne-tracks, die ze zelf ook veel beter vinden? “Misschien zetten we ze wel op cassettes en gooien we die in de zee. In een fles. Of een Tupperware-doosje.”


 

Jaakko Eino Kalevi komt in het voorjaar weer naar Nederland, o.a. in EKKO, Utrecht op 20 maart.