Interview

INTERVIEW: Wild Nothing


30 januari 2013

Onder de trap naar het podium van de Grote Zaal zitten de bandleden van Wild Nothing op elkaar gepropt in een klein productiekamertje. Tussen allerlei tassen, een koelkast, laptops en blikjes bier vinden we een soort plekje om met de geestesvader van de band te praten: Jack Tatum. Hij bracht met het album ‘Nocturne’ (2012) zijn tweede album uit na het veelgeprezen debuut ‘Gemini’ (2010).

Alhoewel de band het podium betreedt met vijf man, is Tatum de artistiek leider van de band. Zijn eerste album schrijft hij in zijn eentje op zijn studentenkamer op Virginia Tech, waar hij alle liedjes vervolgens zonder enige verwachtingen op internet zet. Tot zijn grote verbazing slaat zijn dromerige, fuzzy en eighties gitaarsound aan bij het grote publiek en wordt hij opgepikt door een smaakmakend label: “Ik maakte dat album eigenlijk meer voor mezelf, ik had nooit gedacht dat het aanhang zou krijgen.” Zijn leven wordt in korte tijd totaal op zijn kop gezet. Tatum ging van een slaapkamerproject naar het spelen op Pitchfork Festival in Parijs en London Calling in Amsterdam in één weekend. Maar houdt hij eigenlijk meer van toeren of van het werken in de studio? “Het toeren gaat goed en is erg leuk, maar euhm, ja, ik denk toch dat ik meer thuis ben in de studio. Vooral omdat toeren een stuk minder creatief is. Je creëert natuurlijk wel iets, in de vorm van een show en zo, maar dat is toch anders.” Veel schrijven komt er on the road dan ook niet van: “Ik probeer wel eens om met mijn laptop ergens te gaan zitten, maar dat werkt niet echt. Uiteindelijk ben ik drukker met films en series kijken, ha ha.”

Tweede album
Tijdens de Amerikaanse tour van Beach House afgelopen zomer speelde Wild Nothing als support. Daar kon Tatum de reacties op het nieuwe album een beetje peilen: “Die reacties zijn voor mij veel belangrijker dan recensies en losse meningen. Het gaat toch om de mensen die naar je show komen en wat zij ervan vinden.” Na een goed ontvangen debuut komt altijd die ‘lastige tweede’, had Tatum daar last van? “Misschien wel een beetje, ik dacht er wel over na, zeker. Want ik probeerde wel iets nieuws te doen, maar het moest ook een album worden dat de luisteraars die het eerste album goed vonden, nog steeds konden waarderen. En dat is gelukt denk ik. Het is een andere plaat, maar niet compleet anders, qua sound en kwaliteit is ‘Nocturne’ een stuk mooier. Ik heb meer kunnen experimenteren omdat ik nu in een studio kon werken.”

Want ook in het opnameproces is tussen plaat één en twee erg veel veranderd. Waar Tatum ‘Gemini’ helemaal heeft opgenomen met GarageBand, een eenvoudig huis, tuin- en keuken opnameprogramma van Apple, werkte hij voor ‘Nocturne’ drie weken lang in een professionele studio met producer Nicolas Vernhes (o.a. Dirty Projectors, Deerhunter & Exitmusic). “Dat was echt te gek! Het was voor mij ook echt de eerste keer dat ik in een studio was, dus dat was sowieso al erg cool. Terwijl ik alles opnam, kwam er af en toe een drummer langs om wat in te spelen, maar verder waren we lekker met z’n tweeën aan het werk daar.” Mede door het werken in de studio met Vernhes is ‘Nocturne’ een meer samenhangend album geworden: “Tijdens het opnemen hebben we daar echt op gelet, en op de of andere manier voelt het ook echt alsof de nummers samen moeten zijn. De nummers zijn het mooist als ze achter elkaar beluisterd worden. Vind ik.”

 

 

Nachtelijke sferen
Een nocturne is een muzikale compositie die voortvloeit uit de sfeer die de nacht oproept. De plaat heet en klinkt dan ook niet voor niets zo: “Dat is wel het moment waarop ik het meest creatief ben. Het merendeel van de nummers schrijf ik dan ook ‘s nachts. Ik hou van de nacht, het heeft iets mystieks.” Deze uit de nacht ontsprongen nummers schrijft Tatum dus allemaal alleen, maar wanneer laat hij de nummers horen aan zijn band? “Vaak als ik wat demo’s heb of wat tussenversies uit de studio.” Ben je wel eens bang dat ze het niet tof vinden? “Ja, het is altijd wel een spannend moment! Maar het werkt voor mij wel goed zo, zeker in vergelijking met het eerste album. Toen moest ik heel het proces alleen doorlopen. Nu heb ik de band, maar ook het label. Dat vind ik fijn, want als je alles alleen doet kun je echt helemaal vastlopen of compleet geobsedeerd raken. Je moet het los kunnen laten op een zeker moment, want alleen blijf je mierenneuken over allerlei kleine dingen die de luisteraar vaak niet eens hoort. Die denkt heus niet na over of het EQ van het drumstel misschien anders had gekund. Maar ik vind dat nog steeds lastig hoor, ook met dit album heb ik het. Nog steeds zijn er stukjes waarvan ik denk: ah, dat kon toch net even anders of de sound had daar misschien beter zo of zo gekund. Maar ja, dat is dan maar zo.”

Moving to New York
Van Savannah, Georgia verhuisde Tatum naar de hippe New Yorkse wijk Brooklyn. Is het nu echt zo hip en happening zoals je overal leest en hoort? “Het bevalt me wel goed om daar te wonen, maar ik ben niet heel betrokken bij het muzikale en culturele gebeuren. Maar er gebeurt wel echt van alles. Er speelt elke dag wel een toffe band en er komen veel goede artiesten vandaan. Maar je raakt er ook wel een beetje afgemat door: er is zoveel te doen dat het allemaal niet bij te houden is. Ik participeer niet heel erg in al die scenes en ontwikkelingen, daar hou ik me niet zo mee bezig.” Toch is Tatum niet helemaal afgesloten van de scene. Hij bracht een paar mooie bands aan het licht met zijn label Captured Tracks: “Ik heb regelmatig contact met Mike (labelbaas Captured Tracks red.) over nieuwe en ongetekende bands. Ik stuur hem wel eens wat door als ik iets nieuws hoor dat ik tof vind. Zoals Minks, dat vond ik direct heel erg gaaf. En ook Mac DeMarco trouwens, die hoorde ik toen ‘ie nog niet getekend was en ik zei tegen Mike: ‘you have to sign this guy!’. Maar dat is natuurlijk niet aan mij en ik zou mezelf geen talent scout willen noemen of iets, ha ha.”

2013
Staat er nog iets moois op de planning voor dit jaar? “We gaan naar Australië en hopelijk ook richting Japan en omstreken. Daar zijn we nog nooit geweest, dus daar kijken we wel naar uit.” Ook nog iets waar wij Hollanders nog iets aan hebben? “Ja, ik ben wel aan het denken om een EP op te nemen waarop ik wat anders kan proberen en meer experimentjes kan doen. Ik luister naar veel verschillende muziek, van The Byrds tot meer elektronische muziek, dus ik heb echt nog geen idee wat het gaat worden! Ik zie het vanzelf wel.” Fascinerend waar een slaapkamerproject je allemaal kan brengen.